image

Bouw ei:
1=kalkschaal, 2=schaalhuid, 3= schaalheid, 4=chalaza,
5=buitenste eiwit, 6=middelste eiwit, 7=dooiervlies, 8=eidooier,
9=kiemvlek, 10=donkergeel eidooier, 11=lichtgeel eidooier,
12=binnenste eiwit, 13=chalaza, 14=luchtkamer

Afgelopen week had ik het met mijn ROC-leerlingen over het ei. We zitten in het ontbijtproject en daarom in graan, graanproducten, melk en eieren.

Het confronteert ook mij weer met die waarheid die Klootwijk herhaaldelijk naar voren trekt: consumenten hebben onvoldoende warenkennis. Die consumenten worden niet zelden in restaurants voorzien van vakinformatie, door mensen die het vak geleerd hebben. Tenminste daar gaan we van uit.

Ik neem mijn taak als opvoeder dus uiterst serieus. Dat moet ook wel.

Van de vijf mensen die er in de bediening lopen heeft er slechts één zijn vakdiploma gehaald. De anderen zijn studenten of partimers die een centje proberen bij te verdienen. Geen kennis dus. Maar nou de wél opgeleiden.

Uit de vakboeken blijken die te leren dat eieren van de boer niet te vertrouwen zijn. Jawel, je leest het goed. De exacte tekst is als volgt: Wanneer je rechtsreeks van de boer koopt, heb je minder zekerheid dat alle eieren aan de kwaliteitseisen voldoen. Deze eieren worden namelijk niet gekeurd. Afwijkingen en verontreinigingen als breuk of een dunne schaal, kunnen bij dit soort eieren dan ook eerder voorkomen. Verder zou je niet weten wanneer ze op moeten (op te lossen door er met een potlood de datum van de leg op te zetten).

Echte eieren moet je dus niet hebben; kies voor industriële. Zo voeden we mensen op die nog wél iets moeten weten van eieren en hun smaak.

Ik hoop stiekum dat ik een paar boereneikopers voor het leven heb gecreëerd.
Dit artikel afdrukken