imageEuropa raakt achter op het gebied van onderzoek naar betere voedingsproducten. Op basis van zijn allereerste benchmarking rapport over de concurrentiekracht van de EU, trok de CIAA, de Confederation of the Food and Drink Industries of the EU, daarom afgelopen week aan de bel: dit gaat fout, zowel bedrijven als de EU moeten ervoor zorgen dat het onderzoeksbudget omhoog gaat. Zoniet, dan gaan andere landen er met de kennis en toegevoegde waarde vandoor. Dat is niet verstandig: zo bedreigen we ons eigen welzijn én onze belangrijkste industrie. Ons aandeel in de wereldmarkt blijkt terug te lopen én we blijken zwaar onder de gemiddelde R&D en dus innovatie-investering van de rest van de wereld te zitten.

Dat is nogal wat voor een welvarend continent dat zich meer dan ooit realiseert dat betere voeding belangrijk is voor ons welzijn en een betaalbare gezondheidszorg. Het is bovendien nogal wat omdat we ervoor moeten zorgen dat niet opnieuw een traditioneel sterke productiesector straks naar andere werelddelen moet worden afgevoerd.

De voedingsindustrie zorgt voor een omzet van € 815 miljard. Daarmee bepaalt het 14% van Europa's industriële output en is 'eten & drinken' de grootste sector. Groter nog dan de auto- en chemische industrie.
Rond 2003 namen de exporten af en dreigde de EU af te stevenen op een importoverschot (meer import dan export en dus verlies van een bepalende positie). Daarvoor verantwoordelijk waren landen als Brazilië, China, Nieuw Zeeland en Australië die hun exporten spectaculair zagen toenemen. Deze trend lijkt zich te herstellen, maar het aandeel van de nieuwe landen in de wereldvoedselconusmptie neemt ontegenzeggelijk sterk toe.

De vraag is uiteraard welk deel van de voedingsmarkt de EU kan vasthouden: de bulk of die met toegevoegde waarde. Daar blijkt te schoen te wringen.

Juist nu voedingstechnologie en onderzoek naar de gezondheidseffecten van voeding een enorme vlucht neemt, blijken Europese bedrijven gemiddeld genomen slechts 45% van de R&D budgetten te hebben van niet EU-bedrijven.

Buiten de EU ligt het ontwikkelingsbudget op 0,35% van de omzet. De EU, die in 2001 nog op 0,21% bleef steken, zit inmiddels op 0,32%. Daarmee steekt het nog schril af bij een land als Japan, dat een R&D budget heeft van 0,80%. DE CIAA pleit voor een grotere ondersteuning vanuit Europese fondsen, zodanig dat het te besteden R&D-budget kan verdubbelen.

Ik ben het volstrekt eens met deze lijn van denken, ook al zal het in de praktijk betekenen dat een belangrijk deel van deze gelden gespendeerd zal worden aan tech food, gepimpte producten en nog intensievere teelt- en fokmethoden. Ik heb me er al vaker over uit gelaten: als we het niet doen, staan we helemaal buiten die kennis en wordt het onderzoek toch gedaan. Da's niet verstandig. Blijf erbij, leer en ontwikkel door aan wat goed is.

Consument en politiek moeten dus ook op de hoogte blijven (liefst niet met onmogelijke regelgeving, maar met stimulerende die zorgt voor een duurzame omgang met voeding). Anders is de kool het sop niet waard en krijgen we gewoon op ons bord wat we verdienen. Misschien smaakt het wel Japans, maar het zal toch echt geen sushi wezen ...
Dit artikel afdrukken