Vanachter je laptop bestel je vandaag nagenoeg alles. Vaak ligt het de volgende dag al in huis, bezorgd door een koerier in een bestelwagen. Ben je niet thuis, dan komt hij nog eens, of meerdere keren, terug. Bevalt het product je niet, dan stuur je het terug. Allemaal 'gratis'. Maar natuurlijk kost dat transport niet alleen geld, maar ook energie. Alles bij elkaar kost het de maatschappij langere files, verkeersongevallen, geluidsoverlast en luchtvervuiling en uitstoot van CO2.

Gemiddeld kost in België het transport van een pakketje van het verdeelcentrum naar de klant, de zogeheten 'last mile', €3,74 per stop. In stadscentra ligt dat €1 à €1,5 lager. De externe kosten leggen daar nog tussen de €0,26 (stadscentra) en €1 (buitengebied) bovenop, zo berekenden Joris Beckers en Ivan Cardenas, promovendi van de Universiteit Antwerpen. Zij schatten deze maatschappelijke kosten op €45.000 per dag, uitgaande van gemiddeld €0,30 per pakje en minstens 150.000 leveringen.

Van al die maatschappelijke kosten merkt de consument niets, want het is ‘gratis’. Volgens De Standaard leiden die onzichtbare kosten tot alleen nog maar meer impulsaankopen en is dit model niet houdbaar in een duurzame toekomst. De toenemende internethandel dreigt de milieu- en verkeersproblemen nog groter te maken. Gesteld voor dit dilemma is het dan ook beter te kiezen voor een afhaalpunt dan voor thuisbezorging. Dat kan kosten en de milieulast van de last mile drastisch verminderen. Ook het bezorgen per fiets kan - in de stad - de maatschappelijke kosten verminderen.

Volgens de promotor van Beckers en Cardenas, professor Ann Verhetsel, is regulering nodig en moet de overheid het fenomeen in goede banen leiden. Zij denkt aan beperking van de toegelaten levertijden en infrastructuur zoals centrale lever- en ophaalpunten voor alle pakjesdiensten.
Dit artikel afdrukken