In totaal exporteerde ons land voor €60 miljard aan goederen en diensten naar het Verenigd Koninkrijk, 4% meer dan in 2017. Na aftrek van kosten (voor geïmporteerde grondstoffen, tussenproducten, halffabrikaten en import ten behoeve van wederuitvoer) leverde de export van goederen ons land €12,4 miljard op, de export van diensten €13,1 miljard. In totaal dus €25,5 miljard, ofwel 3,3% van het Nederlandse bbp (bruto binnenlands product). Toch wierp de aankomende brexit zijn schaduw vooruit: de export naar andere landen groeide harder dan die naar Groot-Brittannië. Volgens Alexandra Dumitru van Raboresearch gaat de 'echte klap' van de brexit pas over een paar jaar vallen: over 4 jaar als Groot-Brittannië met een deal na de transitieperiode uit de EU stapt. Of eerder, als het tot een harde brexit komt.

Aan goederen exporteert Nederland aardolieproducten, groenten, vlees en bloemen naar Groot-Brittannië. De goederen van Nederlandse makelij - onze land- en tuinbouwproducten - leverden ons land 3 keer meer op dan de wederuitvoer (goederen die ons land alleen passeren). Bij diensten moet je denken aan zakelijke diensten, computer- en informatiediensten en vervoersdiensten.

Volgens het CBS halen "de 10 meest aan het Verenigd Koninkrijk verdienende bedrijfstaken een relatief groot deel van hun totale toegevoegde waarde uit de handel met het Verenigd Koninkrijk." Opslag en dienstverlening voor vervoer en landbouw halen respectievelijk 9,7% en 8,0% van hun toegevoegde waarde uit de export naar Groot-Brittannië. Gemiddeld is dat voor alle bedrijfstakken 3,6%.

Duitsland was in 2018 met afstand de belangrijkste handelspartner. Nederland verdiende €49,6 miljard aan de export naar Duitsland. België kwam op de derde plaats met €23,5 miljard.
Dit artikel afdrukken