Dit concept vormt de kern van Duynie’s activiteiten. We zetten co-producten uit de agro-industrie om naar hoogwaardige producten, zoals voeding (direct voor mensen), diervoeder (indirect voor mensen), petfood en technische toepassingen.
Ons bedrijf helpt partners op weg naar circulariteit door optimaal gebruik te maken van grondstoffen en het verkleinen van hun ecologische voetafdruk.
We zijn ontstaan door het ophalen van co-producten bij de voedelverwerkende industrie en die rechtstreeks, zonder bewerkingen, weer afzetten bij voornamelijk rundveehouders en varkenshouders. In juridische taal heten zulke producten 'reststromen', omdat ze overblijven bij de verwerking van primaire akkerbouwproducten. Duynie kiest voor de term 'co-producten', omdat het geen afval is maar een serie producten waarin meerwaarde schuilgaat. Denk aan aardappelschillen uit de fritesindustrie, bierbostel uit brouwerijen en bietenperspulp uit de suikerindustrie.
Veevoer en voedsel
Co-producten hebben weinig verdere bewerking nodig en bieden een alternatief voor geteelde veevoergrondstoffen. Dat spaart land dat weer gebruikt kan worden voor gewassen die direct bestemd zijn voor menselijke consumptie. Omdat veel grondstoffen voor veevoer van buiten Europa worden geïmporteerd, kost het daar minder land en spaart het ontbossing.
De veehouderij is van belang om co-producten om te zetten in hoogwaardige eiwitten, zoals zuivel en vlees. In Wageningen is de afgelopen jaren veel onderzoek gedaan naar de duurzaamheid van deze omzetting door de veehouderij. De Wageningse onderzoekers Hannah van Zanten en Imke de Boer hebben de nodige berekeningen gepubliceerd waaruit blijkt dat de veehouderij een belangrijke rol heeft om co-producten uit de voedingsmiddelenindustrie een duurzaam tweede leven te geven in de vorm van hoogwaardige eiwitten. Terugkijkend naar de afgelopen 30 jaar, constateer ik dat de korte afstand in ons land tussen grote voedingsmiddelenindustrie en veehouderij heeft geleid tot een symbiose. Beide sectoren profiteren van wederzijdse voordelen en de zo gewenste duurzaamheid vaart er wel bij .
Nog beter dan veevoer
Toch is het vaak nog duurzamer om de ontwikkeling van toepassingen voor reststromen buiten de veehouderij te bevorderen, zoals mooi geïllustreerd wordt door de ladder van Moerman. Er zijn co-producten die na bewerking ook geschikt voor menselijke consumptie; dat is nog beter dan er veevoer van maken. In 1999 introduceerde Gunter Pauli in zijn boek Upsizing het concept van upcycling, waarbij reststromen worden gezuiverd om zo een hogere waarde te creëren. Bij Duynie gebeurt dit bijvoorbeeld in een van de fabrieken door middel van bioraffinage van bierbostel. Dit resulteert in eiwitten die geschikt zijn voor menselijke consumptie. Deze upcycled proteïne kan weer worden toegepast in levensmiddelen, zoals bijvoorbeeld vleesvervangers en repen die je eiwitbehoefte dekken. Zulke circulaire toepassingen komen boven veevoer op de ladder van Moerman.
Het tegenovergestelde van upcycling is downcycling. Dat laat reststromen een nieuw leven krijgen dat minder waardevol is dan het oorspronkelijke product. Een voorbeeld is biomethaanvergisting van reststromen waar je diervoeders of zelfs levensmiddelen van kunt maken. Door marktomstandigheden en overheidsmaatregelen belanden die op dit moment toch in de vergister.
Hoewel dit het circulaire karakter van de producten bevordert, beschouw ik dit vanuit duurzaamheidsoogpunt als een ongewenste ontwikkelingBiogas
Door de ambitie van de EU om biogasproductie sterk te vergroten, neemt de vraag naar biomassa om er energie van te maken toe. In eerste instantie is het de bedoeling om laagwaardige biomassastromen te gebruiken die niet geschikt zijn als diervoeder. Maar de vraag naar biomassa groeit dusdanig hard dat zelfs co-producten die onder normale omstandigheden als diervoeder worden gebruikt, nu worden ingezet als co-substraat voor vergisting. Hoewel circulair, beschouw ik deze toepassing vanuit duurzaamheidsoogpunt als ongewenst. De veehouderij zal hierdoor immers steeds afhankelijker worden van doelbewust geteelde grondstoffen. Foodlog ging in een recent artikel dieper op deze kwalijke ontwikkeling in.
Energiebeleid leidt tot onwijs voedselbeleid
Doordat de overheid ingrijpt met ambities, subsidies en fiscale maatregelen, wordt het ecologische optimum van de ladder van Moerman wreed verstoord. De laagste trede krijgt ineens de hoogste economische waarde. De effecten daarvan zijn strijdig met het kader van de Farm to Fork-strategie, waaronder optimaal hergebruik van biomassa. Het probleem schuilt in de capaciteit van de vergistingsinstallaties die nu gebouwd worden met overheidssubsidies. Als ze er eenmaal staan, zullen ze maximaal benut en dus gevuld moeten worden. Dat volume wordt uit de markt weggetrokken waardoor innovatie van de optimale benutting van reststromen wordt geremd. De facto subsidieert de overheid het maken van energie uit goed voedsel. Dat kan ook de bedoeling van een verstandig energiebeleid naast een wijs voedselbeleid niet zijn. Nog gekker wordt het als vanwege de biogasambities van de EU ook gewassen worden vergist die van land komen dat voor voedsel kan worden gebruikt. De eerste gevallen zijn - weliswaar in de vorm van fraude - al geconstateerd.
Op 2 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Ton, dank voor je kritische noten. Die zijn reden voor ons om er verder in te duiken. Wordt vervolgd.
Met enige verbazing lees ik de laatste tijd de verhalen over de inzet van biogrondstoffen voor biogas. De titel van dit artikel suggereert dat hier iets fout gaat. En dat ingestoken vanuit de gedachte dat eiwitproductie uit bierborstel het slag offert wordt van de ambitie om meer groen gas te produceren. Ik zie graag de cijfers van de hoeveelheden bierborstel die vergist wordt. Volgens mij gebeurt dit alleen als het afgekeurd is voor veevoer, simpel weg omdat de opbrengst prijzen in veevoer vele male hoger zijn dan voor inzet in biovergisting. Bierbostel is gewoon veel te duur. De gedachte van de ladder van Moerman werkt in deze prima.Derk van Manen ik denk dat eiwit winnen uit bierborstel voor menselijke consumptie nog niet kan concurreren met ander vormen van eiwit. Ja het is wenselijk om zoveel mogelijk biogrondstoffen te upcyclen, maar het moet ook binnen de economische wetmatigheden passen. Ik hoor graag van je waar het energie beleid concreet deze business case in de weg zit. Dick Veerman #9 en ja in theorie kan je bierborstel verbranden voor warmte, maar in de praktijk gebeurt dit niet. Gewoon omdat het qua energie efficiëntie en dus economisch niet uit kan.
Ik proef in de verschillende verhalen als of de RED III de grote boosdoener is. Ik denk dat het goed is om eens iets beter in de EU regelgeving te duiken. Ook in NL (net als in Frankrijk) worden allerlei voorwaarden gesteld aan de grondstoffen die voor vergisting worden ingezet. Met de ambitie om meer en meer groen gas te maken ( ook ten kosten bio-wkk electra) is de sector ook gebonden aan een EU-certificering volgens de RED III. In de regeling is verplicht om de cascaderingsregels in acht te nemen. (ISCC en BeterBiomass zijn certificeringsorganisaties die volgend de EU regels werken en hier beslisbomen voor gebruiken) En daardoor kan er niet gesteld worden dat veel en goede biogrondstoffen (co-producten) ten kosten van de veevoer productie naar de vergister gaan.
Als je de EU rapporten van Guidehouse goed bestudeert dat zie je ook dat in 2030 van de 35 BCM (miljard m2 groen gas) er 1,75 uit waste/residu's komt en dat dat naar 2050 stijgt naar 1,9 BCM (terwijl de totale ambitie stijgt naar 95 BCM). De grote groeit van de biogrondstoffen zal moeten komen van de producten van de boerderij. (mest, reststromen van akkerbouwgewassen en nagewassen). En dat is een hele uitdaging.
Laat duidelijk zijn dat als we als maatschappij het doel hebben om in 2050 CO2 neutraal te zijn en we willen geen fossiele koolstof meer uit de bodem halen, dan zal die van het land moeten komen. Want zonder koolstof (moleculen) kunnen we niet in onze energiemix. Nu hebben we een systeem dat dominant gevuld is met koolstof uit olie, steenkolen en aardgas. We moeten de huidige verhouding van 85/90 % moleculen en 10/15 % elektronen (zon, wind, kernenergie) omkeren. En voor dat beetje moleculen zullen we altijd koolstof (uit biogrondstoffen) nodig hebben. De "battle of biomass" is eigenlijk nog maar net begonnen. Maar dat is geen reden om verongelijkt vanuit de diervoersector te gaan afgeven op de biogassector. Want laat ook duidelijk zijn dat biovergisting een zeer verantwoorde manier is om niet veevoerwaardige biogrondstoffen duurzaam te verwaarden.
Het zal zeker een tot spanning blijven leiden als het gaat over het snijvlak van inzet van biogrondstoffen. Maar het RED systeem is in de basis een prima systeem om hierop de sturen. Het is ook een systeem van "working in progress".
We hebben nog een hele transitie te gaan. We moeten meer werk maken van een EU biogrondstoffen visie. In het SER rapport van heen aantal jaren geleden is terug te vinden dat als we niet zorgen dat biogrondstoffen productie een hoger saldo per ha oplevert dat er dan 15 tot 20 miljoen ha landbouwgrond braak blijven liggen. Biogrondstoffen zijn eigenlijk nog veel te goedkoop. En er is in Europa nog een behoorlijk groot groei potentieel. Maar daar moet wel in geïnvesteerd worden, dat ontwikkelt zich niet vanzelf.
Met betrekking tot wat wel of niet verboden is in Frankrijk, maar ook in de rest van Europa: in de tekst van RED III (RED = Renewable Energy Directive) wordt aangegeven dat vergisting niet mag concurreren met voeding of diervoeder. Dus in heel Europa zou diervoeder niet vergist worden om daar biogas van te maken ihkv Carbon Credits.
Echter: voordat een restroom het predikaat diervoeder krijgt, kan een producent besluiten om de diervoederveiligheidsmaatregelen achterwege te laten en de reststroom af te zetten als afval in een vergister. Ik snap dat een voedingsmiddelenbedrijf dit doet vanwege de invulling van de energiebehoefte, duurzaamheidsdoelstellingen op gebied van fossiele brandstoffen en verlaging van de CO2 uitstoot. Echter als expert ben ik van mening dat de overheid aan zet is om het beleid op gebied van energieverduurzaming (o.a. tax grote gasverbruikers) tegen het licht te houden om ongewenste effecten te voorkomen.
Correct uiteraard, Ellen-Maureen. En goed dat je dat zegt!
Biomassa - zelfs als natte bierbostel - kan echter ook verbrand worden om warmte op te wekken voor industriële processen. Omdat we in Nederland vooralsnog genoeg mest hebben (om het met een understatement te zeggen*) levert vergisting met als product digestaat (zeg maar mest) en energie, schijnt ook verbranding in populariteit toe te nemen. Frankrijk heeft een mesttekort en zal dat dus zelfs als markt niet zomaar laten gebeuren.
* ook daar is een NB van toepassing: als je kijkt naar de totale mestbehoefte in het Nederland van vandaag dan komen we tekort met alleen organische mest (alleen kijkt de mestwetgeving daar anders naar).
Voordat op de vraag van Dick wordt voortgeborduurd, wil ik toch wel duidelijk maken dat bij biogasinstallaties géén nutriënten worden verbrand. De nutriënten blijven behouden, in tegenstelling tot biodiesel. Vergisten staat daarom boven verbranden in de ladder van Moerman.