Veerle Van linden, senior onderzoekster Duurzaamheid van Landbouwproductieprocessen bij ILVO, het Vlaamse onderzoeksinstituut voor de landbouw en voedselverwerkende industrie, spreekt van een “onderbouwd onderzoek”, maar de vergelijking is oneerlijk volgens haar. “Bij de veehouderij heeft Greenpeace de indirecte uitstoot van industriële processen en energieproductie die ingezet zijn bij de dierlijk productie alsook de uitstoot bij de teelt van soja in Zuid-Amerika, meegenomen. Dit heeft het niet gedaan bij het personenverkeer. Daar heeft men alleen de uitstoot in Europa geteld en niet de uitstoot die bij de productie van bijvoorbeeld auto’s vrijkomt. Daardoor worden er eigenlijk appels met peren vergeleken.”
In het onderzoek van Greenpeace worden appels met peren vergelekenJan Peter Lesschen van de Wageningen Universiteit & Research (WUR) sluit zich hierbij aan. De senior onderzoeker Bodem en Landgebruik vindt de Levenscyclusanalyse (LCA) net als Van linden een goede benadering. Dat is de methode waarbij de complete levensloop van een product, van grondstofwinning tot afvalverwerking, wordt meegenomen in de berekening van de milieuprestatie. De meest volledige methode. “Maar voor een eerlijke vergelijking zou Greenpeace dan ook de LCA het voor verkeer moeten gebruiken”, merkt hij op.
Europese uitstoot
Om tot een eerlijke vergelijking te komen, maken beide onderzoekers voor ons een vlugge berekening op basis van de database van Europees Milieuagentschap (EEA), de organisatie waar de Europese lidstaten hun nationale uitstoot per sector aangeven. De Zuid-Amerikaanse uitstoot die aan de productie van sojaschroot wordt toegerekend, is hierin dus niet meegenomen. En deze heeft een aanzienlijk aandeel in de LCA-benadering.
Als we kijken naar de uitstoot in Europa alleen, komt Lesschen voor de gehele landbouw uit op een totale emissie van 435 Mton CO2-equivalenten. Ruim de helft hiervan is afkomstig van de methaanuitstoot van herkauwers en de mestopslag van varkens en rundvee. Daarnaast vindt er ook emissie plaats bij de teelt van voergewassen, wat de belangrijkste akkerbouwgewassen zijn. “Hier bovenop komt nog een deel energie-emissies op de boerderij zelf. Dit is niet uit de statistiek af te leiden, maar deze schat ik op 50 Mton”, vult Lesschen aan. Hij komt al met al op een uitstoot van 485 Mton CO2-equivalenten voor de Europese landbouw in zijn geheel.
ILVO-onderzoekster Van linden komt tot een soortgelijke berekening, maar benadrukt dat dit een uiterste bovengrens is. Het gerapporteerde cijfer voor emissies uit landbouwbodems maakt geen onderscheid tussen akkerland voor veevoederproductie of akkerland met productie voor menselijke consumptie. Bijgevolg is de zo berekende uitstoot in de landbouw niet volledig toe te schrijven aan de dierlijke productie.
Conclusie Greenpeace onjuist
Op basis van de berekeningen van ‘onze’ onderzoekers komen we uit op een aandeel van de landbouw in de totale Europese broeikasgasuitstoot (4226 Mton CO2-equivalenten volgens Greenpeace) van 11,5 procent. Het autoverkeer neemt daarentegen 15,5 procent van de Europese uitstoot voor haar rekening. Op basis hiervan kunnen we stellen dat de stelling van Greenpeace niet waar is. Het zijn de personenauto’s en bestelbussen die meer broeikasgassen uitstoten.
Aandeel in de totale Europese broeikasgasuitstoot van landbouw (l) en autoverkeer (r)
Deze conclusie lijkt bevestigd te worden door de Belgische cijfers. De Vlaamse Milieumaatschappij, die de EEA van statistiek voorziet voor de Vlaamse situatie, laat ons weten dat de broeikasgasemissie van landbouw in Vlaanderen 7,6 Mton CO2-equivalenten bedraagt, oftewel 9,8 procent van de totale broeikasgasemissie in Vlaanderen. Veeteelt stoot de meeste broeikasgassen uit, maar ligt mogelijk onder de 9 procent. Het personenverkeer genereert daarentegen 10,3 Mton CO2-equivalenten oftewel 13,4 procent van de totale broeikasgas-uitstoot in Vlaanderen.
Toch mag de Vlaamse situatie niet als spiegelbeeld van Europa gezien worden. Experts wijzen erop dat de verhouding in andere Europese gebieden radicaal anders kan liggen. Vlaanderen kent een relatief lage uitstoot van broeikasgassen per liter melk als we alleen naar het rundvee kijken, maar heeft daarentegen verhoudingsgewijs wel een grote veestapel.
Mondiale uitstoot
Als we de Europese uitstoot loslaten en kijken en naar de mondiale situatie, dan nemen landbouw, visserij en bosbouw 18,4 procent voor hun rekening (Gegevens van Ourworldindata voor 2016 op basis van data van ClimateWatch en de World Resource Institute). Van linden vertelt dat de ontbossing in Zuid-Amerika om akkerbouw voor sojateelt te creëren, relatief een groot aandeel in de broeikasgas statistieken heeft. “Oerwoud neemt veel koolstof op en bij verbranding komt dit allemaal vrij.”
Jan Peter Lesschen, die zich in grove lijnen kan vinden in de LCA berekeningen van Greenpeace, benadrukt dat er behoorlijk wat discussie bestaat over hoeveel van de emissie die vrijkomt bij ontbossing aan de landbouwsector toegerekend kan worden. “Het totaal is misschien iets minder, maar wel ongeveer in de orde grootte die Greenpeace noemt”, oordeelt hij over het totaalcijfer.
Uiteindelijk zijn het de mensen die door te consumeren de uitstoot veroorzaken. De veehouderij bestaat niet voor zichzelf maar voor de voedselproductieEen andere specialist die wij over dit onderwerp spraken, sluit zich hier bij aan. “De ketenaanpak is complex en geeft altijd stof tot discussie”, aldus Frits van der Schans van het Nederlandse Centrum voor Landbouw en Milieu (CLM). “Wat reken je allemaal tot de indirecte uitstoot van de dierhouderij? De productie van veevoer wordt algemeen meegerekend, maar wat doe je met de stal waar de dieren in staan. Moet je de bouw en de productie van de bouwmaterialen ook meerekenen? En als je naar de supermarkt rijdt om melk en vlees te halen, hoort dit bij de keten van veeteelt of niet?
De Nederlander stelt dat de studie over broeikasgasemissies aan constante verandering onderhevig is. “Bij de berekening van broeikasgasemissie wordt er gewerkt met CO2-equivalenten, waarbij methaan en lachgas met een factor van respectievelijk 25 en 300 vermenigvuldigd worden omdat zij meer impact hebben dan CO2. Deze vermenigvuldigingsfactor verandert elke paar jaar doordat men tot nieuwe inzichten komt”, geeft hij als voorbeeld.
Om terug te komen op onze factcheck: Is de Europese veeteelt slechter voor klimaat dan alle auto’s tezamen? “De vergelijking is niet eerlijk”, zeggen onze experts. En een grove berekening laat zien dat het tegenovergestelde waarschijnlijker is. Voor Van der Schans is de vergelijking eigenlijk ook helemaal niet zo relevant. “Uiteindelijk zijn het de mensen die door te consumeren de uitstoot veroorzaken”, zegt hij. “De veehouderij bestaat niet voor zichzelf maar voor de voedselproductie”, besluit hij.
Dit artikel verscheen op 26 oktober op Vilt.be.
Op 30 december krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
#5 "Ik heb een bang vermoeden dat de partij die een halvering van de autokilometers in zijn verkiezingsprogram opneemt geen hoge ogen gaat gooien bij de verkiezingen."
Ik heb ook een bang vermoeden dat Greenpeace geen hoge ogen gooit in de verkiezing van Wakker Dier als grootste liegebeest.
#22 Jan Dijkstra: Bedankt voor de correctie en aanvulling!
Ellen, GWP* geeft inderdaad een beter beeld dan GWP voor broeikasgassen met korte levensduur. Dat heeft 2 aspekten. Aan de ene kant is GWP* in staat om de vermindering van verdere opwarming te kwantificeren als methaan emissies dalen; aan de andere kant kwantificeert GWP* op een betere manier de snelle extra opwarming bij stijgende methaan emissies. De Oxford groep die GWP* introduceerde, laat dat duidelijk zien.
Een levensduur van 12 jaar wil niet zeggen dat na 12 jaar alle methaan verdwenen is. Na 12 jaar is nog altijd 35% van het methaan uitgestoten in jaar 0 aanwezig; na 35 jaar is er nog 5% aanwezig, enzovoort. Dit aspect, samen met de bufferende werking qua warmte opname/afgifte van oceanen, zorgt er voor dat methaan decennia lang effect heeft.
Om verdere opwarming van aarde te voorkomen, moet methaanemissie jaarlijks 0,3% dalen. Daalt methaanemissie sneller, dan verloopt de snellere opwarming aarde wat trager. Het is niet dat er 'afkoeling' optreedt. De temperatuur stijgt minder snel (er is 'afkoeling' ten opzichte van de temperatuurstijging als methaan niet zou dalen). Maar er is geen letterlijke afkoeling. Daarvoor heeft methaan een te kleine impact. Belangrijkste qua tegengaan verdere opwarming blijft fossiele energie. Dat moet terug naar vrijwel nul, om geen verdere opwarming te krijgen.
Het verschil in GWP van 28 vs 34 is niet gerelateerd aan biogene versus fossiele methaan. Het getal 28 is zonder, en 34 is met koolstof feedback. Methaan heeft naast het directe effect ook een indirect effect gerelateerd aan veranderingen in koolstofopslag die gepaard gaan met veranderingen in klimaat. Dat laatste is complex. IPCC zegt dan ook dat de onzekerheid daarover nogal groot is.
John, de CO2 uit de korte kringloop wordt niet meegerekend in broeikasgasemissies van menselijke oorsprong. Die extra gewasgroei (dus opname CO2) vanwege mest, wordt door het dier weer opgegeten en komt weer vrij als CO2. Is er minder vee en minder mest, dan wordt er minder CO2 geproduceerd door dieren en tegelijkertijd komt minder CO2 via fotosynthese in gewas. De cirkel is rond. Alleen het (tijdelijk) omzetten van CO2 naar CH4 door dier, en CH4 weer terug naar CO2 in atmosfeer, is hier van belang.
Frits van der Schans, helaas, dat verschil in GWP van biogene en niet-biogene methaan is klein. GWP wordt uitgedrukt ten opzichte van CO2; CO2 krijgt arbitrair de waarde 1. Het enige verschil tussen biogene en niet-biogene methaan is de herkomst van CO2 dat uiteindelijk ontstaat, en daarmee of dat niet (korte C cyclus) of wel (lange C cyclus) wordt meegeteld. De GWP over 100 jaar is 28 (biogene methaan) en 30 (niet-biogene methaan).
Stelling twee er komt vee, minder mest en minder gewasgroei. De co2 die na afbraak van de methaan ontstaat wordt niet meer opgenomen. Wat is dan de winst van minder veehouden? De cyclus gewasgroei koe methaan co2 gewasgroei wordt immers doorbroken. Ligt de biogene ch4 waarde zoveel hoger dan verwacht omdat de cyclus niet rond gerekend wordt?