In het Engeland van de 18e eeuw vond per toeval een natuurlijk experiment plaats: de theeconsumptie nam toe, waardoor minder mensen ziek werden. Immers, koken van water doodt ziekteverwekkers. Thee was ook nog eens goedkoper dan bier, een andere ziektevrije drank.
Nieuw onderzoek heeft gekeken wat het precieze effect op de mortaliteit was. In de periode waarin de theeconsumptie toenam, daalde het sterftecijfer van 28 naar 23 per 1.000 mensen. Dat dat (deels) aan thee te danken is, blijkt uit het feit dat ziektes die via water overdraagbaar zijn (zoals dysenterie) minder voorkwamen.
De onderzoekers kwamen er ook achter dat juist in gebieden waar de waterkwaliteit het laagst was, de grootste dalingen in het sterftecijfer te zien waren door de toegenomen theeconsumptie.
Maar waarom nam die theeconsumptie in Engeland zo toe? Dat was te danken aan een belastingverlaging op thee in 1784. Het tarief ging toen van 119% naar 12,5%. Het kopje thee werd zo ook voor de gewone burger bereikbaar. Tussen 1761 en 1834 nam de import van thee met een factor 6 toe in Engeland.
Misschien had de industriële revolutie er zonder thee wel heel anders uit gezien, als meer arbeiders in de dichtbevolkte industriesteden van Engeland aan allerlei ziektes dood waren gegaan, suggereert The Guardian.
Lees alles over reageren in de gespreksregels.