In het verlengde van haar optreden in Zomergasten, laat Hertzberger nu de “evolutie” aan de beurt komen. Volgens haar wordt de evolutie door wetenschappers gebruikt “als excuus” (1). De stukken hierover in de Lancet heeft ze of niet goed gelezen, niet goed begrepen of beide. Op basis van Hertzbergers argument dat “onze cultuur zo’n sterke invloed is dat moeilijk is om gedrag evolutionair te verklaren laat staan voorspellen”, leggen Wells et al. (2) juist uit dat de bestudering van onze evolutionaire achtergrond ons die mogelijkheid wel geeft. "A key benefit of evolutionary approaches is the availability of solid overarching theory", zeggen ze dan ook. Aan het eind van hun artikel geven ze zelfs een voorbeeld van de manier waarop deze benadering de Volksgezondheid een eind vooruit kan helpen.
Proximaal versus evolutionair
Eenzelfde gebrek aan nuance zit in Hertzbergers woorden dat “Evolutie vooral verheldert waarom we ziek worden, maar dat er maar weinig oplossingen uit voort komen”. Blijkbaar heeft Hertzberger een dermate goed inzicht in de materie om de kwantificering “maar weinig” te durven lanceren. Je vraagt je af welke “weinige” oplossingen waar de Evolutionaire Geneeskunde aan kan bijdragen, ze heeft bekeken om tot dat oordeel te komen. Wells et al. (1) laten zien dat het doel van evolutionair denkende gezondheidswetenschappers het opstellen van testbare hypothesen is; die moeten vervolgens getest worden en blijken dan wel of niet bij te dragen. "Evolutionary theory generates testable hypotheses regarding how organisms should respond to environmental stimuli, and these hypotheses are widely supported in diverse species, including humans."
Wie zo leert kijken naar de wereld van voeding en ziekte, ontdekt wellicht dat het Paleodieet van de populaire pers iets anders is dan PaleovoedingDe kracht van zulke hypotheses is dat ze zich niet op een mechanisme baseren, zoals de huidige geneeskunde en voedingswetenschap dat vooral doen. Het is de proximale versus de evolutionaire invalshoek. Het proximale perspectief probeert een mechanisme te begrijpen zoals het vandaag functioneert. Vanuit evolutionair perspectief is het van belang om te begrijpen hoe dat mechanisme zich ontwikkeld heeft en verklaart waarom het functioneert zoals het dat nu doet. Wie de waarde van de inzichten die dat oplevert inziet, begrijpt dat we mogelijk veel kunnen leren van wat we vroeger hebben gegeten. Met andere woorden: op welke samenstelling we zijn geëvolueerd, zonder in detail te weten wat de samenstellende componenten en gehaltes precies zijn. We kunnen testen of dat een gezondheidswinst oplevert, zoals dat reeds met succes is gedaan. Het woord voeding is dus niet bedoeld als “dieet", maar helaas heeft Hertzberger mijn verwijzing naar het verschil tussen “dieet” en “voeding” niet gevat.
Het is weinig constructief om van beelden in de populaire pers een stroman te maken, om daarmee de bedoelingen van serieuze wetenschappers te ridiculiseren. Doet Hertzberger het bewust of is het gebrek aan inzicht? Serveert Hertzberger met haar manier van redeneren ook het derde artikel (over haar eigen vak) in de Lancet reeks (4) af?
We hebben het over serieuze zaken en ziektes. Het is ongepast om daar bot of ondeskundig mee om te springen. Ik ga hier niet nogmaals proberen uit te leggen dat de kracht zit in het appreciëren van een systeem met honderden stofjes met tig interacties. Een kracht die staat tegenover de huidige reductionistische benadering, die daarmee overigens bepaald niet heeft afgedaan.
Grootmoederhypothese
Aan het slot van haar column wijst Hertzberger erop dat de evolutietheorie maar weinig te bieden heeft aan minder “fitte” mensen zoals ouderen “Aangezien evolutie vooral op nageslacht is gericht, zijn onze levens evolutionair gezien eigenlijk voltooid zodra het nestje leeg is en het kroost gevlogen”. Spitsvondig! Alsof daar nog nooit over is nagedacht. Dat ouderen in een sociale omgeving vroeger bijdroegen aan het overleven van hun nageslacht zodat hun eigen genen meer kans kregen om te worden doorgegeven, komt blijkbaar niet op. Daarvoor is het handig om inzicht te hebben in de materie. Denk bijvoorbeeld eens na over de vraag waarom, in tegenstelling tot de chimpansee, de vrouwelijke homo sapiens onder traditioneel levende volken nog tot een maximum van 20 jaar na de menopauze leeft. Of lees eens iets over wat serieuze wetenschappers nog meer te melden hebben over de grootmoederhypothese. Als je naar de overlevingscurves kijkt van chimpansee-vrouwtjes in het wild dan sterft de laatste op ongeveer 50 jarige leeftijd. Ze is tot de dag van haar dood fertiel. Het enige dat haar weerhoudt van het krijgen van kinderen is haar gezondheid.
De vrouwelijke homo sapiens gaat met 50 jaar de menopauze in. In traditionele samenlevingen is dat net zo en de laatste sterft 20 jaar later op 70 jaar. Het suggereert dat oma, evolutionair gezien, waarde heeft na de reproductieve leeftijd. Vraag is wat de toegevoegde waarde van de man dan is. Ook daarover bestaan, overigens verschillende, gedachten.
Wie zo leert kijken naar - en denken over - de wereld van voeding en ziekte, ontdekt wellicht dat het Paleodieet van de populaire pers iets anders is dan Paleovoeding. Gelukkig begrijpen serieuze voedingswetenschappers zoals Jaap Seidell dat wel (5).
1. Evolutie als excuus. NRC 12 augustus 2017.
2. Evolutionary public health 1. Evolutionary public health: introducing the concept. JCK Wells, RM Nesse, R Sear, RA Johnstone, SC Stearns. Lancet 2017;390:500–09
3. Ahrens S. Opening (and Swallowing) A Can of Worms to Treat My Crohn's Disease. Am J Gastroenterol. 2016;111:918-20
4. Evolutionary public health 3. Evolution, human-microbe interactions, and life history plasticity. G Rook, F Bäckhed, BR Levin, MJ McFall-Ngai, AR McLean. Lancet 2017;390:521–30.
5. Wordt paleo terecht weggezet als iets van voedselgekkies Parool 10 augustus 2017.
NB. Waarom reageer ik op Foodlog en niet in de NRC? Omdat deze eens objectieve krant reeds diverse malen mijn reacties straal heeft genegeerd.
Op 11 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Ik ben het wel met Jaap Seidell eens, want als ik zo eens in de karretjes van de mensen voor me in de rij bij de kassa kijk dan schrik ik soms behoorlijk. Naast al het kant en klare, zeer bewerkte, voedsel zie ik soms enkel een komkommer of een zak appels in zo’n karretje.
Het is niet helemaal theater (ik heb beide stukken kunnen lezen), Dick. Het geeft wel aan hoe ingewikkeld het is. Misschien niet eens de materie, maar de intenties, de ego's, de belangen van de mensen die zich er 'professioneel' mee bezighouden.
Haar conclusie vind ik wel weer erg aardig, haar column spits zich een beetje toe op het onderwerp vrije wil: Uiteindelijk bestaat er namelijk wel degelijk een eigen wil, maar dan moet je er wel in geloven.
En dan komen we weer bij Sloterdijk: En je moet hem oefenen :-)
Dan ook deze van dit weekend, Rosanne heeft spijt van dat gesprek schreef ze in de NRC (helaas ook betaalmuur).
Waarom? Omdat, zegt ze met zoveel woorden, feiten mensen niet in beweging brengen en mensen die doen dromen wel. Ze voert ook Jaap Seidell op die nog even langskwam en natuurlijk duidelijk maakte dat niet de feiten over eten, maar het alomtegenwoordige aanbod ons moddervet maakt. Ze hoopt maar dat het publiek Jaap niet hoort, omdat het dan toch nog gaat geloven dat het zelf wat gezonder kan gaan eten volgens de principes van Verburgh.
Wat moeten we daar nou toch allemaal van vinden?
Ik kan het eerlijk gezegd alleen nog maar theater vinden. Vermaak voor de schijndenkende massa.
Te mooi om te missen: een alleraardigst gesprek tussen Hertzberger, Katan en Verburg in HP/DeTijd. Een duel tussen de rekkelijken en de preciezen. Achter een betaalmuur.
#30 Rosanne, overigens ook collega microbioloog, columnist en schrijver, ik vind het vrij logisch dat lactobacillen dominant zijn. Zij kunnen veel beter tegen de lage pH en kunnen snel glycogeen afbreken en omzetten tot melkzuur en zo andere bacteriën, die eiwitten afbreken, minder kans geven. Ik heb in een ver verleden onderzoek (1984-1988) gedaan aan anaerobe consortia van bacteriën uit de mond. Vergelijkbare specialisten zijn bifidobacteriën, ik heb laten zien dat zij heel snel de oligosaccharides van bijv IgG kunnen afsplitsen en omzetten in melkzuur, waarbij een zeer sterke pH-daling naast uitschakeling van de afweer plaats vindt. Evolutionair gezien is het misschien nog interessant dat bij oudere mensen een verschuiving in de glycosylering van hun eiwitten (o.a. de mucines in het maagdarmkanaal) plaats vindt, waarbij je voor andere consortia gaat selecteren met mogelijk een andere immunogeniteit. Dat laatste zou een (deel)verklaring voor de vermindering van de afweer kunnen bieden. Ouderen zoals ik wellicht zijn evolutionair nog wel nuttig, omdat ze je verbinden met het verleden en het kan goed zijn om te kijken wat er in het verleden gebeurd is, neem het bestuderen van mijn onderzoek uit 1989 waarmee de ramp met Winclove, die dus (dodelijke) bifidobacteriën tegen pancreatitis hadden ingezet, 20 jaar later gewoon was voorkomen.