Aansluitend bij de Voedselagenda die het kabinet afgelopen november presenteerde, vroeg het kabinet wetenschappers van het Rijkinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiene (RIVM) een visie op duurzaam voedsel te ontwikkelen.

Daar staat in wat ieder verstandig mens kan raden. We moeten veel minder eten, minder alcohol drinken, minder beesten eten en minder suikerhoudende dranken drinken. Dat is gezonder en duurzamer zegt het RIVM en het "zal leiden tot een daling van het aantal chronisch zieken, kleinere gezondheidsverschillen tussen Nederlanders en een lagere milieubelasting van voedsel."

Kort samengevat, doe alles op de bon. Zo verdelen we de buit op aarde eerlijk. Ook al ben je rijk, je krijgt gewoon niet meer dan nodig en alleen dat wat gemaakt is met respect voor alles en iedereen. Ziezo. Daarmee hebben we het probleem van duurzaamheid opgelost
Ecobudget
Dat is heel verstandig gezegd en domweg waar. Gisteren maakten op Foodlog Hans Dagevos en Petra Berkhout vanuit de Wageningse voedsel- en landbouwuniversiteit duidelijk dat ze vrezen dat het daar juist niet over zal gaan. Dat is opmerkelijk als je bedenkt dat de top juist zo verkocht wordt.

Terwijl iedereen praat over het 'herformuleren' van producten (zout, vet en suiker eruit - wat hou je over?), het controleerbaar maken van productie die de natuur minder belast en betere arbeidsvoorwaarden in lagelonenlanden, moet eten natuurlijk domweg op de bon. Een tijdje geleden stelde ik het ecobudget voor: daarmee kun je gewoon niet meer kopen dan goed is voor jou, de planeet en al onze mededieren (inclusief de menselijke) is. Kort samengevat, doe alles op de bon. Zo verdelen we de buit op aarde eerlijk. Ook al ben je rijk, je krijgt gewoon niet meer dan nodig en alleen dat wat gemaakt is met respect voor alles en iedereen.




Ziezo. Daarmee hebben we het probleem van duurzaamheid opgelost. Dat is niet zo moeilijk. De vraag is dan ook vooral waar de organiserende ministeries (I&M, Dijksma; Buitenlandse Zaken, Ploumen; VWS, Schippers; EZ, Van Dam) vandaag nog meer meer over willen praten.

Vele idealisten onder de topbezoekers zullen morgen komen vertellen wat zij onder duurzaamheid verstaan. De vraag is hoe wij ons exportmodel of al die banen kunnen vasthouden
Exportland
Dat zeggen ze namelijk niet, terwijl het best duidelijk is. Nederland is procentueel het grootste exportland van eigen productie ter wereld. We brengen zo'n 70% over de grens en voeden dus eigenlijk zo'n drie Nederlanden. Als we onze import en verwerking daarvan daarbij optellen, wordt dat nog meer. Dat zorgt voor economische activiteit die banen en productiecapaciteit met zich meebrengt. En dat betekent dus dat eten wat ons betreft helemaal niet op de bon moet. Omdat binnenkort iedereen in de wereld puik eten weet te maken, is de vraag is hoe wij ons exportmodel of al die banen kunnen vasthouden. Ons model kraakt vooral economisch en sociaal in zijn voegen, zei Louise Fresco, de baas van Dagevos en Berkhout, onlangs in de NRC. Terecht. Onze boeren verdienen geen geld meer, maar zijn niettemin de basis van het verdienmodel van de rest van onze bedrijvigheidsketen op het gebied van voedsel. Hoe moet dat verder?

De vier ministeries weten dat de internationale concurrentie, lokale productie en het beschermen van markten waar we op dit moment nog veel aan leveren, toeneemt. Ze weten ook dat er in ons land veel kritiek is op de milieuverstoring van de eigen landbouw en de ongezonde marketing van de levensmiddelenindustrie en supermarkten. Er moet weer een draagvlak en enthousiasme gecreëerd worden om hier handelswaren te maken, die we elders kunnen verkopen. Dat alles bij elkaar laat zien hoe complex en zelfs wat verward Fresco's 'hoe verder?' is. Het is een beetje gek dat de bewindslieden dat niet hardop durven zeggen en de 'Voedseltop' verkopen als een idealistisch project om de wereld te redden. It's business en serieus.

Spraakverwarring
Maar het is vooral jammer, want als je de vraag niet helder stelt, krijg je spraakverwarring. Vele idealisten onder de topbezoekers zullen morgen komen vertellen wat zij onder duurzaamheid verstaan. Een flink aantal daarvan krimpt de Nederlandse Food-agri economie rustig in tot niet veel meer dan een kwart van de bestaande omvang, maar aast wel op innovatiesubsidies. Een aantal zal komen vertellen dat duurzaam voedselbeleid over gezond eten op scholen en voedselonderwijs gaat. Weer een ander stel, dat het gaat over voornamelijk vegetarisch eten, een belasting op vlees en een suikertaks daarbij omdat de boontjes in blik anders te lekker worden. En dan zijn er zelfs die komen zeggen dat het alles draait om een gezonde bodem en dat de kern moet zijn.

Ze hebben allemaal gelijk.

Beleid kun je niet eten
Ik vermoed dan ook dat de Top zal eindigen met een bevestiging van de mooie woorden van het RIVM waarmee de middag begon. Daar waagt immers niemand het mee oneens te zijn. Volgend jaar zal het waarschijnlijk wat zakelijker worden, maar wel duurzaam blijven klinken. Als er dan tenminste weer zo'n Top komt. Dan zit er immers een nieuw kabinet. Vermoedelijk met een voedselminister, die symbool staat voor al die mooie dingen. De nieuwe bewindsman of -vrouw zal zich binnen de kortste keren realiseren dat hij of zij de export dient van bedrijven die gewoon aantrekkelijke producten en diensten moeten zien te verzinnen waarmee ze het ook in de 21e eeuw blijven redden. Ook dat heel duurzame bedrijf Tesla van Elon Musk verkoopt gewoon auto's, batterijen, zonnepanelen en binnenkort ruimtereizen. Geen beleid, maar aantrekkelijke innovaties die kopers uit zijn handen trekken. Beleid kun je niet eten en niet verkopen.

Direct na de Top wordt de slotverklaring al gepresenteerd, beloven de ronkende testen over voedseltekorten in de wereld die vanmiddag in Den Haag ook nog eens gezond worden opgelost. Dat is buitengewoon knap. Of gewoon alleen maar symbolisch natuurlijk, terwijl dit landje achter de Noordzee-duinen met een flink probleem in eigen huis zit.
Dit artikel afdrukken