Flash VoedselketenAls de aardappelen verdwijnen, verdwijnen ook de fritesfabrieken
Volgens columnist Frank Kalshoven van de Volkskrant stelt de Nederlandse landbouw niet zoveel voor. Dat zei hij na de inmiddels beroemde Toedeloe-uitspraak van boerenvoorman Ger Koopmans (die zichzelf daarmee neerzette als een heuse FDF-er ). De toegevoegde waarde van de Nederlandse landbouw bedraagt volgens Kalshoven niet meer dan 1,5%. Daarmee bedoelt hij dat Koopmans geen kapsones moet hebben, omdat onze landbouw onbelangrijk is als economische factor van belang.
Gisteren reageerde Kalshoven op lezers die opmerkten dat de landbouw volgens landbouweconomen groter is als je het agrofoodcomplex meerekent. Ze rekenen bijvoorbeeld de friet-, toetjes- en kaasfabrieken mee. Dan loopt die toegevoegde waarde opeens op tot bijna 7%. Hoofdredacteur Dick Veerman van Foodlog en landbouweconoom Petra Berkhout schreven dat het aandeel nog groter kan worden als je de toeleverende industrie voor bedrijven die boerenproducten verwerken verder onderzoekt.
Volgens Kalshoven is dat echter onzin. Net zoals het feit dat je staal nodig hebt om een auto te maken geen reden is om de hele auto-industrie en haar toeleveranciers als één waarde uit te drukken, zo zou dat ook niet horen voor voedsel.
Toch vergist hij zich hier minstens een beetje. Friet- en kaasfabrieken staan namelijk waar de aardappelen groeien en de koeien grazen. Dat geldt trouwens ook voor autofabrieken: in landen waar auto's worden gemaakt, staan staalfabrieken. Dat is logisch, want die activiteiten vormen een cluster. Als ergens op grote schaal auto's worden gemaakt, zijn er ook staalfabrieken in de buurt. En als ergens veel aardappelen groeien, dan zijn er ook frietfabrieken. Sterker nog: als de aardappelen verdwijnen, verdwijnen ook die fabrieken. En als de automakers verdwijnen, verdwijnen ook de staalfabrieken. De bekende Amerikaanse bedrijfskundige Michael Porter maakte duidelijk dat zulke clusters een nationale economie een concurrentievoordeel kunnen geven. Porter dichtte zulke voordelen uitgerekend toe aan het Nederlandse voedselcluster. In de denkwereld van 'gewone economen' lijkt dat besef nog te moeten landen. Kalshoven pleit zonder het te weten voor sluiting van de fabrieken waar we óók wereldwijd beroemd om zijn.
de Volkskrant - Landbouw is in economische zin een tamelijk onbeduidende sector in Nederland (2),
11 nov 2024