Onderzoekers bekeken 159 watermonsters uit 12 landen verspreid over de 5 continenten, in opdracht van Orb, een Amerikaans platform voor onderzoeksjournalistiek. Ze tapten bijvoorbeeld ook water bij het Amerikaanse Congress en de Trump Tower. Nederland deed niet mee in het onderzoek.

In 83% van de stalen troffen de onderzoekers de piepkleine plasticdeeltjes aan. De VS scoorde het hoogst: 94% van de monsters bevatte plasticvezels. De tweede en derde plaats waren voor India en Libanon. Het schoonste water vonden de onderzoekers in Europa. Toch bevatten 72% van de onderzochte monsters uit Groot-Brittannië, Frankrijk en Duitsland nog microplastics. Het gemiddelde aantal deeltjes, aangetroffen in een halve liter water, bedroeg 4,8 in de VS en 1,9 in Europa.

Grondwater en oppervlaktewater
Waar de microplastics vandaan komen, is inmiddels wel bekend. Ze komen - al dan niet in de vorm van nanodeeltjes - in het milieu terecht via de was, van autobandenslijtage, het simpele slijten van verf en kleding door wrijving, via plastic zwerfafval en via de 'microbeads' in verzorgingsproducten en cosmetica. De vervuiling met microplastic van zeeën en oceanen kreeg de laatste tijd al vaker aandacht. Dat er in vis en mosselen bijvoorbeeld microplastics zitten, weten we inmiddels ook. Reden voor de onderzoekers om expliciet op zoek te gaan naar microplastics in het drinkwater. Hun bevindingen zijn zorgwekkend, omdat niet duidelijk is wat de gevolgen van microplastics (en nanodeeltjes) zijn voor de gezondheid van de mens.

We vroegen na hoe bijzonder deze ontdekking is. Woordvoerder Lisa Simons van Vitens, het grootste drinkwaterbedrijf van Nederland, kent het onderzoek, maar wijst er op dat Nederland niet meegenomen is. Ze licht toe: "In het voorzieningsgebied van Vitens is het zeer onwaarschijnlijk dat er microplastics in het drinkwater gevonden zullen worden. De reden is dat we gebruik maken van respectievelijk grondwater/oeverfiltraat en dat de bodem, naast onze zuiveringsprocessen, een goede barrière vormt tegen microplastics." Het grondwater waar Vitens uit put is over het algemeen zo'n 200 jaar oud en (dus) nog vrij van plasticvezels. Microplastics zijn overigens goed te zuiveren maar horen in het milieu natuurlijk niet thuis. Mogelijk halen de andere landen uit het onderzoek meer van hun water uit oppervlaktewater, dat gemakkelijker vervuild raakt met de alomtegenwoordige microplastics.

Meetfout?
Over nanodeeltjes zegt Vitens: "Nanodeeltjes zijn te vinden in voeding en cosmetica. De deeltjes komen al voor in oppervlaktewater maar nog niet in grondwater. Gezien de grootte van deze deeltjes is het maar de vraag of deze daarin terecht komen, maar dat ze voorkomen in oppervlaktewater is geen goed teken." Omdat over de consequenties van nanodeeltjes nog zo weinig bekend is, doet Vitens mee met een groot Europees onderzoek naar deze deeltjes. "Vitens wil ze kunnen meten in het grondwater en als het nodig is kunnen wegzuiveren", voegt Simons nog toe.

In een reactie op het nieuws zegt toxicoloog Tinka Murk (WUR) dat er mogelijk sprake is van een meetfout. "Als monsters van water of wat dan ook niet zijn verzameld onder strict stofvrije condities, dan tref je altijd 'vezels' aan. Dit heet ook wel huisstof. Dit is voor het eerst gemeld bij onderzoek naar microplastics in zeevis. Nadat er eerst kledingvezels waren gevonden in zelfs kabeljauw van de Noordelijke Noordzee is het onderzoek over gedaan in stofvrije kasten, en ineens waren er geen vezels meer te bekennen (zie: Foekema et al. (2013) Plastic in North Sea fish). Helaas blijft het een hardnekkig probleem dat heel wat microplastics onderzoek gewoon op de labtafel gebeurt waardoor het lijkt alsof we aan schrikbarend veel microplastics worden blootgesteld via mossels, water, etc."
Dit artikel afdrukken