In de Troonrede richt Engelsman zich op de verborgen kosten van ons voedselproductiesysteem. Dat ons voedsel te goedkoop is omdat bijvoorbeeld de kosten van het zuiveren van vervuild water niet worden meegenomen in de prijs, is een prima te verdedigen standpunt, maar in de uitwerking laat Engelsman ideologie boven wetenschappelijk feiten prevaleren. Veel van zijn uitspraken doorstaan de toets der kritiek niet.

Neem het voorbeeld van de appel, waarvan volgens Engelsmans eigen berekeningen de biologische variant eigenlijk 19 cent goedkoper is dan de conventionele als alle externe kosten worden meegenomen. Die uitkomst strookt niet met de wetenschappelijke literatuur. Een Belgische studie (Belgische teelttechnieken zijn vergelijkbaar met de Nederlandse) liet vorig jaar zien dat de verborgen kosten van biologische appels juist hoger liggen, vooral door de lagere opbrengst per hectare en door het gebruik van natuurlijk bestrijdingsmiddelen, die wel gebruikt mogen worden in de biologisch landbouw. Die laatste worden in Engelsmans berekeningen gemakshalve ‘vergeten’ en niet meegerekend.

Engelsman gaat vervolgens door naar de campagne die hij hier aan verbond onder de slogan ‘Bio is niet te duur, gangbaar is te goedkoop’. Biologische landbouw zou beter voor het milieu, klimaat en biodiversiteit zijn, stelt hij, en daardoor eigenlijk goedkoper. Ook dat staat op gespannen voet met de feiten: een overzichtsstudie van 164 wetenschappelijke artikelen uit 2017 laat zien dat reguliere en biologische landbouw ongeveer even duurzaam zijn. Bij conventionele landbouw logen bijvoorbeeld minder meststoffen uit naar de omgeving en is er minder uitstoot van verzurende stoffen als zwaveldioxide, terwijl biologisch minder energie kost en de bodem meer organische stof bevat. De biodiversiteit is weer meer gebaat bij conventionele landbouw, omdat er door de hogere opbrengst minder landbouwgrond voor nodig is en er meer ruimte is voor natuur. Biologische velden herbergen weliswaar meer leven, maar dat compenseert niet het verlies van extra natuurgronden.

De discussie is gebaat bij eerlijkheid en juiste cijfers; een winnaar van de duurzame tot 100 is dat aan zijn stand verplicht
Engelsman beweert bovendien dat de verborgen kosten van de landbouw die hij noemt onderschreven worden door de FAO, de landbouworganisaties van de Verenigde naties. Dat klopt niet: in het rapport waar hij de cijfers uithaalt, staat expliciet dat het rapport niet de mening van de FAO vertegenwoordigt, maar die van de schrijvers. Al deze hele en halve onwaarheden schoten boer Michiel van Andel begin dit jaar zo in het verkeerde keelgat, dat hij de belangenbehartiging van biologische boeren Bionext, die Engelsmans cijfers gebruikte in hun reclame-uitingen, voor de reclame code commissie sleepte. Hij kreeg gelijk: Bionext werd opgedragen de cijfers niet meer te gebruiken.

Met bijna elke alinea van de Duurzame Troonrede is wel iets mis. Zo is de keuze voor Bhutan als lichtend voorbeeld in het begin op zijn minst opvallend. Engelsman geeft hoog op van ’s lands plan om volledig over te gaan op biologische landbouw, maar laat achterwege dat Duitse modelberekeningen deze zomer laten zien dat dit gepaard gaat met lagere opbrengsten, verlies van welvaart en een daling van de voedselzekerheid aldaar. Een land waar een derde van de bevolking onder de armoedegrens leeft, dat de helft van zijn voedsel importeert, zou niet onderworpen moeten worden aan een agrarisch experiment met zulke ongewisse uitkomsten.

Engelsman en ondergetekende zijn het er over eens dat de landbouw duurzamer moet om toekomstbestendig te worden, en er zijn ongetwijfeld maatregelen waar we het eens over zijn, zoals reductie van de vleesconsumptie en het stimuleren van natuurlijke bestrijders als vervanging van bestrijdingsmiddelen. De discussie is echter wel gebaat bij eerlijkheid en juiste cijfers; een winnaar van de duurzame tot 100 is dat aan zijn stand verplicht.

Deze tekst verscheen gisteren al op ecomodernisme.nl
Dit artikel afdrukken