Volgens het onderzoek van TastyBasics halen we dagelijks ongeveer 50% van de calorieën die we eten uit bewerkte grondstoffen, zoals suiker en bloem. Dat zijn geraffineerde bewerkingen van natuurlijke producten. De ruwe en harde delen en daarin aanwezige voedingstoffen worden afgesplitst, zodat koolhydraten - en daardoor calorieën - zich concentreren in iedere gram die je ervan eet. Een voedingssamenstelling zonder deze door bewerking geconcentreerde koolhydraten maakt elke geconsumeerde calorie voedzamer en verzadigender. Het effect daarvan wordt ernstig onderschat, denkt TastyBasics-directeur Jan Buining. “De focus ligt nu te eenzijdig op de onderconsumptie van groente en fruit”, zegt hij. “Het verbeteren van de gemiddelde voedzaamheid per calorie door een rem op productie en consumptie van bewerkte ingrediënten verdient veel meer aandacht.”

Meer groente versus minder bewerkt
TastyBasics vindt dat de industrie moet stoppen met de bewerking van grondstoffen om een hoger voedzaam rendement per gram voeding en zelfs per calorie te bereiken. Het bedrijf spreekt van ‘echte voeding’ en bedoelt daarmee dat wat je eet optimaal voedzaam en verzadigend per calorie moet zijn. “We consumeren te veel calorieën, terwijl bij de aanbevolen hoeveelheid calorieën de voedzaamheid van ons huidige voedsel te gering is. Voor tal van essentiële voedingstoffen geldt dat minder dan de helft van de bevolking er voldoende van binnenkrijgt”, legt Buining uit.

Het aandeel van de dagelijkse calorieën uit leeggemolken bewerkte ingrediënten is veel groter dan die uit 100 gram groente extra
De centrale boodschap van ’Eet meer groente’ zet relatief weinig zoden aan de dijk, concludeert de white paper. Het gezondheidseffect van het eten van meer voedzamere producten zou relatief gering zijn. Zo levert 100 gram groente maar een klein gedeelte van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid calorieën. “Het aandeel van de dagelijkse calorieën uit leeggemolken bewerkte ingrediënten is veel groter dan die uit 100 gram groente extra”, zegt medeauteur van de white paper Marlies Pepping (WUR-student).

Beter zou volgens TastyBasics zijn: eet minder bewerkte grondstoffen. Consumeer en produceer minder eten en drinken waarin door vet en koolhydraten de calorieën zijn geconcentreerd ten koste van de voedingswaarde. Omdat ons gemiddelde voedingspatroon voor 50% uit dit soort producten bestaat, is het effect groter.

NRF Index 9.3
Deze uitspraak onderbouwt TastyBasics met de Nutrient Rich Food Index 9.3 (NRF 9.3). De index geeft het nutriëntengehalte per 100 kilocalorieën (kcal) van een voedingsmiddel aan. De index is gebaseerd op 9 nutriënten die moeten worden gestimuleerd (vezels, eiwitten, ijzer, kalium, calcium, magnesium en vitamines A, C en E) en 3 nutriënten die moeten worden beperkt (verzadigd vet, toegevoegde suikers en natrium).

NRF-rekensom

Fulgoni, Keast en Drewnowski ontwikkelden de zogeheten NRF-index om levensmiddelen op basis van hun voedingswaarde te rangschikken. De index kan worden toegepast op afzonderlijke levensmiddelen, maaltijden, menu's en dagelijks voedingspatronen.

De NRF-score van een voedingsmiddel is de ongewogen som van de procentuele bijdrage van 100 kcal van dat voedingsmiddel aan de aanbevolen (encourage, ENC) dagelijkse inname (daily values, DV’s) van alle gunstige nutriënten, minus de bijdrage van 100 kcal van het voedingsmiddel aan de maximaal aanbevolen dagelijkse inname (maximum recommended values, MRV’s) van de te beperken (limit, LIM) nutriënten. De bijdrage aan de aanbevolen dagelijkse inname wordt daarbij afgekapt op 100 procent.

De NRF9.3 compenseert ‘slecht’ met ‘goed’, zoals ook het algoritme van deNutri-Score dat doet. Waar Nutri-Score als ‘goeden’ fruit, vezels en eiwitten meeneemt, neemt de index ook specifiek ijzer, kalium, calcium, magnesium en vitamines A, C en E mee. De NRF-index neemt 100 kilocalorieën als basis, terwijl Nutri-Score rekent per 100 gram.


Gespreksstarter
Foodlog vroeg een aantal experts te reageren op de uitspraak van TastyBasics ‘Niets is effectiever dan te stoppen met het bewerken van grondstoffen’. En hoe zit het met die NRF-index? Is de nutritionele waarde per calorie een logische maat?

Prof. Vincenzo Fogliano, hoogleraar Food Quality & Design, Wageningen University & Research

Vincenzo Fogliano vindt het in de basis een goede gedachte. “Meer hele voedingsmiddelen gebruiken in producten, minder geraffineerde ingrediënten, is een goede richting. Het concentreren van vrije suikers en vet is slecht voor de gezondheid. Bovendien verlies je hiermee nutriënten.” Al dat bewerken kan veel energie kosten, waardoor het minder duurzaam is, voegt hij toe.

Een ander voordeel is kauwen: “Minder raffinage betekent meer kauwen. Masticatie, goed kauwen, is heel effectief om minder calorieën in te nemen. Door flink te kauwen, kan je 10-20% minder calorieën eten.” Langer malen geeft onze maag de tijd ons hoofd te laten weten dat we vol zitten. Bovendien “wordt je dat kauwen op een gegeven moment beu.”

”Moet nou alles gezond(er) zijn?”


“Maar moet nou alles gezond(er) zijn?”, vraagt Fogliano zich hardop af. “Op vrijdagavond een lekkere borrel is niet verkeerd, maar het moet niet iedere dag zijn. Geniet van je stroopwafel! Dat we ons dagelijks verwennen, daar zit het probleem.”

Bovendien begrijpt Fogliano niet waarom we moeten kiezen tussen het ene – meer groente – of het andere – minder suiker. Beide dragen bij aan een gezonder eetpatroon. Bovendien lijkt het ‘eet-meer-groente’-advies vooral gericht op consumenten. “Meer groente eten is absoluut nodig”, verzekert Fogliano. Het ‘minder-bewerken’-advies lijkt vooral voor de oren van verwerkers en producenten bedoeld.

Ten slotte waarschuwt Fogliano niet al het bewerkte over één kam te scheren. “Ergens is highly processed een synoniem geworden voor hoog in calorieën. Dat is onterecht. Een blik soep in de supermarkt is processed, maar daar is niets verkeerds aan. Maar als je kiest voor suikerhoudend spul, dan adviseer ik je om het niet te kopen.”


Jenneke Heising, programmadirecteur opleidingen Food Technology, Safety en Quality & Design, en wetenschapper, docent en onderzoeker op het gebied van Food Quality and Design, Wageningen University & Research

Jenneke Heising ziet meerdere kanten aan de stelling van TastyBasics. “Aan de ene kant ben ik het ermee eens dat concentreren en te veel focus op één ingrediënt, zoals granen tot bloem, veel nutriënten verliest. Hoe minder je bewerkt, hoe meer je profiteert van goede, eigen aspecten, zoals vezels en vitamines.”

“Maar het is niet zo zwart-wit”, gaat ze verder. “Ook al gebruik je gezonde ingrediënten, dan nog nemen de calorieën toe.” Ze noemt als voorbeeld gedroogd fruit: “Door te drogen concentreer je ook. Groente en fruit zijn ook toegevoegde koolhydraten.”

Bij gebruik van de nutritionele waarde per calorie, “komen groenten er positief uit.” De NRF-index “laat zien welke producten veel voedingsstoffen leveren en weinig calorieën. Wanneer je calorieën als basis wilt nemen, bijvoorbeeld bij een bepaald dieet of als producent, dan kan deze manier helpen. Maar,” voegt Heising kritisch toe, “het is geen praktische maat.”

”Hoe minder je bewerkt, hoe meer je profiteert van goede, eigen aspecten, zoals vezels en vitamines.”


Net als Fogliano, vraagt Heising zich af of alles gezond(er) moet. “Heb je een goede, gezonde basis, dan kan je ook wel eens een cracker met hagelslag of een koekje eten. Er is niets mis met gewone pasta als je er een goede tomatensaus met groente bij eet. Ik denk dat het meer gaat om hoeveel je eet van een product. Het is niet erg als het veel calorieën bevat, als er ook veel nutriënten inzitten.” Ze geeft fruit als voorbeeld: “Dat bevat relatief veel koolhydraten en energie, dus het is gezond om er niet te veel van te eten.”

Aan het einde van het gesprek benadrukt Heising dat ze het meeste voelt voor het advies meer groente te eten. “Je ziet dat mensen te weinig groente binnenkrijgen. Als je daarvan meer eet, eet je automatisch dingen met een lagere energiedichtheid. Je zit sneller vol en er is minder ruimte over voor andere producten.”

Bovendien is het niet altijd even gemakkelijk om minder te bewerken, zegt Heising. “De manier van houdbaar maken heeft invloed op hoeveel vitamines er over blijven. Bloem vervangen heeft invloed op smaak en structuur. Ik zeg niet dat we niet voor alternatieven moeten gaan, maar daar ligt nog wel een uitdaging.”


Stefanie Vandevijvere, Senior Scientist Nutrition and Health, Sciensano (vergelijkbaar met het Nederlandse RIVM)

“Het wordt meer en meer evident dat het eten van ultra processed foods leidt tot een hoger risico op obesitas en chronische ziektes. Als we echt mensen willen stimuleren gezonder te eten, dan zullen we deze ongezonde producten minder aantrekkelijk moeten maken.” Vandevijvere is ervan overtuigd dat overheidsinterventie cruciaal is om dat voor elkaar te krijgen. “Maak alle hoogbewerkte voedingsmiddelen minder aantrekkelijk, minder goedkoop dan gezonde voeding, minder toegankelijk en leg marketing voor bewerkte en ongezonde producten aan banden”, licht ze haar uitspraak toe.

”Als we echt mensen willen stimuleren gezonder te eten, dan zullen we deze ongezonde producten minder aantrekkelijk moeten maken.”


“Om te bepalen of iets gezond is, zijn verschillende systemen ontwikkeld.” Vandevijvere heeft vertrouwen in het European nutrient profile model, ontwikkeld door de Wereldgezondheidorganisatie (WHO). Dit model rangschikt producten op basis van de voedingssamenstelling. Het is specifiek gericht op het beperken van kindermarketing. “Positief aan dit model is dat het bepaalde voedingsgroepen volledig uitsluit van marketing gericht op kinderen, omdat deze ongezond zijn, zoals chocolade en snoepjes. Dan is er een middencategorie, zoals ontbijtgranen en melkproducten, die moeten voldoen aan bepaalde drempelwaarden van zout, verzadigd vet, energie, toegevoegde suiker en zoetstoffen.” Over het meenemen van zoetstoffen is Vandevijvere positief. Het consumeren van zoetstoffen kan de hang naar zoet aanwakkeren.” Voor de laatste categorie, met onder andere verse groente en fruit, mag altijd reclame gemaakt worden.

Ook de NRF 9.3-score is een methode om te bepalen hoe gezond iets is. Die methode gebruikt calorieën als basis. “Ik denk dat het beter is om naar 100 gram of milliliter product te kijken. Dat is gemakkelijker toe te passen door consumenten en staat ook zo op de achterkant van het etiket. Per energie, is heel moeilijk te begrijpen.” Bovendien is Vandevijvere geen fan van het meewegen van vitamines. “Door vitamines mee te nemen (zoals NRF doet), geef je producten die sowieso al ongezond zijn, extra punten. Producenten kunnen dit gebruiken om producten gezonder in de markt te zetten”, uit Vandevijvere haar kritiek op de NRF9.3.


TastyBasics wil zo onomwonden mogelijk, maar niet polariserend, de transitie naar een gezond(er) voedselaanbod propageren. Dat doet TastyBasics met producten die minder dikmakende koolhydraten bevatten, rijk zijn aan vezels en eiwitten en waaraan geen suikers zijn toegevoegd. Daarnaast zet TastyBasics zich via artikelen, lezingen en onderzoeken in voor het verder brengen van een nieuwe agrifood-toekomst vanuit de visie dat voedselproductie en -verwerking beter op elkaar moeten worden afgestemd met als doel gezondere mensen in een volhoudbaar ecosysteem.
Dit artikel afdrukken