Om smaak- en geurstoffen te maken zijn normaal gesproken grote hoeveelheden vruchten of bomen nodig. Dat heeft grote impact op het milieu door water-, energie- en landverbruik. Het biotechnologisch bedrijf Isobionics doet het daarom anders. Voor de producten van het bedrijf hoeven er amper bomen gekapt of vruchten geplukt te worden. Micro-organismen doen het werk. “Maar,” zegt Toine Janssen, CEO van Isobionics, “het eindproduct is wel helemaal natuurlijk.”

Micro-organismen doen het werk
Isobionics gebruikt een techniek die vergelijkbaar is met het brouwen van bier: fermentatie. Het proces maakt gebruik van een gen dat in de natuur het enzym synthase in een vrucht of boom laat aanmaken. In de fabriek laat het micro-organismen de gewenste aromatische stoffen maken. Dat werk doen ze in ruil voor alleen wat suiker en water.

“Fermenteren bestaat al 2000 jaar. De technologie met synthase is ook niet nieuw. Het komt oorspronkelijk uit de medische wereld waar ze er medicijnen mee maken”, aldus Janssen. Isobionics is wel het eerste Nederlandse bedrijf dat de technologie gebruikte om geur- en smaakstoffen te maken; volgens Janssen is het daarmee zelfs het eerste in de wereld. Na 10 jaar aan de weg timmeren kan het bedrijf nu 11 producten op deze manier produceren.

In vergelijking met de conventionele manier heeft ons proces minder dan 1% van de impact op het milieu.
‘Er blijft geen boom meer over’
“Een van de producten die we nu ontwikkelen is sandalwoodolie”, zegt Janssen. De olie wordt onder meer in parfum verwerkt en is erg duur. De gebruikelijke bron voor de olie is de Santalum album, een boomsoort die oorspronkelijk voorkomt in India, Indonesië en de Indische Archipel. De soort staat als kwetsbaar op de IUCN Red List. “Een sandelboom wordt pas na 45 jaar gekapt, maar per boom worden er maar een paar druppeltjes olie geproduceerd”, aldus Janssen, “India heeft de kap nu verboden, want er blijft geen boom meer over.”

‘Milieu-impact is minder dan 1%’
Het bekendste product van Isobionics is valenceen, een citrussmaak- en geurstof. Volgens Janssen zijn voor een liter valenceen 160.000 sinaasappelen nodig, 2 vrachtwagens vol. “Teelt, pluk en transport van sinaasappelen kosten ontzettend veel energie. In vergelijking met de conventionele manier heeft ons proces minder dan 1% van de impact op het milieu.”

‘Het vinden van het juiste gen duurt ongeveer 1,5 jaar’
Het klinkt simpel: je gooit wat water en suiker bij de micro-organismen en je kan de smaakstof uit het vat tappen. In werkelijkheid is het iets ingewikkelder. Dirk Bosch, medewerker van de Plant Sciences Group van Wageningen Universiteit & Research waar Isobionics mee samenwerkt: “Het vinden van het juiste gen is als het zoeken naar een naald in een hooiberg. We kijken naar de stofjes die in de plant aanwezig zijn tijdens verschillende stadia van de groei. Die data vergelijken we met welk en hoeveel RNA aanwezig is. Zo vinden we uiteindelijk het juiste gen. Dat helpt ons de vraag te beantwoorden hoe en waarom de plant het stofje maakt.” Volgens Janssen duurt deze zoektocht ongeveer 1,5 jaar.

'Natuurlijke aroma's’
Isobionics biedt zijn producten als ‘natuurlijke’ smaak- en geurstof aan. Maar wat is nou precies ‘natuurlijk aroma'? Het Voedingscentrum legt de wettelijke definitie helder uit: “natuurlijke aromastoffen uit een natuurlijke bron komen en gewonnen zijn met behulp van een natuurlijk proces, bijvoorbeeld koken, stomen of fermentatie.” Die definitie lijkt ruimte te laten voor biologische productie in high tech fabrieken.

Volgens Janssen is de 'natuurlijke' status van zijn product een van de redenen dat klanten - bedrijven zoals grote frisdrankproducenten - voor Isobionics kiezen. Ook de duurzaamheid van het proces vinden klanten belangrijk, maar ze vallen vooral voor het feit dat het product niet oogstafhankelijk is. Zo is er een constante beschikbaarheid en prijs en hebben ze toch een ‘natuurlijk’ product.
Dit artikel afdrukken