De vier meest opvallende passages over de inhoudelijke motivatie van de FDF zijn:

  1. "Zolang de angst zorgt dat ik de dag erna met die man in gesprek kom, dan is die angst oké, hij is functioneel. Iedereen stelt FDF ter discussie: moet het zo? De boer had LTO als belangrijke club. Sturen nette brieven hoor. Polderen dertig jaar mee. Zij liepen tegen een muur op. Zij zeggen ook: met de FDF erbij zitten we weer aan tafel bij de overheid. En dan roept Rutte wel: mensen kunnen enkel op democratische wijze invloed uitoefenen, wij van de politiek laten ons daarbuiten niet intimideren. De werkelijkheid? Je moet eerst snoeihard met je vuist op tafel slaan, voor Den Haag jou serieus neemt. Dan zeg je daarna: ja sorry, had iets minder hard gekund. Alleen met democratische methodes komen wij boeren er niet meer.’’

  2. "Via stemrecht krijg je Ruttes democratische invloed, zegt hij. Maar het voedselsysteem kent lage marges waardoor de schaalvergroting aangejakkerd werd. Er ontstonden minder boeren die het voedsel gingen vervaardigen in Nederland. Vijftig jaar terug waren er grofweg 400.000 boeren in Nederland. Als we destijds op één partij stemden, hadden we veel invloed. Nu hebben we 50.000 boeren. Via stemrecht invloed uitoefenen is daarmee over voor de boer, we zijn met te weinig.’’
    Schouten wil naar een Ot en Sien-landbouw toe. Kringlooplandbouw, lekker kleinschalig. Prima. Als ik morgen 25 koeien kan melken en mijn geld kan verdienen, mooi! Maar dan moet die melk 2 euro per liter worden. Dat gaat nooit gebeuren. We zeggen: we hebben vrijemarkteconomie voor de boeren. Echter, binnen de markt moeten wij qua prijs alles accepteren. De zuivelbedrijven zijn bijna monopolisten en bepalen de prijs. Een alternatieve afnemer is er niet. Dan wordt het slikken of stikken. De enige manier waarop wij dan nog ons inkomen kunnen sturen – vermeerderen – is volume draaien. Meer liters melk is meer omzet. Daar komen al die grotere boerenbedrijven van. Maar nu, in Nederland 2020, kan de boer niet meer groeien. De ruimte is op. Dus dit systeem is verrot geworden voor de boer.’’

  3. "De boerenprijzen moeten gewoon omhoog. Jij en ik weten: er zijn in dit land veel mensen die moeite hebben om hun voedsel te betalen, juist dat maakt de discussie lastig. We moeten ons boerenvoedsel voor iedereen betaalbaar houden. We zeggen een vrijemarkteconomie te willen voor de boer, ik denk dat dat niet kan. Als de Nederlandse boer zegt: mijn melk moet 45 cent opbrengen, maar de boer in Duitsland zegt: hij kost hier 37 cent per liter… Ja, dan rijden de vrachtwagens naar Duitsland.’’

  4. "Nederland wil vrijhandel, maar voor de landbouw moeten we toch naar protectionisme toe, vrees ik."

Die laatste opmerking is spannend. Nederland exporteert het leeuwendeel van zijn productie. Veel van die export blijft in Europa en gaat voor een belangrijk deel naar Duitsland. De interviewer vergat helaas door te vragen hoe de FDF de relatie tussen Nederlandse en Duitse boeren ziet.

In de jaren '30 ontwikkelde de veelgenoemde na-oorlogse landbouwminister en Eurocommissaris Sicco Mansholt zijn ideeën voor de Nederlandse landbouw die hij wilde reguleren in samenhang met de Duitse productie- en afnemersmarkt. Nederland zag hij agrarisch-economisch de facto als een deelstaat van Duitsland. Na WO II moest hij die gedachte anders formuleren omdat er een smet op rustte vanwege het oordeel van heel Europa over Hitler-Duitsland. Het Europese landbouwbeleid zag hij achteraf als een ecologisch fiasco omdat zijn reguleringsgedachten het onderspit hadden moeten delven in de liberale economie die zich zowel binnen als buiten de Unie ontwikkelde. Daardoor ontstond de prijsdruk die boeren dwingt meer voor minder te produceren. Dat is goed voor de consument en de rest van de economie (er blijft immers meer geld over voor non-food consumptie), maar slecht voor de boer in Nederland die nu eenmaal een hoge kostprijs heeft en daarom gedurende inmiddels ruim 50 jaar altijd net wat meer druk op het natuurlijke systeem heeft moeten zetten dan we zouden willen om zijn boerderij economisch rond te kunnen rekenen.
Dit artikel afdrukken