Het wordt de hoogste tijd dat we steden ook als natuur gaan zien.
Alle zoogdieren en dus ook mensen gebruiken energie om de interne temperatuur op peil te houden. Moderne menselijke steden doen precies hetzelfde.
Een studie heeft gekeken naar hoe het energieverbruik van huishoudens verandert met toenemende temperaturen. Daarbij benaderden de onderzoekers gebouwen en steden alsof het levende dingen zijn.
Die benadering is bedacht door de bioloog Richard Hall. Hij gebruikte een mathematisch model ontwikkeld om de temperatuurregulatie van zoogdieren te bestuderen op een geheel nieuwe manier: om erachter te komen hoe de infrastructuur waarin mensen wonen en werken energie gebruikt om in koude klimaten warm te blijven.
Hall richtte zich op onderzoek op plekken waar het koud is. De nieuwe studie richtte zich op de Amerikaanse 'hete' staat Arizona, waar steden liggen waar het wel bijna 50 graden Celsius kan worden. De conclusie is dat gebouwen meer energie gebruiken om op temperatuur te blijven als het warm is. Dat klinkt als een open deur. Stadsplanners, energiebedrijven en hulpdiensten hebben echter wel degelijk iets aan de studie. Die biedt namelijk precieze inzichten in de zekerheid van energielevering, maakt kostenvoorspellingen en biedt aanknopingspunten om meer levens te redden tijdens hittegolven.
Help de schrijver de juiste toon te vinden waarop je naar hem of haar wilt luisteren.
Klik op de naam van de schrijver en gebruik het "Stuur een mail" veld op zijn of haar profiel om je bericht te versturen.
Lees alles over reageren in de gespreksregels.