De grauwe gors, een broedvogel die in de jaren 70 nog best populair was in Vlaanderen, is nu bijna nergens meer te bekennen. Dat gaat ten koste van de biodiversiteit, maar ook van de landbouw. De akkervogels zijn namelijk een graadmeter voor de gezondheid van de landbouw. Dat zegt de Nederlandse vogel- en natuurbeschermer Ben Koks in De Standaard.

Drie jaar geleden telden Vlamingen nog 85 grauwe gorzen. Dat aantal daalde het jaar daarop naar 45 en vorig jaar waren het er nog maar 40. Het aantal akker- en weidevogels neemt als gevolg van intensivering en schaalvergroting van de landbouw net zo snel af als het aantal zelfstandige boeren.

Om de biodiversiteit te redden, zullen ecologen en boeren moeten samenwerken, vinden Koks en Freek Verdonckt van de Vlaamse Werkgroep Grauwe Gors. Boeren helpen daarmee niet alleen de vogels, maar op lange termijn ook hunzelf.

De plant luzerne brengt bijvoorbeeld stikstof en structuur in de grond, waardoor bieten en aardappelen beter kunnen groeien. Bovendien is het eiwitrijk veevoer dat soja kan vervangen en goed tegen droogte kan. Tegelijk is het een waardevol onderdeel van een goede vogel­biotoop.
De Standaard - Hoe een bruin vogeltje de boeren kan redden
  • Deel
Druk af