In gebieden met een grote hertenpopulatie bleek het gebladerte en het struikgewas onder de bomen tot een hoogte van twee meter fors uitgedund. Daardoor kunnen zangvogels zoals de nachtegaal, de bonte vliegenvanger en de zomertortel daar geen nestelgelegenheid meer vindenIn opdracht van de Britse Trust for Ornithology (BTO) brachten onderzoekers van de Universiteit van Nottingham in kaart wat de gevolgen zijn van die grote aantallen herten voor de vogelstand in de Britse bossen.
Met een nieuwe lasertechnologie maakten de wetenschappers 3D-weergaven van 40 geselecteerde bosgebieden. In gebieden met een grote hertenpopulatie bleek het gebladerte en het struikgewas onder de bomen tot een hoogte van twee meter fors uitgedund. Daardoor kunnen zangvogels zoals de nachtegaal, de bonte vliegenvanger en de zomertortel daar geen nestelgelegenheid meer vinden. Twee meter komt overeen met de maximale hoogte tot waar een hert kan eten.
Volgens onderzoeksleider Markus Eichhorn is de meest voor de hand liggende manier om bos- en zangvogels te helpen, iets aan de herten te doen. Hij stelt dan ook voor om weer gewoon wild hertenvlees te gaan eten. "Je moet het niet als afschieten zien. We eten al wild, maar een groot deel daarvan is kweekwild. Als wild hertenvlees op onze tafel verschijnt of bij de lokale slagers te koop is, zal dat mensen aanmoedigen net zo gemakkelijk wild te eten als rund- of lamsvlees en dat verbetert het beheer van onze bosgebieden."
Een Nederlandse boswachter stelde vast dat herten niet alleen vogels verjagen, maar af en toe ook eten:
Hertjes zijn hele lieve diertjes met Bambi oogjes die gras, knoppen, kruiden eten of toch niet? Watch out video bevat schokkende beeldenpic.twitter.com/uuhOyW7zU0
— Boswachter Dennis (@Bosw8erDennis) April 23, 2017
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
DE GRAZEN EN VRAAT DOSERENDE ROL VAN PREDATOREN IN COMPLETE NATUURSYSTEMEN
Bij de bepaling van hun levensmogelijkheden via de aanwas blijken de dieren wél rekening te houden met het door predatoren met het juiste wisselend naar plaats, tijd en duur afschermen van een zesde van het bereikbaar voedsel.
Dat heeft de volgende gevolgen:
A. Bij daadwerkelijk afschermen van een zesde aan voedsel zullen ook de aantallen grazers met een zesde verminderen;
B. Bij een juiste afwisseling en doseren in afschermen krijgen bloemplanten de kans voor volledige bloei en zaadzetting en ook regisseert dat opslag van de zaailingen van boom- en struikvegetatie in een juiste mate kan volgroeien;
C. Met een jaarrond cyclus van afschermen en weer beschikbaar komen van een zesde van het gebied is steeds net voor de inval van de winterkou nog een zesde volgroeide vegetatie beschikbaar gekomen als zeer welkom voedsel. Dat draagt bij aan verminderen en afvlakken van de wintersterftes onder DE GRAZERS.
Maximale graasdruk is dé bepalende factor om sturen en doseren tot stand te brengen.
Die bepalende factor voor grazen en vraat van natuurgrazers in de natuur is het meest beeldend weer te geven met aan paarden ontleenden zegswijzen.
Vooral inzake het onvermogen om bestedingen af te dwingen gebruiken economen graag:
Je kunt een paard wel naar de rivier brengen (geld in de economie pompen),
- maar het niet dwingen om te drinken (de economie groei opleggen).
Via dwang kan gewenst – voor het dier primair noodzakelijk - gedrag wel plaatselijk afgedwongen worden:
- Waar het paard aangebonden is, moet het vreten.
Voor goed gestuurde begrazing is een maximaal optimum aan grazers nodig.
Ecologisch betekent wild uit natuurgebied eten, roof van de kadaverfauna. Of wel de daarop aangewezen categorie dieren, die juist van dode dieren leven van roofvogels, raven tot aaskevers. Wild uit de natuur eten vormt een aanslag op de biodiversiteit.