Per 1 januari 2022 is het in Duitsland verboden om haantjes te doden die naast de leghenzusjes uit de eieren kruipen. Kan de Duitse consument daar dan ook op vertrouwen? Het antwoord is nee. Het door de Bondsregering aangeprezen alternatief, geslachtsbepaling in het ei, werkt nog niet snel genoeg. Maar ook zijn veel Duitse kippenboeren creatief met boekhouden, omdat ze maximaal willen verdienen. En op hun manier zijn Duitse supermarkten creatief met taal: ze beloven het namelijk wel. Over de weerbarstigheid in de praktijk van wetgeving en normering.
Op Foodlog verscheen eerder dit jaar een uitgebreid artikel over het doden van leghaantjes. Op 12 december jl verscheen er een artikel in de Duitse pers over dat deze praktijk niet meer zou mogen per 1 januari 2022.
'Grensverleggend'
Zou mogen, inderdaad. Het artikel beschrijft de praktijk naar aanleiding van gesprekken met anonieme bronnen uit de industrie. Niemand wil met naam en toenaam worden genoemd. De handel en eierindustrie, aldus het artikel, weten echter heel goed dat de ‘reclamewedloop’ (om ethisch met dieren om te gaan, CH) tot praktijken heeft geleid die op z’n minst ‘grensverleggend’ zijn. In de biologische sector net zo goed als in de reguliere.
Voordat we hier nader op ingaan, eerst de vraag: is dat dan zo gek, als het alternatief, geslachtsbepaling in het broedei, nog niet snel genoeg werkt? Je moet toch iets? Martijn Haarman, verantwoordelijk voor geslachtsbepaling bij HatchTech en medeontwikkelaar van zo’n systeem, begrijpt de vraag, maar zegt dat de beschikbare capaciteit in balans is met de vraag. Er zijn, met andere woorden, kippenboeren en daaraan gekoppelde ketens van eierhandels en supermarkten genoeg die ervoor kiezen niet met geslachtsbepaling in het ei te willen werken.
Berta en Bert, Carlo en Koen
Wat ze hier bedoelen, is dat ze het ‘gelijkwaardigheidsprincipe’ naleven. Stel, hennetje Berta legt in haar leven 350 eieren. Haar broer Bert, die tegelijkertijd uit het ei kroop, zou opgefokt moeten worden, want de haantjes werden immers beschermd en dus niet meteen gedood. Het ‘gelijkwaardigheidsprincipe’ kan echter inhouden dat Bert wel degelijk meteen gedood is, maar dat haantje Koen op moment X wordt opgefokt, als zogenaamd 'broertje' van Berta, een vervanger voor Bert. Niet per se tegelijkertijd, het kan ook maanden voor of na Berta’s geboorte zijn. En niet per se in Duitsland, dat kan ook elders gebeuren, bijvoorbeeld in Polen. Als de omstandigheden op dat moment en op die plaats commercieel gunstiger uitpakken.
Maar er is nog een addertje onder het gras. Berta legt 200 mooie ongeveer even grote eieren, die per stuk aan consumenten worden verkocht. De 150 andere eieren die ze legt zijn groter, kleiner, hebben een gebroken schaal, zijn vies, etc., etc. Deze eieren gaan de industrie in voor bijvoorbeeld bakproducten. Als EDEKA 350 eieren heeft verkocht zorgen ze voor de opfok van 1 haantje. Maar voor de productie van 350 verkochte eieren heb je 2 hennetjes (en haantjes) nodig.
Aldi en Lidl – op hun beurt - zeggen eieren zonder kuikendoden te verkopen en handelen volgens een variant op de praktijk die EDEKA volgt. Ze hanteren namelijk een kopequivalentsysteem. Hier is niet de legprestatie van Berta de norm, maar Berta zelf: voor elke hen wordt een haantje opgefokt. Carlo misschien, want Bert is waarschijnlijk allang vergast.
De reden voor deze praktijken is in alle gevallen dezelfde: kostenefficiëntie. Het moment waarop veel eieren nodig zijn (rond kerst en pasen bijvoorbeeld) is niet per se (en waarschijnlijk juist niet) het goedkoopste moment om haantjes op te fokken.
'Broedequivalentsysteem'
De verwachting is dat over een jaar of anderhalf alle supermarkten wel naar een ‘broedequivalentsysteem’ zullen gaan: het opfokken van de werkelijke broertjes van de leghennetjes.
Leghaantjes mesten is een pragmatische oplossing om op korte termijn ‘zonder kuikendoden’ te worden. Het kan best zijn, zegt hij, dat een kippenboer eens gedacht heeft: "Deze week komt het me wel heel slecht uit om haantjes op te mesten, ik mest een gelijk aantal een paar weken eerder" – en dat die ‘oplossing’ gaandeweg is uitgegroeid tot een creatief businessmodel. "Allemaal goed en wel, maar wees daar dan open en transparant over. Dan laten we de keuzes maken door de consument en de retail, daar waar deze keuzes ook horen te liggen."
Noten:
1. ALDI heeft in reactie op het artikel in de Duitse pers wel iets gezegd over het verschil tussen echte broertjes en nepbroertjes.
2. binnen het corona-ondersteuningsfonds France Relance
Dit artikel afdrukken
'Grensverleggend'
Zou mogen, inderdaad. Het artikel beschrijft de praktijk naar aanleiding van gesprekken met anonieme bronnen uit de industrie. Niemand wil met naam en toenaam worden genoemd. De handel en eierindustrie, aldus het artikel, weten echter heel goed dat de ‘reclamewedloop’ (om ethisch met dieren om te gaan, CH) tot praktijken heeft geleid die op z’n minst ‘grensverleggend’ zijn. In de biologische sector net zo goed als in de reguliere.
Voordat we hier nader op ingaan, eerst de vraag: is dat dan zo gek, als het alternatief, geslachtsbepaling in het broedei, nog niet snel genoeg werkt? Je moet toch iets? Martijn Haarman, verantwoordelijk voor geslachtsbepaling bij HatchTech en medeontwikkelaar van zo’n systeem, begrijpt de vraag, maar zegt dat de beschikbare capaciteit in balans is met de vraag. Er zijn, met andere woorden, kippenboeren en daaraan gekoppelde ketens van eierhandels en supermarkten genoeg die ervoor kiezen niet met geslachtsbepaling in het ei te willen werken.
De reden voor deze praktijken is in alle gevallen dezelfde: kostenefficiëntie. Het moment waarop veel eieren nodig zijn (rond kerst en pasen bijvoorbeeld) is niet per se (en waarschijnlijk juist niet) het goedkoopste moment om haantjes op te fokkenAldi, Lidl en REWE adverteren al maanden met een kuikenlogo en de woorden ‘Ohne Kükentöten’, EDEKA (evenals Marktkauf en Netto) met de tegenhanger ‘Initiative Lebenswert’ – dat zich in zou zetten voor de bescherming van de mannelijke kuikens. Grote kans echter, dat de haantjes wel degelijk zijn vergast. Daar kom je als consument op de websites van Aldi1 en Lidl echter niets over te weten. Op edeka.de vinden we ook niets, maar als we op de website van Initiative Lebenswert kijken, zien we de volgende formulering staan: ‘Wir stellen sicher, dass der durchschnittlichen Legeleistung einer Legehenne mindestens eine Junghahn-Aufzucht gegenübersteht’ (Wij zorgen ervoor dat de gemiddelde legprestatie van een leghen wordt gecompenseerd door minimaal één opfok van een jong haantje - CH).
Berta en Bert, Carlo en Koen
Wat ze hier bedoelen, is dat ze het ‘gelijkwaardigheidsprincipe’ naleven. Stel, hennetje Berta legt in haar leven 350 eieren. Haar broer Bert, die tegelijkertijd uit het ei kroop, zou opgefokt moeten worden, want de haantjes werden immers beschermd en dus niet meteen gedood. Het ‘gelijkwaardigheidsprincipe’ kan echter inhouden dat Bert wel degelijk meteen gedood is, maar dat haantje Koen op moment X wordt opgefokt, als zogenaamd 'broertje' van Berta, een vervanger voor Bert. Niet per se tegelijkertijd, het kan ook maanden voor of na Berta’s geboorte zijn. En niet per se in Duitsland, dat kan ook elders gebeuren, bijvoorbeeld in Polen. Als de omstandigheden op dat moment en op die plaats commercieel gunstiger uitpakken.
Maar er is nog een addertje onder het gras. Berta legt 200 mooie ongeveer even grote eieren, die per stuk aan consumenten worden verkocht. De 150 andere eieren die ze legt zijn groter, kleiner, hebben een gebroken schaal, zijn vies, etc., etc. Deze eieren gaan de industrie in voor bijvoorbeeld bakproducten. Als EDEKA 350 eieren heeft verkocht zorgen ze voor de opfok van 1 haantje. Maar voor de productie van 350 verkochte eieren heb je 2 hennetjes (en haantjes) nodig.
Aldi en Lidl – op hun beurt - zeggen eieren zonder kuikendoden te verkopen en handelen volgens een variant op de praktijk die EDEKA volgt. Ze hanteren namelijk een kopequivalentsysteem. Hier is niet de legprestatie van Berta de norm, maar Berta zelf: voor elke hen wordt een haantje opgefokt. Carlo misschien, want Bert is waarschijnlijk allang vergast.
De reden voor deze praktijken is in alle gevallen dezelfde: kostenefficiëntie. Het moment waarop veel eieren nodig zijn (rond kerst en pasen bijvoorbeeld) is niet per se (en waarschijnlijk juist niet) het goedkoopste moment om haantjes op te fokken.
'Broedequivalentsysteem'
De verwachting is dat over een jaar of anderhalf alle supermarkten wel naar een ‘broedequivalentsysteem’ zullen gaan: het opfokken van de werkelijke broertjes van de leghennetjes.
Een opgefokt leghaantje is 2,5 keer zo klimaatonvriendelijk dan een gangbare kipIntussen vindt niet iedereen geslachtsbepaling in het broedei de beste keuze. Bij het opfokken van haantjes worden immers geen embryo’s gedood. Maar, zegt Haarman, in wat voor stallen die haantjes terecht komen, wat er met het vlees gebeurt en hoe de klimaatimpact is van deze handelswijze, daar heeft niemand het over. Door hun trage groei en beperkte vleesaanzet eten haantjes van legkippen 2,5 keer zoveel voer dan gangbare kippen; je mag ook zeggen dat ze 2,5 keer zo klimaatonvriendelijk zijn.
Leghaantjes mesten is een pragmatische oplossing om op korte termijn ‘zonder kuikendoden’ te worden. Het kan best zijn, zegt hij, dat een kippenboer eens gedacht heeft: "Deze week komt het me wel heel slecht uit om haantjes op te mesten, ik mest een gelijk aantal een paar weken eerder" – en dat die ‘oplossing’ gaandeweg is uitgegroeid tot een creatief businessmodel. "Allemaal goed en wel, maar wees daar dan open en transparant over. Dan laten we de keuzes maken door de consument en de retail, daar waar deze keuzes ook horen te liggen."
In Frankrijk is het kuikendoden per 1 januari 2023 verboden. De situatie is daar anders. De overheid verplicht de broederijen te investeren in apparatuur om het geslacht te kunnen bepalen in het broedei, die ze per ’23 kunnen gaan gebruiken. Tot die datum mag kuikendoden nog. Fransen eten vooral bruine eieren, nauwelijks witte. Juist bij de bruine eieren kunnen ze na een dag of 15 broeden aan de veertjes in het ei zien of er een haantje of een hennetje in het ei zit. Dat is een goedkope manier van geslachtsbepaling. De mannetjes-eieren worden vervolgens verhakseld.
Geslachtsbepaling op broeddag 9 volgens de methode van bijvoorbeeld HatchTech werkt wel voor witte en bruine eieren, maar is aanzienlijk duurder. In elk geval moeten de broederijen investeren. Dit is een lastig verhaal in verband met de concurrentiepositie. Frankrijk is protectionistisch en gaat kippenboeren ook financieel ondersteunen2, maar kan niet voorkomen dat er – bijvoorbeeld – ook goedkopere Poolse eieren verkocht worden. De verwachting is dat er binnenkort een decreet komt waarin uitzonderingen staan voor witte haantjes en fout bepaalde haantjes: die mogen alsnog worden gedood. Een claim ‘zonder kuikendoden’ zit er daardoor in Frankrijk niet in.
Geslachtsbepaling op broeddag 9 volgens de methode van bijvoorbeeld HatchTech werkt wel voor witte en bruine eieren, maar is aanzienlijk duurder. In elk geval moeten de broederijen investeren. Dit is een lastig verhaal in verband met de concurrentiepositie. Frankrijk is protectionistisch en gaat kippenboeren ook financieel ondersteunen2, maar kan niet voorkomen dat er – bijvoorbeeld – ook goedkopere Poolse eieren verkocht worden. De verwachting is dat er binnenkort een decreet komt waarin uitzonderingen staan voor witte haantjes en fout bepaalde haantjes: die mogen alsnog worden gedood. Een claim ‘zonder kuikendoden’ zit er daardoor in Frankrijk niet in.
Noten:
1. ALDI heeft in reactie op het artikel in de Duitse pers wel iets gezegd over het verschil tussen echte broertjes en nepbroertjes.
2. binnen het corona-ondersteuningsfonds France Relance
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
De 'haanvriendelijke' eieren van de Duitse Lidl komen, volgens het stempel, uit Nederland.
OKT is naar mijn inzicht toch maar een welzijnsissue. Een puur door emotie gestuurde ontwikkeling in mijn opinie. Wanneer je de consument 1 op 1 probeert uit te leggen waarom de eendagskuikens direct werden vergast, vindt nagenoeg iedereen het een aannemelijk verhaal. Maar dat is mijn ervaring. (anderzijds is het ook de schuld van de landbouw dat ze het nooit hebben gecommuniceerd en hebben uitgelegd, nu is het een issue geworden).
Mijn vraag is natuurlijk al helemaal wat er nu wordt opgelost? Het kuiken in het ei seksen is een redelijk mooie techniek, toch wordt het door bepaalde instanties al gezien als zijnde abortus. Dit omdat het embryo toch al iets van prikkels vertoond.
Daarnaast wordt door capaciteitsproblemen en kosten deze techniek nog wat vaker overgeslagen en worden juist de haantjes afgemest. Haantjes die een verschrikkelijk slechte voederconversie hebben (lekker duurzaam), haantjes die wanneer ze jong volwassen zijn lopende hormoonbommetjes zijn, ze breken de halve stal af wanneer ze de kans krijgen en verwonden elkaar (niet echt dierenwelzijn). En alsnog gaat het haantje dood.
Het vlees van het haantje hoeven wij west-Europeanen niet. Dus wordt het maar geëxporteerd naar andere landen waar het vlees weer direct gaat concurreren met de kleinere boeren in deze landen. Weg overgebleven inkomen wat deze boeren nog hadden.
Dus met een simpele oplossing te negeren, worden vele nieuwe problemen in de hand geholpen.
Als de marketing maar goed is dan geloven de mensen het en dan verkoopt het .
#4 Ik loog, want wist wel wat het betekende, maar het staat niet op de doos!
Eier mit Doppeldotter.