De bananenplanten staan overigens juist niet in de bodem, maar op steenwol en kokosvezel, in de kas. Dat is bij bananen nog niet eerder gedaan, vertelt Gert Kema, hoogleraar Tropische Plantenziekten van de WUR.

Kema houdt zich al een aantal jaren bezig met het vinden van een oplossing voor de Panamaziekte, een schimmel die de bananenteelt wereldwijd bedreigt. Zit de Fusarium-schimmel (TR4) eenmaal in de bodem, kan hij daarin tientallen jaren actief blijven. "Met het experiment onderzoeken we of deze teelt perspectieven biedt voor verder onderzoek naar het beheersen van de Panamaziekte. Dus hebben we de banaan uit de bodem gehaald”, aldus Kema.

Bijkomend voordeel van de substraatteelt is dat er geen gewasbescherming nodig is en dat de bananenplanten op maat van nutriënten voorzien kunnen worden, waardoor er minder meststoffen weglekken. Ook helpt lichtoptimalisatie het rijpingsproces van de individuele bananentrossen te versnellen. “De Nederbanaan is duurzamer te telen dan bananen in de traditionele productiegebieden", durft Kema in The Guardian te zeggen.
Dit artikel afdrukken