Hoe langer de wortels van de tarwe, hoe beter de plant tegen droogte kan, dachten onderzoekers van de University of California (Davis).
Uit hun onderzoek blijkt dat de aanwezigheid van het juiste aantal kopieën van een groep genen (OPRIII) de wortelgroei kan stimuleren. Hierdoor kunnen tarweplanten bij water dat dieper in de grond zit.
Aan tarwe is al heel wat geoptimaliseerd om de plant zo productief mogelijk te maken. Toch kunnen verliezen als gevolg van watertekort die andere verbeteringen teniet doen. Door klimaatverandering kunnen er vaker droogtes optreden. Het ontwikkelen van tarwevariëteiten die met minder water toe kunnen, is nodig om een groeiende wereldbevolking te voeden, aldus de onderzoekers.
Het finetunen van de OPRIII genen belooft volgens de onderzoekers een manier om het wortelstelsel van tarwe en andere granen aan te passen en daarmee hun resistentie tegen droogte te verbeteren. Dat hoeft niet per se door middel van genetische modificatie. Onderzoekers kunnen ook op zoek naar variëteiten die van nature al de juiste genencombinaties hebben. Die kunnen ze dan weer doorontwikkelen en beschikbaar stellen aan boeren in droge gebieden.
Lees alles over reageren in de gespreksregels.