De Europese boerenorganisatie Copa-Cogeca heeft het Europese wolvenplatform de rug toegekeerd. Dit platform werd in juni 2014 in het leven geroepen door de Europese Commissie. In het EU Platform on Coexistence between People and Large Carnivores zouden boeren, natuurbeschermers, jagers, landeigenaren en wetenschappers ideeën, kennis en best practices uitwisselen over hoe het land te delen met grote vleeseters als wolven en beren.

'Wie is er bang voor de grote wolf?'
In Nederland ontstond anderhalf jaar geleden opgetogenheid bij de vondst van een (dode) wolf bij Luttelgeest - 'de wolf is terug!', klonk het opgewonden - ook al bleek het later een kadaver uit Duitsland dat daar door grappenmakers moet zijn neergelegd. Sinds juni 2014 zijn cameravallen geïnstalleerd bij de grens met Duitsland om de eerste 'grensoverschrijdingen' vast te leggen. Nederlandse boeren en hun collega's in andere landen zien de eventuele komst van de wolf echter met afgrijzen tegemoet. De Europese boerenkoepel blijkt dat gevoel te delen.

Boerenzorgen genegeerd
Boerderij meldt het vertrek van Copa-Cogeca uit het platform. "De zorgen die boeren hebben over aanvallen van deze dieren op hun vee worden genegeerd", aldus Copa-Cogeca. 'Copa Cogeca vreest dat vee en de plattelandsbevolking risico lopen. In Europa wordt het aantal beren nu geschat op 17.000, daarnaast zijn er 12.000 wolven en 9.000 lynxen. Het aantal aanvallen van deze dieren op landbouwhuisdieren neemt toe, net name in Frankrijk, Zweden en Finland. Ook in andere lidstaten wordt overwogen om het grote wild weer te introduceren', schrijft Boerderij.

Wie willen dan nog wel de wolf en andere vleesetende grote rovers terug? In het platform zitten nog: CIC (International Council for Game and Wildlife Conservation), ELO (European Landowners’ Organization), EUROPARC Federation, FACE (European Federation of Associations for Hunting & Conservation), vertegenwoordigers van de Finse en Zweedse rendierherders en de Europese beleidsvertegenwoordigers van IUCN (International Union for Conservation of Nature) en het WWF (World Wide Fund for Nature).

Fotocredits: ec.europa.eu
Dit artikel afdrukken