Keurmerken en programma’s als CocoaAction of het International Cocoa Initiative zijn onvoldoende. De premies die het Max Havelaarkeurmerk bovenop de normale prijs betaalt, kunnen uit concurrentieoverwegingen niet te hoog zijn. Bovendien gaat een deel op aan de kosten van certificering.
Nationale en mondiale verantwoordelijkheid
Om de cacaoteelt lonend te maken, moeten de cacao-producerende landen zélf hun verantwoordelijkheid nemen voor basisvoorzieningen als landrechten, kredietverlening en wegen. Maar daarmee is het probleem nog niet opgelost. De economie van arme landen moet zich kunnen ontwikkelen, zodat er meer banen komen en keuterboertjes alternatieven krijgen. Daarnaast moet er iets gebeuren om de internationale cacaoprijzen stabiel en lonend te maken. Dat gebeurt niet vanzelf. Een paar decennia geleden werd de mondiale cacaomarkt met een Internationale Cacao-Overeenkomst gestabiliseerd door buffervoorraden en handelsquota. De internationale cacaoprijzen waren toen veel hoger dan nu. Dat wil niet zeggen dat het systeem perfect was. Regeringen van cacaolanden roomden een te groot deel van de prijs af om hun schatkist te spekken. Nieuwe cacaolanden kregen te weinig quota en er ontstond een 'zwarte markt', waarbij cacaobonen in landen terechtkwamen die niet bij de overeenkomst waren aangesloten.
Vrije markt
Deze gebreken hadden gecorrigeerd moeten worden. De chocolade-industrie wilde echter goedkope cacaobonen, en onze politici hadden zich bekeerd tot het vrije marktdenken. In de jaren tachtig lieten de rijke landen de toenmalige cacao-overeenkomst onderuit gaan waardoor de wereldmarktprijs instortte. Pas na de eeuwwisseling trad enig prijsherstel op, maar dat bleef beperkt en de prijzen bleven erg instabiel. Ondertussen werden arme landen steeds meer gedwongen om hun grenzen te openen voor goedkope producten uit rijke landen en opkomende Aziatische economieën. Mede daardoor zijn de Afrikaanse landbouw en industrie in het slop geraakt, en zijn kleine boeren eenzijdig afhankelijk gebleven van exportgewassen als cacao. Dat moet anders.
Marktordening nodig
Momenteel spannen veel lokale politici zich in om hun gemeentes tot ‘Fairtrade gemeentes’ te bestempelen. Maar dat stelt alleen iets voor als ze ook proberen de handelspolitieke opstelling van hun landelijke partijvertegenwoordigers te beïnvloeden. Bijna alle partijen steunen nu de Economische Partnerschapsovereenkomsten waarmee Europa arme landen dwingt hun grenzen te openen voor onze producten. Ook de keurmerkenorganisaties moeten het roer omgooien: als zij hun zelfverklaarde doelen serieus nemen, dan zouden ze aan hun consumenten moeten uitleggen dat ordening van de internationale cacaomarkt nodig is.
Cacaobloesem en -boontjes, Ivoorkust
Het latere idee dat de handel in fair trade producten zélf de oplossing zou zijn is onrealistisch. Deze vorm van commercie verkoopt consumenten een goed gevoel, maar daarvan kunnen cacaoboeren niet levenEen ordening kan op verschillende manieren. Zo kunnen de cacaolanden afspreken om het resterende regenwoud grotendeels voor ontginning voor cacao te sluiten. Tegelijkertijd kunnen ze een exportbelasting invoeren om een gemeenschappelijke cacao-organisatie te financieren. Die kan met een deel van de opbrengst slechte cacao uit de markt kopen en zo de wereldmarktprijs verhogen. Met een ander deel kan ze uitgeputte en door ziektes aangetaste cacaoplantages laten rooien. Met een derde deel kan ze cacaoboeren in staat stellen om boerenbonden te versterken. Als de markt weer in evenwicht is kan de exportbelasting grotendeels worden teruggegeven aan de boeren, mits die aan bepaalde sociale en duurzaamheidscriteria voldoen. Terwijl boerenbonden en regeringen onderhandelen over hoeveel van de internationale cacaoprijs de regering maximaal mag inhouden voor de schatkist, blijft de gemeenschappelijke cacao-organisatie een voorraadbeleid voeren om de wereldmarkt te stabiliseren, en wordt nieuw overaanbod voorkomen door verhandelbare exportquota.
Eerlijk naar consumenten
Iets in deze sfeer moet gebeuren om de misstanden in de cacaosector echt aan te pakken. Als het de keurmerken echt te doen is om duurzame cacao en een leefbaar inkomen voor de boeren, dan moeten ze hun chocoladewikkels gebruiken om consumenten te wijzen op de politieke keuzes die gemaakt moeten worden. Dat was ook de oorspronkelijke bedoeling van de verkoop van fair trade producten: in 1970 begonnen de wereldwinkels rietsuiker te verkopen om consumenten op de noodzaak van een eerlijke internationale marktordening te wijzen. Het latere idee dat de handel in fair trade producten zélf de oplossing zou zijn is onrealistisch. Deze vorm van commercie verkoopt consumenten een goed gevoel, maar daarvan kunnen cacaoboeren niet leven.
Niek Koning is landbouweconoom in Wageningen, Janneke Donkerlo is publicist en onderzoeksjournalist
Op 31 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Voor alle geïnteresseerden in dit dossier: in de on-line Groene Amsterdammer verscheen vandaag een uitvoerig artikel over de cacao-problematiek, met raadpleging van alle 'usual suspects' - behalve natuurlijk de organisaties van cacao-boeren. God verhoede dat die óók een mening hebben - alle anderen weten wel wat goed voor ze is.
Een West-Afrikaanse boer zegt in deze publicatie: “All what you do for us, but without involving us,
could actually be against us”. Het kan, nog steeds, niet vaak genoeg gezegd worden.
#11 Ha Steven, in Belgie doet Oxfam tenminste een poging om een kritische noot te kraken als het gaat om politieke en economische bewustwording. Daar is het ooit om begonnen. Dus alle hulde voor Belgie. In Nederland zijn we met fairtrade in de fuik van de koopman gelopen. Keep up the good work!
Beste Janneke #11 : UTZ Certified en Rainforest Alliance hebben nuldebotte met fairtrade / fair trade vandoen.
De organisatie waar ik voor werk heeft een visie die volgens mij heel goed aansluit bij wat volgens jou zoden aan de dijk moet zetten; maar ja, wij noemen dat fair trade, ofte Handel Maar Dan Eerlijk.
Maar, what's in a name? Sinds vandaag gaat in Vlaanderen Liberalisme door voor "Smurfisme".
Verder is het goed nieuws dat ons beider strijdpunt, mee tot dat van het Voice Network van Antonie Fountaine is geworden (met heel heel veel dank aan Niek's pionierswerk). Dus op dat vlak verstaan we mekaar alleszins.
En ik maak ook graag nog even reklaam voor je uitstekende stuk, over de Nederlandse Wet zorgplicht kinderarbeid: "Geld is niet het probleem. Wat dan wel" Ook omdat het daar voor een keer in positievere zin gaat over fairtradechocolademaker Tony's Chocolonely. En Nestlé natuurlijk. Hoera!
#10 hear hear!
#9 Jur, al vrij in het begin van ons stuk benadrukken Niek en ik dat ook de nationale (cacao-producerende) regeringen hun verantwoordelijkheid moeten nemen. Dat wil zeggen: zorgen voor infrastructure, landrechten enz. Daar hoort wat mij betreft ook gezondheidszorg, educatie en een functionerende rechtsstaat bij. Schooltjes bouwen (of latrines bij schooltjes, zoals Tony's doet) is leuk en aardig, maar zonder goed opgeleide leraren en voldoende banen heeft dat weinig zin. Veel burgers zijn de corruptie in hun land al jaren meer dan zat. En daarmee kom ik op onze huidige vorm van ontwikkelingshulp: die houdt corrupte leiders in het zadel en daar moeten wij een keer mee stoppen. Een uitstekend boek - zeer leesbaar, vermakelijk maar vooral informatief - is het boek van oud-ambassadeur Karel van Kesteren: 'Verloren in Wanorde', over versnippering en hobby-isme van donorlanden en -organisaties.
#7 Steven, wat wij met 'fair trade' bedoelen zijn de certificeringsorganisaties. Daarvan zijn er 3: Max Havelaar/FLO (met als enige een zogenaamde 'eerlijke' minimumprijs, of hebben ze die inmiddels afgeschaft?), Rainforest Alliance en Utz Kapeh. Deze keurmerken zijn een verdienmodel op zich geworden in plaats van dat ze een voorlichtingstaak bleven vervullen, zoals oorspronkelijk ook het doel was van Max Havelaar.
Fair trade/ eerlijke handel staat voor een vage notie over een rechtvaardige samenleving zonder concrete uitwerking. Eerlijk-zijn betekent maar twee dingen: dat je je aan de wet houdt en dat je niet liegt. Eea markttechnisch goed regelen (bijvoorbeeld via een cacao-quotum) en heldere afspraken over ontwikkelingshulp tussen donoren en ontvangende landen, zet volgens mij meer zoden aan de dijk.
#3 Jur, interessante gedachte wat betreft de toegevoegde waarde, zolang het ook maar recht doet aan het verdienmodel. Boeren zelf chocola laten maken is economisch niet rationeel; beter is het om de taken onder te verdelen in productie van de bonen en de verwerking ervan (en zo zal dat ook gaan). Ter vergelijking: de Nederlandse zuivelindustrie heeft de laatste jaren winst gemaakt, maar veel boeren (en toch niet bepaald keuterboertjes) zijn failliet gegaan. Ik wil maar zeggen: het op nationaal niveau toevoegen van waarde kan gunstig zijn voor boeren, maar is dat niet per se.
Voor die structurele transformatie zijn EPA’s eigenlijk de antithese.In tegenstelling tot JP’s cynisme (#6) vwb de bijdrage van landbouw aan economische ontwikkeling hebben landen als Zuid Korea, Japan, Taiwan, Thailand en Maleisië juist door een sterk beschermde landbouw als basis te nemen een gediversifieërde economie op kunnen bouwen, met industrialisatie en IT. Ook de VS deed dat op die manier, met een zeer protectionistische economie vóór WO I.
Wat EPA’s doen is een vergulde vorm van “de ladder wegschoppen” (List, Ha-Joon Chang).