In een beschouwing over Fake valt te lezen: De actuele erfgoedwaarheid is steeds fake, in die zin dat ze geen eeuwigheidswaarde kan hebben, zelfs niet wil hebben, maar juist haar tijdelijkheid en voorwaardelijkheid mee thematiseert en tracht in beeld te brengen. Het is in die optiek dat Barbara Kirshenblatt-Gimblett elke vorm van erfgoed – ook het gematerialiseerde en zelfs het onroerende – als een (soms heel traag verlopende) gebeurtenis definieert. Hoe laten wij vandaag en in Vlaanderen een zakhorloge of een Van der Weyden of een begijnhof of een urban legend gebeuren?
Fake is dus gedefinieerd als de echte gebeurtenis die je nu meemaakt. Vraag: is yoghurt met bosvruchten die nooit een bosvrucht hebben gezien een echte ervaring of een gestolen emotie?
Dezelfde vraag voor:
- Jaap Karsten die nooit een koksmuts draagt maar er wel mee op een blik Gijs-ragout verschijnt
- Piccolini fake worstjes met hun prachtige zuiphumor die een Ollander niet eens begrijpt en Serrano salami die twee hoofdstukken eetgeschiedenis episch verdicht tot een eigentijds 'authentiek' worstje
- SlowFood's Osschenworst en aan de geschiedenis ontrukte Messenklever of Boeren Goudse Oplegkaas
Nee, die vragen zijn niet triviaal. Het gaat erom of je een echte Fake ervaring krijgt voorgezet of een nepper. Die laatste is zielloos en gemeen want hij brengt niets tot leven maar neemt onze emoties bewust in het ootje.
Op 31 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Ik grijp graag naar oudere processen om mijn oordeel te ijken.
Men verandert processen om allerlei redenen, vaak omdat materialen veranderen, ingrediënten niet meer voorradig (of toegelaten) zijn, maar heel vaak om sneller of goedkoper te kunnen werken, met verlies van bepaalde cruciale eigenschappen en kwaliteiten.
Ik las ooit in een écht (Nederlands) schoolboek voor leerling-koks dat een truite au bleu een forel is die opgebonden wordt tussen kop en staart en zo gepocheerd in azijnwater. Alsof het een(gekrulde) serveertip betrof. Niks over kleur! Wie dat zo op school leest en leert gelooft dus écht dat dit de definitie van truite au bleu is, ipv gemaakt met (bijna) levende forel.
Nu en dan moet je terug naar de bron om te weten waar het oorspronkelijk over moest gaan.
Nou gaat het weer over vleeswaren, en dan is een klassieke moderne bereiding wellicht een goede optie: klassiek roken met minder zout. Ik bedoelde meer dat je wat mij betreft geen middeleeuwse bereidingswijze voor oude koolrassen hoeft te handhaven, leuk voor af en toe, maar wij mogen en kunnen kiezen hoe we iets bereiden, dat is een luxe die ik niet graag zou afstaan.
In een halve eeuw is het zoutgebruik in vleeswaren in Nederland het algemeen met meer dan 25 procent verminderd. Hygienischer werken maakte het mogelijk.
Rookinstallaties van slagers verschillen niet met die van de industrie. Ze zijn volmaakt onder controle te houden (temperatuur en tijd). De rook komt meestal van een rookgenerator waarin houtmot wordt gesmeuld. De samenstelling van de houtmot is een van de 'geheimen' van de slager en ook in de industrie kunnen ze er geheimzinnig over doen. Of vleeswaren en vis goed gerookt worden hangt af van vakmanschap. De industrie zou er zonder een paar vakmensen over de vloer niet veel van bakken.
Er zijn slagers die niet roken maar rookwater vernevelen, net zoals dat soms in de industrie gebeurt. Het zwarte sterk ruikende rookwater is gemaakt van echte rook. Ik vind makrelen die in rooknevel hebben gehangen niet zo lekker. Nevelrookworst ook niet.
@Jurgen. Liever eerlijk zout dan minder zout en allerlei ongrijpbare conserveringsmiddelen in de worst die je wel binnenkrijgt maar waarvan je niet weet wat het je 'systeem' aandoet. Het heeft niets met romantiek te maken.
Ik geloof gewoon in eerlijk mensenwerk, verstand van zaken en het plezier van een slager om een worst goed te roken zodat hij een optimaal product verkoopt waar hij trots op kan zijn. Als je moeite doet voor iets, kun je maar beter zorgen dat het resultaat zo goed mogelijk is binnen je mogelijkheden. Anders gaat het knagen....
Ik denk dat de Vlamingen het heel goed begrepen hebben: vanuit welke houding presenteer je/maak je iets? Om iemand in het ootje te nemen of om 'm te laten delen in iets waar je als maker/presentator achter staat.
Florine, de beste rookworst die ik ooit proefde wordt gemaakt in een fabriek die geleid wordt door een man die weet wat worst maken is. Het gebeurt helemaal machinaal, er wordt echt gerookt, want dat geeft de lekkerste smaak. Toen ik vroeg of het lekkerder zou zijn als hij die worst met hand zou maken (dat kan hij uitstekend), keek'ie me meewarig aan. Nee dus. De kneedtechniek die bepalend is voor het vasthouden van de vleessappen is echt alleen besteed aan hoogwaardige machines. Heel geavanceerde zelfs, die een ambachtelijke grachtenslager niet kan aanschaffen tenzij hij een worstenfabriek wil beginnen.
Ik meen dat ook Diny Schouten de zegeningen van de kneedmachine heeft ontdekt.
Uit de fabriek van 'mijn' grootslager komt geen rommel. Dat wil hij niet. Hij maakt een toprookworst. Veluws of ambachtelijk? Nee, een echte topworst. Z'n ziel en zaligheid zitten erin. Al weer lang geleden hadden we het hier over de betekenis van eerlijke arbeid. Vlamingen begrijpen klaarblijkelijk beter dan Nederlanders dat het gaat om wat je wilt en minder om wat of hoe je dat precies doet. Het beste willen en dat met de beste technieken voor mekaar krijgen is natuurlijk top. Snapt Nederland dat niet?