Omdat boeren doorgaans prijsnemers zijn, hebben hun bedrijven geen goodwill. De overname van een boerenbedrijf is daarom volledig afhankelijk van de balans van de potentiële koper. Die moet na de aankoop nog voldoende eigen vermogen houden om niet onderuit te gaan in slechte jaren.

Behalve voor speculanten in onroerend goed is het boerenbedrijf immers te weinig rendabel voor verschaffers van risicodragend vermogen
Uitgeholde balansen
Boeren die hun bedrijven over willen doen, komen door deze financiële logica in de knel. Hun zonen en dochters hebben zelden eigen geld. Dat betekent dat ze alleen kunnen verkopen aan grotere boeren. De opkopers moeten in goede jaren bovendien zoveel verdienen dat ze hun nieuwe aankopen kunnen aflossen. Lukt hen dat niet, dan komen ook de grote overnemers met zodanig uitgeholde balansen te zitten dat banken een streep zullen trekken.

Niet interessant van verschaffers van risicodragend vermogen
Dat doen banken omdat ze niet het risico willen lopen zelf boer te moeten worden.

Als deze trend klopt voor grondgebonden Nederlandse boerenbedrijven, komt hun financierbaarheid in het gedrang. De nodige ouders moeten immers in de komende 20 jaar hun bedrijven overdragen. Zij kunnen hun zoons en dochters moeilijk hun deel in de erfenis onthouden ten gunste van het kind dat het bedrijf wil voorzetten. Toch dwingt de financieringslogica af dat ze een deel van hun vermogen moeten laten zitten in het bedrijf van de zoon of dochter die het voortzet. Behalve voor speculanten in onroerend goed is het boerenbedrijf immers te weinig rendabel voor verschaffers van risicodragend vermogen.

Vandaar onze stelling:
De financierbaarheid van grondgebonden boerenbedrijven neemt zienderogen af.

Fotocredits: Vader & zoon, Nieuwe Oogst

-- POLL --

De financierbaarheid van grondgebonden boerenbedrijven neemt zienderogen af

Dit artikel afdrukken