Afgelopen week was er veel aandacht voor invasieve exoten. Gebruikelijk is dat tijdens deze week de organisatoren vooral aandacht vragen voor de problemen die de invasieve soorten veroorzaken. Zo kan de Japanse duizendknoop dwars door beton en asfalt heen groeien. Er is al van alles geprobeerd om van de woekerplant af te komen: injecteren, wieden, elektrocuteren, maar niets helpt. Andere exoten, zoals de Amerikaanse rivierkreeft, verdringen soorten en verstoren het ecosysteem.

De Japanse oester heeft de afgelopen jaren een ontwikkeling doorgemaakt van invasieve vreemdeling naar omarmde biodiversiteits-kweker
Uitzondering
Een uitzondering is de Japanse oester in de Waddenzee. De Japanse oester werd in de jaren '60 vanuit Japan naar Zeeland gebracht toen de Nederlandse platte oester het moeilijk had. De Japanse oester heeft de afgelopen jaren een ontwikkeling doorgemaakt van invasieve vreemdeling naar omarmde biodiversiteits-kweker.

“De Waddenzee is relatief soortenarm, met heel veel dynamiek door wind, stroming en getij en een bodem van vooral zand en slib," legt marien ecoloog David Thieltges uit in Nature Today. Bovendien is de Waddenzee geologisch gezien relatief jong. "Dan is het dus normaal dat er minder diversiteit is en veel instroom met soorten van buiten.” Met de opwarming van het zeewater en de klimaatverandering doen de exoten het vaak ook nog eens relatief beter.

De Japanse oester heeft in de Waddenzee inmiddels grote riffen gevormd. Die zorgen voor een basis waar veel andere organismen van profiteren. Daar vinden tussen de oesterriffen mossels, anemonen, zakpijpen, kleine visjes en kleine zeesterren onderdak.

“De Japanse oester kwam eigenlijk in een tijd naar Nederland toen de platte oester al bijna uitgestorven was en daarmee ook de biodiversiteit achteruitging”, vertelt waddengids en natuurjournalist Sebastiaan Grosscurt. “Het succes van de Japanse oester komt omdat hij minder natuurlijke vijanden heeft. Door zijn harde schelp kan de scholekster (die in het Engels geheel toepasselijk oystercatcher heet) er niet meer bij. Daarnaast plant de Japanse oester zich sneller voort omdat hij minder afhankelijk is van de watertemperatuur. Bovendien vestigt de Japanse oester zich op een harde ondergrond, terwijl de platte oester zich vestigt op een zandbank. De Japanse oester heeft daardoor een stuk minder last van bodemberoerende visserij.”

3-D printen
Die rifstructuren van de oesters zijn overigens ook al kunstmatig nagemaakt met 3D-printers. “Zandkokerwormen leven in een koker in het zand. Een paar van deze kokers naast elkaar vormen een ideale plek waar een (platte) oesterlarve zich kan vestigen zonder weggedreven te worden met het getij. Zo vormt zich een oesterrif. Ook de kokertjes van de zandkokerwormen kunnen worden nagemaakt met 3D-printers”, legt Grosscurt uit.

Zie het succes van de Japanse oester niet als een pleidooi om maar ongeremd planten en dieren van elders binnen te halen, benadrukken de onderzoekers van de studie in de Waddenzee. De introductie van nieuwe soorten is altijd risicovol. In de Waddenzee pakte het goed uit.
Dit artikel afdrukken