Het FD brengt vandaag een analyse van de consequenties van (on)gelijke Europese regelgeving voor de grote Nederlandse vleesverwerker Vion en kalvermester Van Drie. In Nederland betalen slachterijen alle veterinaire controlekosten zelf. In het buitenland zouden overheden daar grotendeels voor opdraaien. Volgens de krant zouden m.n. Franse en Italiaanse abattoirs onmiddellijk verlies draaien als dezelfde regels zouden worden toegepast.

Ook zouden herkomstregels een probleem vormen. Het kleine Nederland mest kalveren uit heel Europa, maar moet per dier vermelden waar het geboren is. Franse kalvermesters halen hun dieren in kilometers van evenver als Van Drie, maar omdat de dieren nog steeds uit het grote Frankrijk komen kan het gemakkelijker grote koppels met de herkomst 'Frankrijk' samenstellen. Zodoende biedt de grootte van het land een kostenvoordeel.

Europa heeft de handelsbarrières nog niet geslecht, zo luidt de boodschap van het artikel. Tevens zou er sprake zijn van oneerlijke verschillen in nationale wetgeving. Zo zou de herkomstbescherming van Parmaham vooral duiden op economisch nationalisme en geen serieuze culinaire bescherming bieden. 'Eigen vlees eerst' is de geldende moraal in de EU. Die houding gevoegd bij de voerkosten die de dierenindustrie niet kan doorberekenen aan consumenten, maken dat het sterk van vleesexport afhankelijke Nederland het nakijken heeft.
Dit artikel afdrukken