Vandaag kregen melkveehouders die lid zijn van de coöperatie FrieslandCampina (RFC) een brief waarin ze te horen kregen dat ze voortaan per boerenerf afspraken moeten maken met de zuivelfabriek. Hun productie wordt afgetopt op hun productie in voorgaande jaren. Als de melkveehouders van FrieslandCampina vanaf 2019 meer melk leveren dan vooraf overeengekomen, worden ze 10 cent per extra kilo melk gekort. Dit voorstel gaat de zuivelcoöperatie komende maanden met haar leden bespreken.

De coöperatie wil minder melk omdat ze die niet rendabel kan verwerken. Daardoor zakt het rendement op het wel af te zetten deel in en verdampt de winst voor de leden.

Topboeren (maximaal 15%) kunnen maximaal 3 cent per kilo melk meer verdienen dan de massa van de FrieslandCampina-boeren
Onderscheid
FrieslandCampina ziet ruimte voor aparte melkstromen; daar wil het bedrijf onderscheidende concepten voor ontwikkelen. Volgens CEO Hein Schumacher van de melkfabriek van FrieslandCampina en voorzitter Frans Keurentjes van de boerencoöperatie die aan Schumacher levert, kunnen maximaal 15% van de leden daar de juiste melk voor leveren. Die topboeren kunnen maximaal 3 cent per kilo melk meer verdienen dan de massa van de FrieslandCampina-boeren. Ook voor dit segment zullen maximale producties met de boeren worden afgesproken.
Voor het perspectief: van succesvolle privaat werkende boeren die onderscheidende producten maken, is bekend dat ze één tot enkele dubbeltjes (en in sommige gevallen nog meer) extra kunnen realiseren.

Fabrieksquotum
Met deze maatregelen introduceert RFC twee fabrieksquota. Dit gebeurt drie jaar na het opheffen van het EU-melkquotum in 2015 en de fosfaatrechten die daar na veel gesteggel en bovendien onhandig voor in de plaats kwamen.
De kleine coöperatie Rouveen uit Staphorst stelde direct na het opheffen van het melkquotum een fabrieksquotum in om hun boeren niet te verleiden tot overproductie. Het bedrijf maakt al vele jaren onderscheidende kazen. Het heeft het interne quotum in 2017 opgeheven omdat het voldoende volume met onderscheid in de markt kan zetten. Voorts bood de komst van de fosfaatrechten voldoende zekerheid om de melkstroom de winst niet omlaag te laten trekken.

Nieuwe concepten voor krimpende markt
Indien het grote RFC ook in 2015 een quotum had ingesteld, dan zou Nederland vandaag vermoedelijk geen fosfaatrechten hebben en zouden boeren niet zoveel onverantwoorde investeringen hebben gedaan. Die zijn het gevolg geweest van de drang onder boeren om te groeien teneinde zoveel mogelijk te profiteren van de kansen op internationale markten, met name de Aziatische. Het bedrijf dacht in 2015 dat de markt voor zuivel mondiaal sterk zou groeien, maar moet nu erkennen dat die inschatting onjuist is geweest. Nu moet het met name voor de krimpende Europese thuismarkt nieuwe concepten maken omdat supermarkten daar om vragen voor hun klanten.

Dit artikel afdrukken