image

Als ik dan toch met onze katten bezig ben: zie hier Petitcloud. In het Nederlands zouden we ‘spijkertje’ zeggen – hier in Frankrijk moeten ze er nogal om lachen.

Zijn naam heeft hij te danken aan het feit dat Abessijntjes nu eenmaal heel slanke katten zijn en hij officieel ‘Cloudchaser’ heet. We besloten hem Cloud te nemen – uitgesproken zoals één van de afritten van de rondweg om Parijs – dan konden de buren hier zijn naam tenminste ook uitspreken. Cloud kun je ook verstaan als 'clou' (= spijker). Omdat hij zo mager was, werd dat vanzelf ‘petit Cloud’. Vandaar.
In Utrecht (in een appartment) eet hij zorgvuldig uitgekiend scientific voer. Daar doet hij het goed op: hij wordt niet te dik. Een heel klein beetje misschien. Hier regelt hij een groot deel van zijn eten zelf. Eerst schrokken we ons rot. Sprinkhanen!!!! En niet van die kleine. Hij zoekt echt de grootste uit. Bijt de poten eraf en eet het lijfje leeg.

Navraag leerde ons dat katten dat hier heel vaak doen (het huis staat in een natuurpark, er wordt weinig met bestrijdingsmiddelen gewerkt, dus het aantal en de variëteit van insecten is enorm – ze zijn nog eens erg ‘biologisch’ ook!). Diezelfde navraag leerde ons deze wijsheid: katten die sprinkhanen eten blijven prachtig slank.
Weg dus met de zak ‘silhouette’ van Royal Canin voor slank te houden katten.

Afrikanen – en Abessinië is tenslotte niets anders dan Ethopië – eten vaak sprinkhanen als gezonde bron van eiwitten. Het houdt je kennelijk fit en slank.
Petitcloud is hier als het ware op een beauty farm – geheel vrijwillig, intuïtie gestuurd (die hebben katten tenminste nog ...)

Toch blijf ik het een rot idee vinden. Zeker omdat meneer zijn prooien met veel trots het huis in draagt en achter de bank gaat liggen opeten. De gigantische zooi van poten en schilden mag ik daarna opvegen.
Dit artikel afdrukken