Karton is mooi. Een doos is prachtig. Nooit at iemand, eenmaal zindelijk geworden, nog stukjes van een doos. Maar als eetwaar niet bevalt getuigt een mens van zijn afgrijzen door te zeggen dat het naar karton smaakt. Stopverf is ook een woord voor narigheid.

Er is een nieuwe uitdrukking. ‘Het valt me reuze mee’. Opluchting dat het niet vies is. Het wordt gezegd van vormloos materiaal. Zoals het in het luchtleeg gezogen zakje in de winkel ligt (diepvries) verwacht je stopverf die naar nat karton smaakt. Het ziet er vooral zo onaantrekkelijk uit door wat het volgens het etiket wil zijn. Tonijn. Of kip.

Er is wel meer lelijke eetwaar. Maar een selderijknol jaagt je alleen verschrikt de winkel uit als het etiket je wijs wou maken dat het een zwezerik is, maar dan vegetarisch. En dat is de tonijn in het luchtleeg gezogen zakje. Gemaakt van sojabonenpulp.

Nog een uitdrukking van afgrijzen. Junkfood. Truffelculi’s nemen met het woord hoogstpersoonlijk afstand van bruine snacks langs de weg. Maar vegetarische vleeswaren zijn het waarachtige junkfood. De junk is vleeseter die er van af wil. Als knakworst vermomde sojabonen zijn gemaakt voor mensen die aan vlees verslaafd zijn maar het jammer vinden dat het van dieren komt. Tot op wetenschappelijk niveau, Wageningen, wordt geprobeerd structuren en consistenties te maken die mensen in hun mond als vlezig herkennen. Bonen, granen, melk, eieren en zeewier zijn de gevierde grondstoffen. De structuren lukken aardig. Met smaken wil het nog niet vlotten. Maar het ziet er vooral niet uit naar iets wat is om op te eten. Pulp. Je gaat er geen kerstmis mee vieren.

Ik kocht onbegrijpelijk dure proppen vegetarische tonijn in een natuurvoedingswinkel. Ze zien er uit of iemand ze alvast heeft voorgekauwd. Voer dat sommige vogels eerst half verteren om het daarna in de bekjes van hongerige jonkies in het nest te kokhalzen.

Zo een prop laat zich voorzichtig - hij valt makkelijk uit elkaar – tot een dik koekje bakken en lijkt dan op een Noors viskoekje (heerlijk junkfood, viskoekjes in Noorwegen!). Maar dan eentje waar een ingrediënt aan ontbreekt. En toch, serveer hem uit, de visite vindt het reuze meevallen. Gek hoor. Doe je je stinkende best op een appeltaart zonder hulp van Dr. Oetker maar met echte goudreinetten; zeggen je gasten: hij valt reuze mee.

Er wordt in de vegetarische vleeswarenindustrie wel eens gekeken hoe Sinterklaas het doet. Hij maakt van eetbare boetseerklei alles wat je maar wilt. Van bloedworst tot hele marsepeinen varkens. Zo is er in het verleden in een namakerij in Boxtel soja pulp geperst in koteletvormpjes. Het werd niks. Maar gevonden in een Chinese supermarkt. Een hele halve kip. Van soja. De feestdagen kunnen beginnen.

Deze tekst verscheen afgelopen maandagavond in NRC Handelsblad.

Fotocredits: Wouter Klootwijk
Dit artikel afdrukken