Mondiaal worden jaarlijks 6,5 miljard haantjes gedood kort nadat ze uit het ei kruipen. Duitsland doet daar niet meer aan mee. Het land is voorloper als het gaat om de ontwikkeling en toepassing van alternatieven voor het doden van ongewenste haantjes. Het was dan ook te verwachten dat het eenzijdige besluit de Duitse markt nadelig zou beïnvloeden. De Duitse markt staat immers open voor eieren uit andere Europese landen, met name Nederlandse. Dat zet Duitse eieren op een kostennadeel. Kwalijker is een vorm van legale fraude om het besluit te ontwijken. Duitse haantjes kunnen naar het buitenland worden gebracht waar ze nog wel vergast mogen worden. In Polen, Nederland en Frankrijk is het nog steeds toegestaan. In Zwitserland mag het ook nog steeds met gas, wel is het versnipperen van de jonge dieren daar verboden.

Door de verwevenheid van de interne Europese markt treden dergelijke effecten gemakkelijk op en gaat het Duitse besluit op een wassen neus lijken. Ripke vindt dat de Duitse wet "te veel omstandigheden van ontduiking toestaat".

In Duitsland omarmt de eiersector nieuwe technologieën - nota bene van Nederlandse bodem - om het geslacht van een kip al in het ei vast te stellen. Haantjes kunnen daardoor vroegtijdig worden herkend en hoeven niet geboren te worden. Ook al is het de vraag, of dit het morele bezwaar van het doden van haantjes echt oplost, een veel diervriendelijkere methodiek is het wel. Diverse Europese landen, waaronder Duitsland, Frankrijk, Portugal, Oostenrijk en Ierland riepen daarom afgelopen zomer al op tot een Europees verbod en dienden daartoe een voorstel in. Daar is echter tot op dit moment nog weinig mee gedaan.
Dit artikel afdrukken