De agrarische sector heeft het zwaar in Nederland. Eén van de grootste problemen is de beschikbaarheid van financiering. De Nederlandse overheid kan geld lenen tegen historisch lage rente. Als de overheid nu iets wil doen dan ligt daar een kans.

Overheid kan financieringslasten verlagen
In het verleden zijn er garantieregelingen geweest voor de agrarische sector. Steevast was het probleem daarbij dat die vooral gericht waren op de bedrijven die er slecht voorstonden en dat de regeling hoge kosten met zich meebracht.
Dat kan anders. Stel dat de grondwaarde uit de bancaire financiering wordt gehaald. De aankoop van grond legt bij een agrarisch bedrijf vaak een groot beslag op de financieringslasten. Grond wordt soms tot de boekwaarde aflossingsvrij gefinancierd omdat het een zekerheid als een huis biedt. Het verschil tussen de boek- en verkoopwaarde moet echter vaak wel worden afgelost. Dit zorgt voor hogere lasten.

Minimaal risico
Stel nu dat de overheid de grond van agrarische bedrijven koopt tegen de taxatiewaarde. Omdat er over het algemeen een hypotheek rust op de grond, zal de opbrengst van de grond van de hypotheek af gaan. De financiering verschuift daardoor. Een deel van de financiering gebeurt dan door de overheid. Op de grondwaarde hoeft niet meer te worden afgelost; de grond is immers in bezit van de overheid. Er zal een zekere gebruiksvergoeding moeten worden betaald, maar die zal altijd aanzienlijk lager zijn dan wanneer geld geleend wordt bij een bank. De zekerheid voor de bank wordt er niet minder om, omdat de grond tegen taxatiewaarde wordt gekocht. Deze is vaak hoger dan de boekwaarde. Door deze lagere lasten verbetert de concurrentiepositie van het bedrijf, iets wat ook de bank meer zekerheid geeft.

Het risico voor de overheid is minimaal. Er is over de afgelopen 500 jaar bijna geen zekerder belegging te vinden dan Nederlandse agrarische grond. Het gaat nergens heen, het daalt niet in waarde, het stijgt heel geleidelijk, en genereert een stabiele bron van inkomsten. De ontvangen rentevergoeding zal hoger zijn dan de rente die de Nederlandse staat betaalt. Mocht het zo zijn dat de bestemming van de grond wijzigt, dan vervalt de winst die hierdoor ontstaat niet aan boeren of een projectontwikkelaar, maar aan de overheid. Dat zou terecht zijn, want het is niet de verdienste van de boer of projectontwikkelaar dat de grond meer waard is geworden.

Zo creëer je weer perspectief in de Nederlandse agrarische sector
De kansen die een dergelijke constructie biedt, zijn groot en heel divers. De overheid wordt een betrokken stakeholder in de agrarische sector en kan zich daarnaar gaan gedragen. Willen we geen megastallen, dan is dat als grondeigenaar heel eenvoudig te beïnvloeden. Moet ergens een bestemming gewijzigd worden, dan gebeurt dat daar waar de overheid het grootste deel van de grond in bezit heeft. Willen we een bepaalde bedrijfsvoering stimuleren, dan kan dat heel direct. Een regeling voor aankoop van grond is op allerlei manieren in te vullen, waar ook banken een belangrijke rol in kunnen vervullen. Belangrijkste voordeel is dat er weer dynamiek en perspectief komen in de agrarische sector. Dat is hard nodig.

Wat is er in te brengen tegen een dergelijke risicoloze en tegelijk effectieve garantieregeling die de gewenste innovatie kan aanjagen?

Fotocredits: landbouwgrond, uitsnede, Bastian
Dit artikel afdrukken