Foodwatch bracht vanmorgen het volgende persbericht uit:

15 mei 2014, Amsterdam – Consumentenorganisatie foodwatch stapt naar de voorzieningenrechter om openheid te eisen rondom het vleesschandaal bij slachthuis Van Hattem BV. De organisatie vroeg de NVWA eerder via de Wet Openbaarheid Bestuur om de informatie over de eindproducten waar het mogelijk onveilige vlees in zat, openbaar te maken. De NVWA weigerde en beweerde destijds niet over de informatie te beschikken. Volgens foodwatch klopt dat niet, omdat meerdere afnemers van het mogelijk onveilige vlees zich inmiddels bij de NVWA hebben gemeld. De rechtszaak vindt plaats op 20 mei 2014 in Amsterdam.

Achtergrond
In februari riep de NVWA 28 miljoen kilo vlees van slachthuis Van Hattem BV terug (een recall), omdat het niet geschikt zou zijn voor menselijke consumptie. Er werd destijds paarden-DNA gevonden in partijen rundvleessnippers en er is mogelijk vlees van ongekeurde dieren in verwerkt. Bovendien kan de herkomst van het vlees niet worden vastgesteld, waardoor de NVWA het vlees als onveilig bestempelt. Het vlees werd teruggeroepen tot aan de supermarkten en restaurants, maar consumenten die het vlees hebben gekocht werden nooit verzocht om producten terug te brengen naar de supermarkt. Ook wordt consumenten niet verteld om welke producten het gaat.

foodwatch hekelt het feit dat consumenten bewust in het ongewisse worden gelaten. De NVWA mag volgens de wetgeving namelijk wel bekend maken om welke producten het gaat, maar kiest ervoor om dit niet te doen. Ook bij het paardenvleesschandaal in 2013 – waarbij de NVWA 50 miljoen kilo vlees van vleesverwerker Selten terugriep – meende de autoriteit dat de belangen van de consument niet gediend zouden zijn met transparantie. Volgens de NVWA zou het beter zijn voor de betrokken bedrijven als de consument in het ongewisse wordt gelaten. Maar zo wordt juist de twijfel over de sector in stand gehouden.

Transparantie goed voor consument én bedrijf
Meike Rijksen, campagneleider bij foodwatch zegt: “Het systeem zit nu zo in elkaar dat consumenten bij voedselfraude niet worden ingelicht. Zelfs niet wanneer de veiligheid in het geding is. Dat moet veranderen. Het moet in wetgeving worden vastgelegd dat consumenten tijdens fraudezaken volledige toegang moeten hebben tot alle beschikbare informatie.” Volgens de waakhond is dit niet alleen in het belang van consumenten, maar ook in die van bedrijven. “Volledige transparantie stimuleert een gezonde markt. Bedrijven zullen extra gemotiveerd zijn hun zaakjes op orde te hebben en de rotte appels in de markt kunnen hard worden aangepakt. Bovendien helpt openheid het aangetaste consumentenvertrouwen terug te winnen.”

Rechtszaak
foodwatch stapt naar de voorzieningenrechter, omdat de zaak spoedeisend is. Sommige vleesproducten zijn zeer lang houdbaar en kunnen nog steeds bij consumenten in de vriezer liggen. Het is daarom van belang dat consumenten zo snel mogelijk worden ingelicht, zodat ze weten over de welke producten het gaat. foodwatch diende eerder een verzoek in om de informatie te verkrijgen via de Wet Openbaarheid Bestuur. De NVWA weigerde en foodwatch heeft inmiddels bezwaar aangetekend. Dat proces afwachten duurt te lang en daarom stapt foodwatch nu al naar de rechter. De rechtszaak zal plaatsvinden op 20 mei 2014 om 11:30 uur in Amsterdam. De zitting is openbaar.
Dit artikel afdrukken