Dat is de uitkomst van de rechtszaak die voedselwaakhond foodwatch aanspande tegen de staatssecretaris van Economische Zaken (verantwoordelijk voor de NVWA).

In het persbericht meldt foodwatch:
Sinds het paardenvleesschandaal in 2013 aan het licht kwam probeert foodwatch namens duizenden consumenten boven tafel te krijgen waar het illegale paardenvlees terecht is gekomen zodat consumenten kunnen achterhalen of zij slachtoffer zijn geworden van de fraude en zij eventueel konden voorkomen dat zij vlees met onbekende herkomst zouden consumeren. Daarnaast is het openbaar maken van de informatie nodig om het functioneren van de NVWA democratisch te kunnen controleren. De NVWA weigerde echter tot op heden deze informatie vrij te geven omdat zij vreesde voor reputatieschade bij betrokken bedrijven. De rechter in Amsterdam stelde foodwatch vandaag in het gelijk en heeft de staatssecretaris opgedragen alle gevraagde informatie openbaar te maken. foodwatch noemt de uitspraak een overwinning voor de consument en een stap in de richting van een meer transparante voedselketen, maar vindt dat er desondanks hervormingen nodig zijn om consumenten in de toekomst veel sneller te informeren.

In april 2013 werd 50 miljoen kilo rundvlees vermengd met paardenvlees van de markt teruggeroepen omdat de NVWA het vlees niet geschikt achtte voor menselijke consumptie, en de NVWA het - voor mensen gevaarlijke - diergeneesmiddel fenylbutazon aantrof in het paardenvlees van vleesverwerker Willy Selten. Willy Selten bleek ruim twee jaar, tussen 2011 en 2013 paardenvlees als rundvlees te hebben verkocht. Consumenten die in deze periode vlees hebben gekocht, en slachtoffer zijn geworden van de fraude, zijn echter nooit ingelicht. Ook hebben zij niet de kans gehad hun aankoop terug te brengen. foodwatch vroeg de NVWA daarom om de namen van de afnemers van Selten en de producten waarin het paardenvlees terecht was gekomen openbaar te maken. De NVWA weigerde hier gehoor aan te geven, omdat zij stelde dat dit zou leiden tot reputatieschade bij betrokken bedrijven. foodwatch deed daarom een beroep op de Wet Openbaar Bestuur (Wob) om openheid af te dwingen en om de werkwijze van de NVWA te kunnen beoordelen. De consument wil immers graag weten hoe (en of) de NVWA haar beschermt. Duizenden consumenten tekenden een e-mail actie op de website van de voedselwaakhond om dit verzoek kracht bij te zetten. Helaas bleef de NVWA de informatie achterhouden met het argument dat bedrijven onevenredige reputatieschade zouden kunnen oplopen.

In de uitspraak van vandaag oordeelt de rechter dat de NVWA haar bezwaren niet heeft kunnen bewijzen en daarom de gevraagde informatie openbaar moet maken zodat haar functioneren goed beoordeeld kan worden. In het vonnis stelt de rechter: “Zonder openbaarmaking van die gegevens is niet na te gaan in hoeverre de NVWA haar wettelijke taken als toezichthouder naar behoren heeft uitgeoefend.”


Volgens foodwatch is de uitspraak een 'overwinning voor de consument'. De voedselwaakhond laakt echter de manier waarop het zover heeft moeten komen en pleit voor meer transparantie. Zeker in het geval van voedingsmiddelen moet informatie over fraude en schandalen tijdig en volledig bij de consument komen. De huidige middelen om dat te bereiken, zoals de Wet Openbaar Bestuur, schieten tekort. De nu door foodwatch gewonnen zaak heeft twee en een half jaar geduurd.

Fotocredits: 'Paard in de entree van de NVWA in Utrecht', Foodlog Media
Dit artikel afdrukken