Als ik Bruils stuk goed lees kan ik toch echt niet anders concluderen dan dat hij het met Wieringa eens is, in grote lijnen. En in Wieringa's stuk lees ik nergens dat hij zichzelf ook niet verantwoordelijk acht voor het teloorgaan van landschap ed. Kan iemand mij uitleggen waarom hij dan moet zwijgen? Een nogal radicale uitspraak.