Heel duurzaam denkend Nederland was er. Van adviseur, NGO, overheid en boer tot Unilever, Ahold en FrieslandCampina. Het werd het gebruikelijke toneelstuk. De sprekers en forumleden zeiden allemaal braaf dat ze de ander nodig hadden. De retailer had de hele keten nodig en vice versa. De consument had alle macht want die moest het wel kopen. En de boer had het nakijken. Die is namelijk van iedereen afhankelijk. Die zei dan ook: u vraagt, wij draaien, maar als u het niet koopt, houdt alles op. Dat was het voorspelbare eerste bedrijf.

Toen begon het tweede: “Het gaat al hartstikke goed.” Ahold verklaarde Puur & Eerlijk een niche te vinden en nu de verduurzaming van mainstream aan te pakken. Unilever deed dat al. Een aanwezige boer had kritiek op McDonald’s die hij dat nog niet zag doen. Hij wist niet dat de burgerbakker juist een koploper is. McDo laat niet ‘zomaar vlees’ of ‘zomaar verpakkingsmaterialen’ binnen. McDo normeert streng en legt de lat ieder jaar hoger. Ahold wees erop dat het zijn internationale toeleveranciers normeert en controleerbaar maakt. Da’s een hele klus.

Gelukkig zorgt The Sustainability Consortium (TSC) inmiddels voor industrienormen. Nog een paar jaar en wie niet meedoet is een paria. Het gaat dus geweldig. De aanwezige overheid snorde tevreden en zag dat het prima gaat. In een paar jaar is alles duurzaam. Nou ja, geef ons even, temperde Ahold, ‘want we doen al heel veel’.

Genoeg? Het derde bedrijf liep wat anders dan gebruikelijk. Ik vertelde dat we reeds zitten met een zgn. eco-deficit. We gebruiken meer dan de aarde kan opbrengen of vernieuwen. Dat doen we nu met grofweg 1 miljard rijken, 1 miljard straatarmen en daartussenin 5 miljard arme maar rijker wordende mensen. Die 5 worden er zeven. Als er daarvan 4 miljard half zo welvarend worden als wij, is de boel definitief naar de kloten. Daar kan zelfs Unilevers ambitie om zijn ecofootprint per eenheid product te halveren en daarmee 1 miljard rijken en arme rijken consumptief te bedienen niets aan veranderen.

Duurzaamheid is niet alleen een ecologisch maar ook een verdelingsvraagstuk. Daarbij komt de rol van de vrije wereldhandel in agriproducten. De prijs van het goedkoopste zuidelijke kwart van de wereldproductiecapaciteit maakt dat het broodnoodzakelijke volume van de overige driekwart nu economisch al niet meer uit kan. Boeren dreigen de pijp aan Maarten te geven en het volume af te laten nemen in een wereld die binnenkort juist meer nodig heeft. Dat zorgt voor onrust over onze voedselzekerheid. Wat de resultaten daarvan waren wisten de Romeinse keizers maar al te goed. Brood en spelen waren een vroege versie van de Europese landbouwpolitiek zoals die na WO II werd geformuleerd. Wat begint als hongeropstanden leidt tot veel vervelender conflicten die onze welvaart in een vrije val storten. Niet alleen op de beurzen, maar ook in het echt. Thuis en op straat.

Duurzaamheid? Ammehoela, economisch staat het landbouwsysteem op springen terwijl we het ecologisch en sociaal loeihard nodig hebben. De boerenbaas op de eerste rij knikte instemmend en hield wijselijk zijn mond. Het ging immers alleen maar over ‘duurzaamheid’.

Een iets kortere versie van deze tekst verscheen in de Levensmiddelenkrant van zaterdag jl.

Ter illustratie van wat eerlijkheid, duurzaamheid en welvaart betekenen als je ze als één geheel denkt, deze prachtige uitleg (rond energie, een onderwerp dat dezelfde logica kent als voedsel) van de Zweed Hans Rosling die wel kan optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en .... delen:










Dit artikel afdrukken