Die voorwaarde stelt de Europese Commissie. Nederlandse melkveehouders brachten het afgelopen jaar 160.000 koeien vervroegd naar de slachtbank in de hoop hun mestprivileges vast te kunnen houden. Of ze daarmee voldoende hebben gedaan is de vraag, omdat de daling van de veestapel nauwelijks heeft gezorgd voor een lagere melkproductie. Mestproductie is niet gerelateerd aan het aantal dieren, maar aan het aantal liters melk dat wordt geproduceerd. Sinds de slacht laten Nederlandse boeren hun dieren harder werken. Met 10% minder dieren, melkt Nederland slechts 0,5% minder liters.

De aanvullende voorwaarde blijkt uit een Kamerbrief van Minister Henk Kamp van Economische Zaken. De Tweede Kamer had de inmiddels vertrokken staatssecretaris Martijn van Dam de opdracht gegeven in Brussel te onderhandelen over het fosfaatplafond. Volgens Kamp moet er in oktober meer duidelijk zijn over de nieuwe derogatie. Probleem is, dat hij geen geschikt handhavingsinstrumentarium kan bieden. De - nu vrijwillig gebruikte - KringloopWijzer is ongeschikt volgens de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit die belast zal worden met de handhaving van het plafond.

Kamp staat dan ook voor de uitdaging om een plafond plus een solide handhavingskader te formuleren. Dat laatste is geen eenvoudige opgave. Het mestdossier is een van de meest weerbarstige onderdelen van het Nederlandse boerenbeleid. Daar komt nog eens bij dat de Nitraatrichtlijn niet alleen over fosfaat gaat maar tegelijk ook over het gebruik van stikstof in zijn verschijningsvormen nitraat en ammoniak. Ook het stikstofgebruik moet beheerst worden op basis van milieuafspraken met de wetgever in Brussel. Fosfaat en stikstof komen altijd in combinatie voor op het boerenerf.
Dit artikel afdrukken