"We moeten dringend meer weten over de gevolgen van microplastics voor de gezondheid, omdat ze overal aanwezig zijn - ook in ons drinkwater", zegt dr. Maria Neira, directeur Public Health, Environment and Social Determinants of Health bij de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). "Op basis van de beperkte informatie die we hebben, lijken microplastics in drinkwater bij de huidige niveaus geen gezondheidsrisico te vormen. Maar we moeten meer te weten komen. We moeten ook de wereldwijde toename van plasticvervuiling een halt toeroepen".

Het is de allereerste keer dat onderzocht is wat de gevolgen voor de gezondheid zijn van de alomtegenwoordige microplastics. Dat zijn stukjes plastic van minder dan 5 millimeter groot, die ontstaan als plastic uit elkaar valt in kleinere deeltjes. Ze komen overal in het milieu voor. In de lucht, het water - ook flessenwater -, levensmiddelen als bier en honing en ook in levende organismen zoals mosselen.

Maar zijn ze nou gevaarlijk of niet? Dat wilde de WHO eindelijk eens vaststellen.

De conclusie ten aanzien van drinkwater is uiteindelijk even simpel als logisch: waterzuiveringsinstallaties verwijderen tot wel 90% van deeltjes microplastics uit het water. Daar is zelfs geen extra maatregel voor nodig. Daarom zitten in drinkwater maar weinig microplastics en is zulk water geen gevaar voor de volksgezondheid. Zorg daarom voor goede afvalwaterzuivering, pleit de WHO, en je slaat twee vliegen in één klap: waar de ziekmakers uit het rioolwater zijn gehaald, zitten er ook geen microplastics meer in. En natuurlijk, zegt de organisatie, voorkom plasticvervuiling; dat werkt minstens zo goed.

De Nederlandse hoogleraar waterkwaliteit Hans Koelmans, die aan het onderzoek meewerkte, relativeert in de NRC de risico's van microplasticdeeltjes. Plastic is grotendeels 'inert' (het interacteert niet met het menselijk lichaam), dus we poepen en plassen het gewoon weer uit. Zelfs de oplosmiddelen en chemische stoffen die uit het plastic kunnen vrijkomen, iets waar velen zich zorgen over maken, lijken niet echt gevaarlijk. Zelfs bij de grootste stukjes met de meeste stoffen blijft de concentratie tientallen malen lager dan het niveau waarop je effect kunt verwachten, zegt Koelmans.

Wel onderstreept ook hij het belang van nog meer onderzoek. "In drinkwater kun je microplastics makkelijk meten, het is water of plastic. Maar als het gaat om microplastic in bijvoorbeeld vlees of groente, wordt het veel lastiger om te meten. Voor ieder soort voedsel zal een nieuwe meetmethode moeten worden ontwikkeld en het duurt wel even voordat daaruit een betrouwbare meetmethode ontstaat. Het is net als de eerste pannenkoek die je bakt: de eerste mislukt altijd.” Ook wijst hij er op dat nog helemaal niet bekend is wat er gebeurt als het microplastic afbreekt tot nog kleinere stukjes, nanodeeltjes. Die kunnen misschien wel onze cellen binnendringen, met vooralsnog onbekende effecten.
Dit artikel afdrukken