Afgelopen jaar bleek dat media in Nederland de vleesconsumptie graag omlaag willen denken; de consument trekt zich daar weinig van aan en is zelfs een beetje meer vlees gaan eten. Duitsers eten daarentegen wel minder vlees; boeren blijken die trend cijfermatig op de voet te volgen.

Over heel 2019 bedroeg de Duitse productie 8,35 miljoen ton slachtgewicht, een afname van 2,3% in vergelijking met 2018. Dat laten cijfers van de zelfverzorgingsgraad voor vlees van het Bundesanstalt für Landwirtschaft und Ernährung (BLE) zien.

Het BLE becijferde dat de vleesconsumptie per hoofd van de bevolking in 2019 gemiddeld 59,5 kilo karkasgewicht bedroeg (Nederland: 77 kilo). Dat betekent een afname met 2,6% ten opzichte van 2018. De afname van productie en consumptie houden elkaar in evenwicht zodat de mate van zelfvoorziening niet noemenswaardig verandert. In plaats van 14,5% meer productie dan het land zelf eet in 2018, daalde het overschot in 2019 naar 14,4%.

De zelfvoorzieningsgraad drukt uit in welke mate een land zijn nationale consumptie (100%) op eigen bodem kan produceren. Voor Duitsland ligt die maat op 114,4%. De Nederlandse productie die niet in eigen land wordt gegeten, ligt voor wat betreft varkensvlees op 230% bij een zelfvoorzieningsgraad van 330%. Nederlandse slachters richten zich bij voorkeur op landen met lage zelfverzorgingsgraden.
Bundesanstalt für Landwirtschaft und Ernährung - BLE - Fleisch
  • Deel
Druk af