Duurzame voedselproduktie is een zaak vangebeidsbeheer en niet van individuele bedrijfsvoering. Vilt.be bericht over deze verschuiving van boerderij naar gebied naar aanleiding van een onderzoek van de universiteit van Leeds.

Onder leiding van professor Tim Benton werd bepaald hoe de optimale mix van duurzame voedselproduktie en maximale natuurbescherming er uit zou moeten zien. De onderzoekers concludeerden dat een landschapsbrede aanpak effectiever is dan per boerderij, omdat de ecologische processen zich nu eenmaal niet storen aan de boerderijgrenzen.

De algemene opinie is dat boeren zonder kunstmest of gewasbeschermingsmiddelen beter is voor zowel de voedselproductie als het natuurbehoud. Maar in dit onderzoek kwam naar boven dat een mix van hoogrenderende, intensieve, landbouw en natuurbeheer meer oplevert, zowel in voedsel als in 'wildlife'. Meer zelfs dan wanneer alle boerenbedrijven natuurvriendelijk werken - ieder voor zich.

In ieder gebied zijn sommige stukken land beter geschikt voor landbouw en andere meer voor natuurbeheer. Door gronden naar hun geschiktheid in kaart te brengen kan een specifieke gebruiksinrichting voorgesteld worden, waarbij met name het natuurbeheer als een netwerk door het hele gebied verbindingen maakt. Met het oog op de verschillende belangen dan wel mogelijkheden per locatie, pleiten de onderzoekers voor een overkoepelend beleidskader van 'algemene doelstellingen en beslissingsprocedures', waarmee lokale of provinciale overheden de ideale gebieds- of zelfs regio-inrichting kunnen uitvoeren.

Professor Tim Benton stelt: 'Het gaat erom schaalgrootte in het denken te brengen. Verandering van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid biedt een uitgelezen mogelijkheid om duurzame landschappen te creëren. Hierbij wordt voorgesteld per boerenbedrijf vanuit ecologische doelstellingen 'land te sparen' door het uit de voedselproductie te halen. Dit 'spaarland' zou, mits goed ingericht en beheerd, een netwerk op gebiedsschaal kunnen vormen. Maar we moeten ook een strategie op nationaal niveau opstellen die kijkt hoe intensieve landbouw met duurzame landschappen in sommige gebieden gebalanceerd kan worden met het voorrang geven aan natuurbeheer in andere. Alleen door veel grootschaliger te denken kunnen we hopen de heilige graal te vinden van duurzame productiegroei die niet onherroepelijk de natuurlijke processen waar wij allen afhankelijk van zijn, beschadigt.'

Het onderzoek was met name op de situatie en mogelijkheden in het Verenigd Koninkrijk gericht. Het kost echter niet veel moeite je voor te stellen wat een dergelijke verandering van perspectief - van de indivuele boerderij naar het gebied - voor de ruimtelijke ordeningsdiscussie in ons boerenkikkerlandje kan betekenen.

De recent opgelaaide Nederlandse controverse over intensieve versus extensieve landbouw verdient beschouwd te worden tegen de achtergrond van dit Leedse perspectief.

Fotocredits: (Andrew), Wheat bucks
Dit artikel afdrukken