Erwtenkrabbetjes komen overal ter wereld voor, als parasieten in bijvoorbeeld mosselen, zakpijpen en zee-egels. De meeste erwtenkrabbetjes die je in mosselen vindt, zijn vrouwtjes. Ze hebben dunne pootjes en een zacht rugschild en zitten 'vast' in hun gastheer, waar ze onopgemerkt hun eitjes kunnen uitbroeden. Mannetjes 'hoppen' van gastheer naar gastheer. Zij kunnen zich verplaatsen door te zwemmen. Fascinerende beestjes, die erwtenkrabbetjes. Tweehonderd jaar literatuur en nieuwe CT-scans geven allerlei inzichten in de meer dan 300 erwtenkrabbetjessoorten. Zo passen ze zich aan aan hun gastheer: bewoners van zeeëgels hebben gevorkte pootjes, om de stekels te kunnen hanteren. Zeekomkommer-erwtenkrabbetjes zijn hariger dan andere soorten en erwtenkrabbetjes die in platte schelpen leven, zijn asymmetrisch met één lange dunne poot.
Lees alles over reageren in de gespreksregels.
