Op de middelbare had ik het al, met gym: de eerste honderd meter gingen prima, dan zakte het enthousiasme. Hard lopen is niks voor mij, kunnen we niet gaan zwemmen?
Maar nu ligt de finish in zicht en maak ik het niet te moeilijk meer: bekende gerechten, die hier al jaren op het menu staan- maar met een kleine draai, want dat kan ik niet laten.

Falafel, bijvoorbeeld, wereldberoemd in echt de hele wereld. Stijve kekererwtenbrij die, in balletjes gefrituurd, erg lekker is. Maar balletjes kun je vullen, met gefermenteerde zwarte boontjes, bijvoorbeeld. Dat heb ik altijd al een keer willen doen, en dit is een prachtige gelegenheid.
Falafel is snel gemaakt en moet lang rusten; te slap deeg komt tot stijfheid met besan -alweer besan. Hoeveel kilo heb ik daar al niet van gebruikt dit weekeinde? De boontjes zijn kant-en-klaar, gekocht bij de toko. In de schuur loopt de frituurpan warm.
Maar er moet een sausje bij. Niet het traditionele hummus, maar iets Westers. Room met knoflook en basilicum, dat lijkt me nog eens lekker.
Behalve falafel eten wij regelmatig Stinkpot, een schotel van gebakken rode nierbonen, gebakken rijst en gebakken uien. Het stinkt bij het bereiden, het stinkt tijdens het eten en het stinkt de volgende dag, laten we het zo maar zeggen. Vandaar de naam. De bonen zijn eerst geweekt en daarna gekookt, bakken geeft ze die meestal ontbrekend kraak waarover ik al eerder schreef.

Maar het is niet alleen Bonenestafette, het is ook Bonenexperimenteren. Een ander graag gegeten schotel hier is rijst-tabouleh: koude rijst met vinaigrette en blokjes tomaat, komkommer, wortel. Vandaag experimenteren we met rijst-bonen-tabouleh, waar een rauw uitje doorheen gaat, en vinaigrette met veel olie en een halve theelepel honing.
Maar de ongebakken bonen geven natuurlijk geen kraak.

Wat te doen? Gedroogde kaas heb ik al gebruikt, en het lijkt mij geen echt lekker combinatie. Toevallig staan er nog wel geweekte linzen te wachten op een bereiding die nooit komt: er is al genoeg aan peulvruchten doorgedraaid. Een half uurtje in een oven van vijftig graden droogt de linsjes, rauw al eetbaar, zodat ze minder sissen wanneer ik ze bak in een laagje hete olie. In een mum van tijd zijn ze krokant en smaakvol, een heerlijk korrelig laagje over de stinkpot-tabouleh.
Dat is alvast wat, maar bij de falafel gaat het mis: de eerste twee exploderen in de frituur: het deeg is toch nog te nat gebleven. De resterende ballen met meer besan doorkneden is onmogelijk, dat zou de boontjes naar buiten brengen.
Uiteindelijk bak ik de ballen in een gewone pan, in een laag olie. In zo’n pan is de hitte beter te beheersen, maar de falafels worden er wel minder lekker van, want minder vet.

Ik zit alleen aan tafel, het Kleinste Thijssentje is bij een vriendje gaan eten. ‘Karbonades en gebakken aardappels,’ belt hij door.
De tabouleh is heerlijk, ik kan niet anders zeggen, en weer eens helemaal wat anders. Blokjes tomaat, snippers basilicum en zo zouden het nog rijker maken. Toch geeft het niet die rijke, bevredigende sensatie van gebakken stinkpot,

De gebakken linzen geven wel de kraak die ze beloofden, maar hebben ook iets bitters dat minder bevalt.
Dan de falafel. Die is wat droger dan gefrituurde, maar toch lekker. De basilicumroom is een heerlijke toevoeging, de gefermenteerde boontjes- tja. Laten we zeggen: apart. Of: onverwachts. Of: doe ik niet meer.

Zo eindigt mijn etappe in de bonenestafette. Met vreugde geef ik het stokje door aan Willem van Drees.
Morgen eet ik lamsbout, geroosterde kip en ragout van rund. Doe ik volgend jaar weer mee? Jawel, maar kunnen we er dan geen duurzame-vis-en-bonen-estafette van maken?

einde_jt

Dit artikel afdrukken