De kwalificatie ‘lokaal’ in Amerikaanse supermarkten verliest zijn glans. Het begon als beweging voor eten uit eigen streek in plaats van wereldwijde toeleveringsketens. 'Lokaal’ suggereert korte ketens en dus minder vervoer, een lagere uitstoot, versere producten, minder verspilling en een betere prijs voor de boer.
Omdat Nederland maar een klein land is, is 'lokaal’ hier van dichterbij dan in de VS. Daar staat tegenover dat in de VS 'lokaal' te veel kan betekenen. Volgens de Amerikaanse Food Tank moeten lokale producten binnen 160 km verbouwd worden. Het Amerikaanse ministerie van landbouw vindt ook voedsel uit dezelfde staat of binnen een straal van 640 km lokaal, een afstand van Amsterdam tot ver onder Parijs en tot hartje Berlijn.
Omdat de term geen duidelijke definitie heeft, verzon elke Amerikaanse supermarktketen z’n eigen begrenzing. 'Lokale eieren' komen in een super in Pennsylvania van een boerderij 250 km verderop, in New Yersey 27 km en in de staat New York telt een boerderij 430 km verderop ook als lokaal.
Het kan nog gekker: soms is een lokaal hoofdkantoor al genoeg. Een bakje plantaardig zuivelalternatief met cashewnoten uit Vietnam of Ivoorkust krijgt bij Whole Foods ook een vermelding 'lokaal'.
Dat ‘lokaal’ voedsel vaak duurder is, maakt het voor veel Amerikanen onbereikbaar en voorbehouden aan de blanke elite. Lokaal is ondertussen niet meer dan een marketing-gimmick, vindt The Guardian.
Lees alles over reageren in de gespreksregels.