Deze week werd in Parijs het eerste congres over 'Verslavingsleer en werk' gehouden. Doel van het congres was aandacht krijgen voor de doodnormale werknemers die, om de dag door te komen, te kunnen slapen of hun functioneren een boost te geven, steeds vaker hun toevlucht nemen tot allerlei verslavende middelen. Soms op kantoor, een tot meerdere keren per dag, en min of meer stiekem. Er is nog niet veel over bekend, vandaar ook het congres, waar honderden artsen, verslavingsdeskundigen en arbeidspsychologen hun kennis kwamen bundelen.

Het gaat niet alleen meer om de snelle jongens of het ambitieuze kader. Juist de gewone werknemers grijpen regelmatig naar drugs. Enerzijds kan dat, doordat de prijzen continu dalen, anderzijds is het een indicatie dat het werk de laatste jaren stressvoller is geworden, meer gericht op productiviteit en meer op het individu in plaats van de groep. In tegenstelling tot 'traditionele junks', die uit zijn op een high of het eigen genot, nemen de 'dopés du quotidien' hun drugs als een instrument om hun werl beter te kunnen doen.

Gladys Lutz, organisator van het congres, stelt dat het tijd is 'te accepteren dat drugs een positief effect op een werknemer kunnen hebben, hem/haar in staat kunnen stellen beter te slagen. En dat het drugsgebruik op een heel natuurlijke manier gemanaged kan worden. [...] Dat alles binnen een preventielogica: geen oogje dicht doen voor deze drugspraktijken, teneinde ze eindelijk te kunnen bestuderen', schrijft Le Figaro.
Dit artikel afdrukken