image

Op de dag dat de 2e Kamer de hele dag over dierwelzijn sprak, zei de Dierenbescherming na dertig jaar praten een beetje genoeg te hebben van Den Haag. De organisatie spreekt liever direct de consument aan.
Dat vind ik lef hebben, hoewel ik denk dat je niet de consument maar de super moet hebben.

Thieme en haar PvdD zetten onder de Haagse kaasstolp in op legkippen. Je moet immers meteen concreet zijn. Ze zijn voor (binnen-)scharrelaars en zetten de toon tegen luxe legbatterijen. Logisch denken hun ongeinformeerde mede-Kamerleden: meer ruimte is beter, dus als we het dan toch doen, dan nu maar helemaal goed. Weten zij veel dat afgelopen jaar is aangetoond dat het dierenleed veroorzaakt, in plaats van verzacht. De PvdD kennelijk ook niet. Als er maar discussie is. Hun naam is immers haas, maar je moet wel tegen - zoals het sinds gisteren heet - 'Kleingruppenhaltung' zijn.
De minister is echter voor, want anders kunnen we eierproductie in Nederland wel opgeven: niet meer rendabel.

Ik vind het zolangzamerhand potsierlijk worden:
- op basis van welke kennis debatteert de Kamer?
- wie en wat zorgen ervoor dat consumenten meer gaan willen betalen voor de kip en haar ei?

Omdat ze denken in termen van simpele reclame-effecten, blinken Wakker Dier en PvdD uit in hele en halve desinformatie van het publiek. Daarmee bereiken ze wel de krant en de Kamer, maar niet de consument die allang genoeg heeft van reclame en simpele waarheden. Geen wonder dus dat die met zijn portemonnee blijft stemmen en na bijvoorbeeld dertig jaar kipwelzijn nog steeds geen procent kipwelzijnsvlees koopt.

Wat mij betreft zet de Dierenbescherming flink in op echte, complexe informatie van het publiek. Dat heeft namelijk genoeg van zowel politici als domme reclame.

Het is de moeite van het proberen waard.
Dit artikel afdrukken