Julia Klöckner, de Duitse minister van landbouw is nadrukkelijk pro-boeren, inclusief varkens- en kippenhouders. Al een tijdje pleit ze tegen vleesaanbiedingen, omdat ze vlees te goedkoop vindt. Ze hoopt er vooral een hogere prijs voor haar boeren uit te slepen.

Ondanks de berichtgeving in de media over de negatieve gevolgen die industriële dierhouderij zou hebben voor klimaat, milieu en gezondheid fabriekslandbouw, blijft de grote massa van consumenten voor het goedkoopste vlees kiezen. Duitsland wil daar verandering in aanbrengen omdat de burger dat niet meer wil. Omdat de meerkosten volgens Berlijn niet uit de markt zijn terug te verdienen, maar wel opgebracht moeten worden, kreeg minister Klöckner (CDU, het Noord-Duitse CDA) gisteren het groene licht van een commissie van juristen om een wettelijke prijsstijging van dierlijke producten door te voeren. Naast een taks op vlees komt er daarom in Duitsland vermoedelijk ook een heffing op zuivel en eieren.

Begin vorig jaar stelde een commissie van deskundigen die werd geleid door voormalig landbouwminister Jochen Borchert (CDU), een "op hoeveelheden gebaseerde taks op dierlijke producten" voor. Na een nieuwe haalbaarheidsstudie die juridisch positief over het plan oordeelt, kan Klöckner het plan nu tot uitvoering brengen.

De drie juristen stellen vast dat de Duitse boeren hoe dan ook niet de enigen mogen zijn die van de extra inkomsten profiteren als zowel Duits als ingevoerd vlees duurder worden gemaakt
Non-discriminatiebeginsel
De voorstellen van de Commissie Borchert zijn uitvoerbaar, concludeerde deze week een commissie van drie wijze juristen in een bijna 300 bladzijden tellend rapport. Naast een heffing voor meer dierenwelzijn, vinden zij ook een verhoging van het BTW-tarief denkbaar, hetzij alleen voor dierlijke producten, hetzij in het algemeen. De drie juristen stellen vast dat de Duitse boeren hoe dan ook niet de enigen mogen zijn die van de extra inkomsten profiteren als zowel Duits als ingevoerd vlees duurder worden gemaakt. Europese regelgeving verbiedt dat. Volgens artikel 18 VWEU is discriminatie op grond van nationaliteit verboden. Producten uit andere lidstaten mogen niet anders worden behandeld dan die uit eigen land. Volgens het discriminatieverbod is niet alleen (on)bedoeld onderscheid maken, maar ook benadelen of bevoordelen uit den boze.

De Commissie-Borchert stelde voor 40 eurocent meer te vragen per kilogram vlees en worst. Kaas en boter zouden met 15 cent per kilo moeten worden belast en andere zuivelproducten en eieren met 2 cent per kilo. Dat zou voor de gemiddelde Duitse consumenten het levensonderhoud bij dezelfde consumptie ongeveer €35 per jaar duurder maken. Het zou leiden tot een jaarlijkse opbrengst van €3,6 miljard die moet worden gebruikt om boeren te helpen hun stallen duurzamer en diervriendelijker te maken. Borcherts aanbevelingen werden door de meerderheid van de leden van de Bundestag werd onderschreven.

Farmer Friendly terug naar de tekentafel
In Nederland vindt de overheid dat duurzaamheid en diervriendelijkheid door de markt moeten worden betaald; Den Haag denkt dat consumenten bereid zijn extra te betalen voor aansprekende toeters en bellen op het gebied van dierenwelzijn, milieu- en klimaatvriendelijkheid. Omdat dat in de verste verte niet lukt, vroeg de Farmers Defence Force onlangs de Nederlandse supermarkten om hun gehele winst aan de boeren over te maken omdat die jaarlijks circa €1,2 miljard tekort komen. Met dat geld moeten ook de tekorten worden gedekt die zij in het buitenland realiseren, waar ze het grootste deel van hun productie slijten.

Hoewel de FDF net doet alsof dat niet het geval is, hebben de supermarkten bij monde van directievoorzitters Frits van Eerd van Jumbo en Marit van Egmond van Albert Heijn gezegd dat ze niet op het verzoek van de FDF om hun winst over te maken zullen ingaan. Dat zou ook een rare zaak zijn geweest omdat de Nederlandse boeren tussen de 70 en 95% van hun productie in het buitenland afzetten. De FDF lijkt te denken dat Nederlandse boeren geen geld kunnen vragen van de buitenlandse bedrijven die hun grondstoffen in de vorm van levensmiddelen afzetten. De juridisch onderbouwde Duitse aanpak geeft daar een opening voor. Tijd dan ook om Farmer Friendly nog eens terug naar de tekentafel te halen om te bekijken of aansluiting bij het Duitse model van overheidswege soelaas kan bieden.

Hoe de voorstellen precies zullen worden uitgevoerd en hoe de uitkeringen aan buitenlandse boeren voor bijvoorbeeld een plakje salami op een pizza worden vastgesteld, is nog onbekend. Wel is duidelijk dat Farmer Friendly een beetje moet inschikken. Het non-discriminatiebeginsel vergt dat de uitbetalingen worden gebruikt ter verduurzaming. Farmer Friendly wil geld maar stelt daar geen extra eisen aan de bedrijfsvoering tegenover.
Dit artikel afdrukken