Het heeft mij in 2008 drie volle maanden gekost om Good Calories, Bad Calories van de Amerikaanse wetenschapsjournalist Gary Taubes uit de lezen. Niet alleen omdat het zo dik is, in het Engels is geschreven en vol staat met ingewikkelde medische, biologische en chemische kennis. Ook omdat ik telkens googelenderwijs ver afdwaalde op zijpaden die het boek mij opstuurde.

Een dikke tien jaar eerder had ik mij gewaagd aan de zelfstandige bestudering van het brede onderwerp voeding & gezondheid. Weinig van wat Taubes behandelde was helemaal nieuw voor mij. Maar ik verloor mij iedere keer weer in de gigantische berg achtergrondinformatie over wetenschappelijk onderzoek, historische ontwikkelingen en het werk van afzonderlijke artsen en deskundigen dat hij noemde en dat ik opzocht en las.

Toen ik bij het onwaarschijnlijk omvangrijke register was aanbeland, was ik extatisch, ik aarzel niet het zo te noemen. Ik wist dat ik een zeer belangrijk boek in handen had. Niet alleen belangrijk voor mijn eigen ontwikkeling, op het juiste moment. Maar ook voor het denken over voeding & gezondheid in het algemeen. Zowel voor de dagelijkse praktijk van iedereen die worstelde met zijn gewicht en gezondheid als voor de academische beoefening van de voedingskunde.

In één machtige veeg zette hij een aantal zekerheden op hun kop
Lont in het kruitvat van de voedingswetenschap
Taubes stak met zijn boek namelijk de lont in het kruitvat van de voedingswetenschap. Niet zomaar uit de eigenwijze of rebelse behoefte de conventionele wetenschap aan te vallen. Hij was niet de enige schrijver, journalist, onderzoeker of arts die te hoop liep tegen de dogma's van de academische voedingskunde, maar achteraf gezien wel de belangrijkste.

In één machtige veeg zette hij een aantal zekerheden op hun kop: het 'feit' dat we dik en ziek worden door het eten van vet; het heilige principe van een-calorie-in-is-een-calorie-uit; de causaliteit van 'dik worden omdat je te veel eet' of 'te veel eten omdat je dik bent'; de illusie dat je van sporten afvalt; het idee dat de herkomst van calorieën er niet toe doet; de manipulatie door de industrie; het geloof in de deugdelijkheid van de voedingswetenschap; het idee dat de voedingsadviezen die de bevolking krijgt louter gebaseerd zijn op het beste wetenschappelijke bewijs.

Om mij tot het laatste te beperken: dat zijn ze niet. De stellige opvatting die de afgelopen veertig jaar leidend was in het denken over verzadigd vet en hartziekten was niet alleen onjuist, maar ook nog eens gebaseerd op het werk van corrupte wetenschappers, onkundige politici en academische meelopers. Dat toonde Taubes aan op basis van zeer grondige research.

Hem werd vooral verweten dat hij arrogant en al te stellig was. Alsof dat zinnige tegenargumenten zijn
Koolhydraat-insuline hypothese
Taubes' ideeën werden, heel voorspelbaar, niet gedeeld door het wetenschappelijke establishment. Vooral zijn hypothese over dikmakende koolhydraten viel verkeerd. Taubes was er zeer stellig over (ook in zijn latere boek Why We Get Fat) dat de grote hoeveelheid insuline die de alvleesklier aanmaakt als reactie op koolhydraatrijke voeding, ervoor zorgt dat we dik worden en blijven. Dat idee ligt aan de basis van de populaire koolhydraatarme diëten.

Nu was het mij al gauw opgevallen dat Taubes meer critici dan lezers had, ook in Nederland en ook op Foodlog. Hem werd vooral verweten dat hij arrogant en al te stellig was. Alsof dat zinnige tegenargumenten zijn. Maar Taubes nam niettemin de handschoen op, stapte uit zijn rol als journalist, en richtte het Nutrition Science Initiative op. Gefinancierd door een rijk Texaans echtpaar zette hij samen met de arts Peter Attia een onderzoeksprogramma op waarmee hij zijn koolhydraat-insuline hypothese ging testen. Zij nodigden wetenschappers van naam uit te onderzoeken of proefpersonen beter reageren op een low carb dieet dan op een low fat dieet.

Wat kwam eruit? Het eerste pilotonderzoek liet niet zien dat het low carb dieet veel beter werkte dan het low fat dieet, op de lange duur. Helaas voor Taubes, die de uitkomsten 'interessant' vond, maar zich er verder niet over uitsprak. In tegenstelling tot vele anderen, die met onverholen genoegen Taubes zagen afgaan. De rest van Good Calories Bad Calories staat nog fier overeind, hij had zich misschien niet aan de hypothese moeten wagen.

Een van de methodes die Taubes hanteert in zijn redeneringen, is de geschiedenis laten spreken. In het geval van ons suikergebruik levert dat verhelderende inzichten op
De lange duur
Op de lange duur. Dat is een cruciaal zinnetje. Heel veel onderzoeken naar diëten, soorten voedsel en gewoonten van voeding hebben noodgedwongen een korte looptijd. Het is gebleken dat veel van de effecten die gemeten worden, naar verloop van tijd weer verdwijnen. Zo ook het aanvankelijke voordeel bij het afvallen op een low carb dieet. Het maakt niet uit welk dieet je volgt, je valt af als je het volhoudt, hetgeen altijd betekent dat je de inname van calorieën weet te beperken.

(Wat wel overeind blijft, maar weinig wordt belicht, is dat het in stand houden van gewichtsverlies wèl het beste gaat op een goed verzadigend low carb dieet).

'De lange duur' is een centraal begrip in Taubes' nieuwste boek, The Case Against Sugar. Ik vind het weer een geniaal boek, waarmee hij al die geborneerde wetenschappers die maar blijven volhouden dat suiker onschadelijk is flink wat extra huiswerk meegeeft. Want al dat zogenaamde wetenschappelijke bewijs, verzameld in alweer een grotere literatuurstudie van hetzelfde corpus onderzoek, dat zogenaamd laat zien dat suiker een onschuldige koolhydraat is, komt schromelijk te kort als de factor van de lange duur wordt ingebracht.

Een van de methodes die Taubes hanteert in zijn redeneringen, is de geschiedenis laten spreken. In het geval van ons suikergebruik levert dat verhelderende inzichten op. In de paar eeuwen dat de suikerconsumptie is gestegen, explosief zelfs in de laatste eeuw, is ook ons lijden aan de zogenaamde westerse ziekten toegenomen. Obesitas, diabetes type 2, hoge bloeddruk, hoge serum cholesterol en triglyceriden, insulineresistentie (samen het metabool syndroom), hartziekten en ja ook alzheimer en kanker namen toe, gelijk op met de suikerconsumptie.

De referentie is in veel onderzoeken een geïsoleerd levende bevolking met een traditioneel voedingspatroon. Taubes noemt er een paar en vertelt hun verhaal. Zodra zij in aanraking kwamen met het westerse dieet van suiker, geraffineerd meel en spijsolie, kregen zij ook deze kwalen, waar ze tot dan toe van verschoond waren.

De tweede meesterzet is dat Taubes niet alleen kijkt naar de ontwikkeling van ziekten gedurende een mensenleven, maar in het bestaan van de menselijke soort
Simpelste hypothese
Tot zover niet veel nieuws. Maar dan plaatst Taubes een aantal meesterzetten.
Hij stelt terecht vast dat de consensus tegenwoordig is, dat we niet precies weten waarom we dik en ziek worden, er is niet één dader aan te wijzen, geen verdachte nutriënt of externe oorzaak. De obesitasbestrijding vraagt om een integrale aanpak, roept iedereen daarom.

Maar de wetenschapsfilosofie heeft ons toch geleerd dat we moeten zoeken naar de simpelste hypothese, die van het minst aantal veronderstellingen uitgaat? De simpelste hypothese is de meest waarschijnlijke. Dat is het principe van Ockhams Scheermes. Taubes is van mening dat insulineresistentie de bron van alle kwaad is, de gemeenschappelijke onderliggende factor van al deze kwalen. En insulineresistentie is het gevolg van niets anders dan suiker. Vermoedelijk, zegt Taubes, want hard bewijs ontbreekt.

De tweede meesterzet is dat Taubes niet alleen kijkt naar de ontwikkeling van ziekten gedurende een mensenleven, maar in het bestaan van de menselijke soort. Aanstaande moeders die veel suiker eten, wennen hun ongeboren kind aan veel glucose. Daar begint de verandering in de voedselomgeving. Als de voedselomgeving zo drastisch is veranderd als de onze, door dat vele suiker, dan is het niet gek om aan te nemen dat die omgeving ons als soort heeft veranderd. Helaas, zegt Taubes, kunnen we onszelf nu niet meer vergelijken met een andere menselijke soort die niet al eeuwenlang te veel suiker consumeert.

Taubes komt met veel meer bewijzen op de proppen waaruit de nauwe band tussen de suikerlobby en wetenschappers blijkt
Suikerlobby en wetenschappers
De belangrijkste meesterzet is dat Taubes zijn betoog presenteert als een gerechtelijk pleidooi. Vandaar ook de titel. Hij bouwt zorgvuldig een 'zaak' op tegen suiker. Wij als tv-kijkers weten heel goed waar hij op aanstuurt: 'beyond a reasonable doubt' proberen aan te tonen dat suiker schuldig is. Meermaals stelt hij dat de harde feiten om suiker als enige schuldige aan te wijzen ontbreken. Maar ook ontbreken feiten die een andere oorzaak van al die ziekten aanwijzen. Het is al gebleken hoe rampzalig de wetenschappelijke dwalingen inzake verzadigd vet hebben uitgepakt. Verzadigd vet kwam vrij na veertig jaar onschuldig te hebben vastgezeten na een veroordeling door valse getuigenissen van omgekochte wetenschappers.

Verrassend is dat Taubes al enige tijd samenwerkt met Cristin Kearns. Zij is een voormalige tandarts, die zich geworpen heeft op onderzoek naar het reilen en zeilen van de suikerindustrie. Zij ontdekte de briefwisseling uit de jaren zeventig van een aantal gerenommeerde Amerikaanse voedingswetenschappers en de Sugar Association, de lobbyorganisatie van de suikerindustrie. In die brieven werd besproken dat die wetenschappers voor een bepaald bedrag belastende onderzoekgegevens over suiker zouden verzwijgen in hun publicatie in een medisch tijdschrift.

Taubes komt met veel meer bewijzen op de proppen waaruit de nauwe band tussen de suikerlobby en wetenschappers blijkt. Ook Ancel Keys, die geldt als de grote boeman die ons het verkeerde advies over verzadigd vet bezorgde, heeft veel onderzoeksgeld van de suikerindustrie ontvangen.
Het is schokkend om te lezen hoe succesvol de manipulatie door de suikerindustrie was en is. Ook in Nederland worden zogenaamd onafhankelijke wetenschappers door de suikerindustrie betaald.

Maak de theorie simpel, maar niet te simpel
Insulineresistentie
Taubes' theorie over insulineresistentie is heel interessant, maar ook zeker niet nieuw. Insulineresistentie is het voorstadium van diabetes type 2 en houdt in dat de cellen in het lichaam niet voldoende glucose opnemen. Dat moet gebeuren onder invloed van insuline. Het lichaam reageert met het verhogen van de aanmaak van insuline in de alvleesklier. Hierna ontstaat een vicieuze cirkel van meer onverbrande glucose in het bloed en meer insuline.

Het zou heel goed kunnen kloppen dat een hoge suikerconsumptie via insulineresistentie in de loop van een mensenleven een slopende werking heeft. Of het een voordeel is dat het een simpele hypothese is, is de vraag. Tegenover Ockhams Scheermes is de beroemde uitspraak van Einstein te zetten: maak de theorie simpel, maar niet te simpel.

Een gemiste kans lijkt mij dat Taubes geen goede inventarisatie geeft van het onderzoek, ook aan de hersenen, dat wel al vorderingen heeft gemaakt om suiker (sucrose of alleen fructose) aan te wijzen als ziekmakende nutriënt in de voeding. Ook zijn passage over suiker en kanker is aan de magere kant.

Het is daarom onontkoombaar om na lezing van The Case Against Sugar te denken: suiker zou best weleens een sluipend vergif kunnen zijn
Sluipend vergif
Wie een betoog opbouwt zoals Taubes dat doet, gaat weleens kort door de bocht. Of snijdt heel selectief hoekjes af. Taubes citeert een aantal malen de Zwitserse onderzoeker Luc Tappy over leververvetting door fructose. Maar hij noemt niet diens belangrijke vaststelling dat (anders dan bij muizen), bij gezonde mensen fructose nauwelijks voor leververvetting zorgt.

Vreemd is ook dat hij het werk van Robert Lustig, de wereldberoemde anti-fructoseprofeet die het tot aan de tv-tafel van Humberto Tan bracht, maar heel terzijde noemt. Ook laat Taubes zich niet uit over het ervaringsfeit dat heel veel mensen geen enkel probleem hebben met het verteren van grote hoeveelheden suiker. Dat zou weleens haaks kunnen staan op het 'hogere' idee dat suiker via insulineresistentie de grote sloper van de menselijke soort is.

Maar hoe mooi zijn Taubes' welbespraakte redeneringen, zijn verslagen van al dat oude onderzoek waarin suiker al werd aangeklaagd en zijn intelligente juxtaposities van bestaand zgn. 'wetenschappelijk' bewijs en goeddoordachte veronderstellingen. Hij pleit echt als een briljante advocaat. Het is daarom onontkoombaar om na lezing van The Case Against Sugar te denken: suiker zou best weleens een sluipend vergif kunnen zijn.


- | - | - | -


Wie dat wil kan Taubes horen in gesprek met David Ludwig, een andere bekende Amerikaanse suikerschrijver:

Dit artikel afdrukken