image

Omdat we steeds meer vlees, fruit, koffie en alcohol consumeren, is er meer land, water en energie nodig voor onze voedselproductie. Inmiddels nemen mensen in ontwikkelingslanden ons niet-duurzame westerse eetpatroon over. Dit kan de druk op schaarse natuurlijke hulpbronnen verder vergroten. Winnie Gerbens-Leenes ontwikkelde een methode om de duurzaamheid van eetpatronen te meten. Ze promoveert op 15 december 2006 aan de Rijksuniversiteit Groningen op haar proefschrift ‘Natural Resource Use for Food: Land, Water and Energy in Production and Consumption Systems’. ‘Er zijn al veel methodes ontwikkeld om de duurzaamheid van voedselsystemen te meten’, legt Gerbens-Leenes uit. ‘De meeste maken daarbij gebruik van heel veel variabelen. Mijn methode kijkt daarentegen alleen – op mondiaal niveau – naar het gebruik van land, water en energie.’ Vervolgens heeft Gerbens-Leenes ons huidige westerse eetpatroon langs haar duurzame meetlat gelegd en vergeleken met de situatie in 1950.

Gerbens-Leenes hoopt dat de resultaten van haar onderzoek gebruikt gaan worden om duurzaamheid te sturen. Dit kan bijvoorbeeld worden bereikt door levensmiddelen, die niet zo duurzaam zijn, te vervangen door meer duurzame varianten. ‘Wijn door bier, koffie door thee, rijst door aardappelen en rundvlees door kippenvlees. Dat soort dingen.’ Inzicht in duurzaamheid moet hierbij helpen. ‘Misschien gaan we dan ook wat minder verspillend met voedsel om. Veel eten wordt weggegooid, omdat het niet goed is bewaard of omdat er teveel is ingekocht.’

Bron: RUG
Dit artikel afdrukken