Gezonder of ongezonder
De meeste deelnemers aan het onderzoek zeggen niet anders te zijn gaan eten (45%), of zich niet bewust te zijn van veranderingen in hun eetgedrag (9%). Ook eet 56% van de participanten evenveel als voor de quarantaine; ze zeggen evenveel eetmomenten en vergelijkbare portiegroottes te hanteren.
Wat betreft snoepen en snacken lijken consumenten minder consequent: enkel 37% zegt dat evenveel te doen als voor de quarantaine.
Dat is opvallend, omdat een deel van de mensen die zegt niets te hebben veranderd aan het eetpatroon dus wel meer of minder moet zijn gaan snacken. Liesbeth Velema, expert voeding en gedrag bij het Voedingscentrum, zag in het onderzoek van het Voedingscentrum eenzelfde trend: “Dat gebeurt bij losse vragen naar gedragsverandering. Het is altijd een interpretatie-kwestie en dat kan verschillende resultaten opleveren.”
Van de consumenten zegt daarentegen 27% gezonder en 19% ongezonder te zijn gaan eten sinds de thuisquarantaine. Vooral mannen en mensen in de leeftijdscategorie 50-64 jaar lijken ongezonder te zijn gaan eten. Deelnemers in de leeftijdscategorie 30-49 jaar lijken juist gezonder te zijn gaan eten.
Opvallend is dat vooral de mensen die vonden dat zij vóór de quarantaine gezond aten (78%), ongezonder én vaker en/of grotere hoeveelheden zijn gaan eten én meer zijn gaan snoepen. Gezonde eters lijken dus van hun gezonde eetpatroon te zijn afgeweken, terwijl het juist in deze crisistijd belangrijk lijkt om gezond te (blijven) eten. Het is dan ook van belang om goede voeding bij alle eters – en dus niet alleen bij ongezonde eters – te stimuleren. Nu tijdens de coronacrisis, maar ook voor de volksgezondheid op de lange termijn.
Vooral jongeren onder de 30 jaar zeggen sinds de quarantaine niets te hebben veranderd aan hun eetpatroon. Het Voedingscentrum vond juist dat mensen jonger dan 30 jaar wél gezonder of juist ongezonder zijn gaan eten. Enkele nuances: onze steekproef van Foodlog-lezers was door zijn specifieke aard niet representatief, het panel van het Voedingscentrum-onderzoek was dat wel. Écht vergelijken kunnen we het dus niet. Ook werd onze vragenlijst een maand later afgenomen. In die maand zijn cruciale maatregelen versoepeld. Dat zou het eetgedrag van de jongeren teruggezet kunnen hebben naar het voor hen ‘normale eetpatroon’.
Opvallend is dat vooral de mensen die vonden dat zij vóór de quarantaine gezond aten (78%), ongezonder én vaker en/of grotere hoeveelheden zijn gaan eten én meer zijn gaan snoepenFysieke omgevingsfactoren
Van de participanten zegt 23% sinds de quarantaine meer te worden blootgesteld aan verleidelijk eten in de directe omgeving, zoals thuis, maar ook in het openbaar vervoer, tankstations, de horeca, bioscopen en attractieparken. Ook vindt 27% het moeilijker die omgeving te weerstaan, vooral door meer verleidingen thuis. Dat is opvallend, want 60% van alle deelnemers zegt wel een even grote voorraad aan ongezonde verleidingen in huis te hebben als voor de lockdown. Die toename aan verleidingen in de thuisomgeving was voor Velema geen verrassing: “We weten in hoeverre de omgeving je aanzet tot eten. Als je eten in het zicht hebt, dan pak je het sneller. Nu zijn we langer in de buurt van onze voorraad en kunnen we elke keer dat we erlangs lopen verleid worden.”
Aan de andere kant zegt 37% van de participanten minder te worden blootgesteld aan een ongezonde omgeving. Verleidingen weerstaan gaat 28% sinds de quarantaine makkelijker af. Dat komt met name door minder verleiding in de horeca, zeggen zij. Ook op het werk en onderweg worden zij minder verleid door ongezond aanbod: bijvoorbeeld door de snoeppot op de hoek van het bureau of aanbiedingen bij de Kiosk op het station.
Sociale en psychologische invloeden
Van de deelnemers zegt 49% zich niet en 26% zich wel door anderen te laten beïnvloeden in hun voedingskeuzes, kijkend naar de periode vóór de thuisquarantaine. Twee derde zegt geen verschil te merken. Vooral degenen die zich voor de quarantaine ook al lieten beïnvloeden door anderen, ervaren nu een gelijke sociale controle. Dat is merkwaardig, omdat we toch minder sociale uitjes en eetgelegenheden hebben. Omdat we traktaties of vrijdagmiddagborrels niet meer hoeven af te slaan, zouden we ook minder sociale druk moeten ervaren.
Met name deelnemers die bij hun ouders of met huisgenoten wonen geven aan zich even gecontroleerd te voelen. Toeval? Het zou kunnen dat in die twee huishoudsamenstellingen altijd al meer sociale druk huist. Amber Ronteltap, voedingskundige en gedragswetenschapper gezonde leefstijl bij de Hogeschool Utrecht, zegt daarover: “Ik denk dat sociale controle door onbekenden nu minder speelt, maar juist wel gebeurt door mensen die dichterbij je staan, zoals huisgenoten. Zij kunnen ineens zien wat je de hele dag door eet, misschien verandert dat je eetgedrag.”
Huisgenoten zien ineens wat je de hele dag door eet, dat kan je eetgedrag veranderenDaarentegen voelen degenen die zich vóór de quarantaine vooral níét lieten beïnvloeden door anderen, sinds de quarantaine juist meer of minder sociale druk. Ook hier lijkt het huishouden een rol te spelen: respondenten die met een partner wonen ervaren meer druk en respondenten die met zowel een partner als kinderen wonen voelen minder druk. Van dat laatste kijkt Ronteltap niet op: “Door het vele thuiszijn – en dus minder sociale druk van buitenaf – kunnen eetgewoonten meer aanwezig zijn. Gezinnen met kinderen hebben vaak al sterke gezamenlijk ontwikkelde eetgewoonten en kunnen daar nu nog meer aan vasthouden.”
Tot slot zegt een kwart van de deelnemers meer te eten uit emotie of als psychologische uitlaatklep. Een meerderheid van 63% doet dat nog evenveel als daarvoor. Ook blijken alleenwonenden niet meer troost te hebben gezocht in eten dan deelnemers mét huisgenoten. Dat verbaasde Ronteltap niet: “Ik kan me voorstellen dat stemming een sterkere invloed heeft op de voedselkeuze als er geen sociale invloeden zijn. Door het vele alleen eten kunnen mensen minder zin hebben zich uit te sloven in de keuken en minder uitgebreid eten.”
De coronaquarantaine lijkt het eetgedrag van de meeste Nederlandse consumenten niet te hebben veranderd. Een uitzonderingen zijn de gedragingen van specifieke populatiegroepen. De voorspellingen van de geïnterviewde kennisexperts over anders eten door fysieke omgevingsfactoren, sociale controle en emoties gaan in het algemeen op, maar niet altijd voor de meerderheid van de deelnemers. Tot slot lijkt het relevant om alle consumenten – en niet alleen ongezonde eters – aan te sporen gezond te eten. Dat geldt niet alleen nu tijdens de coronacrisis, maar ook op de lange termijn omdat mensen te gemakkelijk in de verleiding komen om ongezond te eten.
De bevindingen in dit artikel zijn niet representatief voor de totale populatie van Nederlandse consumenten en dus enkel van toepassing op de mensen die de vragenlijst invulden.
Op 30 december krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Mandy Braat, heb jijzelf specifiek iets van jouw project geleerd? Wat is naar jouw mening een toegevoegde waarde ervan?
Mandy Braat , complimenten voor je degelijke afstudeerproject!