Waarnemend secretaris-generaal Gerdine Keijzer-Baldé van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat laat in Economisch Statistische Berichten een waarschuwend geluid horen over de gasintensieve Nederlandse economie. Die moet versneld omschakelen naar een duurzame economie.
In de tweede helft van de 20e eeuw zijn Nederlanders en de Nederlandse economie gaan denken dat gas altijd ruim beschikbaar en goedkoop zou zijn. Daardoor heeft zich een gasintensieve industrie ontwikkeld. Keijzer-Baldé acht het waarschijnlijk dat de gasprijzen in Europa in de toekomst relatief hoog zullen blijven. De transformatie naar een duurzame economie is al ingezet vanuit klimaatoverwegingen, maar is door de huidige ontwikkelingen op de gasmarkt (de oorlog met Poetin) nog dringender geworden.
Keijzer-Baldé schrijft dat door deze langdurig veranderde omstandigheden een economische herstructurering onvermijdelijk is. De overheid moet duidelijke kaders maken voor een duurzame en concurrerende industrie, zoals het organiseren van infrastructuur waar nodig. Ze moet niet proberen bestaande bedrijvigheid maar-dan-zonder-gas te redden als daar geen toekomst voor is.
'Van het gas' zal grote consequenties hebben voor onder meer de tuinbouw in Nederland. Die produceert circa 10% van de stroom in Nederland en maakt groenten voor een belangrijk deel van Europa in de periode van de voorzomer tot in de herfst. Die teelt is slecht vol te houden in de huidige mate van concentratie. Duurzame energie wordt in de bodem opgeslagen (opslag van zonenergie) of direct diep uit de bodem gehaald (geothermie). Omdat ook andere activiteiten daar aanspraak op gaan maken, is het weinig voorstelbaar dat de huidige productievolumes ook in de toekomst zijn vol te houden. De voor Nederland typerende sector kan uitwaaieren over Europa en zich dichter bij zijn verspreide klanten vestigen. Een andere optie is verhuizen naar Zuid-Europa en Noord-Afrika waar energie veel minder een probleem is. Ook de opties voor en wijsheid achter zulke verhuizingen zouden tot de plannen van Keijzer-Baldé moeten behoren.
In de tweede helft van de 20e eeuw zijn Nederlanders en de Nederlandse economie gaan denken dat gas altijd ruim beschikbaar en goedkoop zou zijn. Daardoor heeft zich een gasintensieve industrie ontwikkeld. Keijzer-Baldé acht het waarschijnlijk dat de gasprijzen in Europa in de toekomst relatief hoog zullen blijven. De transformatie naar een duurzame economie is al ingezet vanuit klimaatoverwegingen, maar is door de huidige ontwikkelingen op de gasmarkt (de oorlog met Poetin) nog dringender geworden.
Keijzer-Baldé schrijft dat door deze langdurig veranderde omstandigheden een economische herstructurering onvermijdelijk is. De overheid moet duidelijke kaders maken voor een duurzame en concurrerende industrie, zoals het organiseren van infrastructuur waar nodig. Ze moet niet proberen bestaande bedrijvigheid maar-dan-zonder-gas te redden als daar geen toekomst voor is.
'Van het gas' zal grote consequenties hebben voor onder meer de tuinbouw in Nederland. Die produceert circa 10% van de stroom in Nederland en maakt groenten voor een belangrijk deel van Europa in de periode van de voorzomer tot in de herfst. Die teelt is slecht vol te houden in de huidige mate van concentratie. Duurzame energie wordt in de bodem opgeslagen (opslag van zonenergie) of direct diep uit de bodem gehaald (geothermie). Omdat ook andere activiteiten daar aanspraak op gaan maken, is het weinig voorstelbaar dat de huidige productievolumes ook in de toekomst zijn vol te houden. De voor Nederland typerende sector kan uitwaaieren over Europa en zich dichter bij zijn verspreide klanten vestigen. Een andere optie is verhuizen naar Zuid-Europa en Noord-Afrika waar energie veel minder een probleem is. Ook de opties voor en wijsheid achter zulke verhuizingen zouden tot de plannen van Keijzer-Baldé moeten behoren.
#49
Wat ik probeer te zeggen is dat in mijn opinie de grootste bedreiging voor de Nederlandse tuinbouw is dat de onvermijdelijke kostenstijgingen niet gecompenseerd gaan worden door een betere prijsvorming op Duitse of Engelse supermarkten.
Dat komt enerzijds door goedkopere producten uit Spanje en Polen aangevuld door tomaten uit Turkije en Marokko. Er is naar mijn mening ook een einde gekomen aan dat schaalvergroting en technische innovaties de kostprijs laag houdt. Gastarbeid is door stijgende huisvestingskosten steeds lastiger te vinden. En in 2025 zal waarschijnlijk de gunstige belastingregeling voor gasverbruik voor de glastuinbouw aflopen.
Piet Keijzer dank! Al weet ik niet wat met kosten wordt bedoeld. Wel of geen bedrijfswinst, wel of geen subsidie, wel of geen transport (Want dat is een kostenpost). Maar als ik het goed zie, dan zeg je dat in Amerika het duurder is dan in NL? Waar ligt dat dan aan? En Spanje is (arbeid? lagere CAPEX?) weer goedkoper maar krijgt wel dezelfde verkoopprijs?
#45
De gerealiseerde prijzen voor vruchtgroentes in de USA liggen 1.5 keer zo hoog als in NL met hetzelfde kosten -nivo. De Spanjaarden en Polen krijgen dezelfde prijzen voor 70% van de kosten. Daar zit de crux (denk ik).
#44 Wouter, de warmte van e-boilers wordt inderdaad omgezet via WKO in de bodem of direct opgeslagen in een bovengrondse warmteopslagtank voor gebruik in de nacht.
Terug naar de getallen:
- 2400MW op de 34000MW = 7% en geen 10%
- 3500 glastuinbouwbedrijven in 2022.
- Dus als beide getallen kloppen staat er per bedrijf ongeveer 600kW
Deze getallen kunnen kloppen.
En stel dat nu ook de varkens aan mestvergisting zouden gaan doen, dan kan er nog 2000-4000MW bijkomen. Groen! Ik snap werkelijk niet waarom dit 'grote' plan niet gerealiseerd wordt. Moderne molens zijn 4MW, en dus
- Glastuinbouw : 600 windmolens.
- Varkenshouderij : 750 windmolens.
En eigenlijk niet te vergelijken, specificatie windmolens gaat over piekvermogens.
Een WKK kan 24/7 aanstaan.